A. Een voorbeeld van gedrag dat hierbij past, is dat kind A. ziet dat kind B. valt op het schoolplein. Kind A. wil verder gaan spelen, maar bedenkt zich dat hij kind B. moet gaan helpen, omdat hij anders als gemeen bestempeld kan worden door zijn klasgenoten. Het is een sociale regel en kind A. gaat helpen uit angst voor buitensluiting door de rest van de klas.