Bedrijvende en lijdende zin

Spelling en formuleren

De bedrijvende en lijdende vorm


(zie ook Formuleren hoofdstuk 5)

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling en formuleren

De bedrijvende en lijdende vorm


(zie ook Formuleren hoofdstuk 5)

Slide 1 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit

Onderwerp:

Slide 2 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 3 - Tekstslide

Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten

Onderwerp: 

Slide 4 - Tekstslide

Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten

  • De hond is het onderwerp
  • De hond doet niets in deze zin: Hij wordt uitgelaten
  • Lijdend of passief

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijvend of lijdend?
  1. Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin.
  2. Zoek het onderwerp in de zin.
  3. Doet het onderwerp wat in het werkwoordelijk gezegde staat?
  4. Ja --> Bedrijvend
  5. Nee --> Lijdend

Slide 6 - Tekstslide

Heel lang geleden poetsten de mensen hun tanden niet.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 7 - Quizvraag

Later werden as, eierschalen, mirre en puimsteen door de
oude Egyptenaren vermengd en dat mengsel gebruikten ze
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 8 - Quizvraag

Met een stokje werd het poeder over het gebit verdeeld.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 9 - Quizvraag

Grieken en Romeinen vervingen het poeder door een pasta
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 10 - Quizvraag

Nu stimuleert zelfs de overheid het tandenpoetsen, zodat
in gebitten geen gaatjes ontstaan.
A
Bedrijvend, Bedrijvend
B
Lijdend, Lijdend
C
Bedrijvend, Lijdend
D
Lijdend, Bedrijvend

Slide 11 - Quizvraag