Internationalisering - Les 3

Internationalisering 
Les 3
Aan het eind van deze lesweet je meer over: 
  • Discriminatie
  • De rol van de media
  • Referentiekader
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Internationalisering 
Les 3
Aan het eind van deze lesweet je meer over: 
  • Discriminatie
  • De rol van de media
  • Referentiekader

Slide 1 - Tekstslide

3. Zijn verschillen een probleem?

Slide 2 - Tekstslide

De invloed van de media
Welke invloed heeft de media op ons?
  • Vooroordelen
  • Stereotypen

Hoe ontstaan deze vooroordelen en stereotypen?

Slide 3 - Tekstslide

Vooroordelen
Als je iets zegt over iets of iemand zonder dat je de feiten goed kent. 

Slide 4 - Tekstslide

Stereotype
Een beschrijving waarbij je een hele groep mensen één bepaald kenmerk geeft.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ontstaan vooroordelen en stereotypen in de media?



  • Comedyseries
  • Films
  • Tijdschriften
  • Actualiteitenprogramma's
  • Rolpatronen

Slide 6 - Tekstslide

migranten
Na de Tweede Wereldoorlog had Nederland arbeidskrachten nodig. Deze gastarbeiders kwamen vnl uit Marokko en Turkije.
Sinds de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 kwamen veel Surinamers naar NL. 

Slide 7 - Tekstslide

westerse allochtonen
zijn vaak welvarend en staan niet negatief in de belangstelling vb: uit Japan en Indonesie

Slide 8 - Tekstslide

Niet- westerse met migratieachtergrond (allochtoon)


Als één van je ouders in het buitenland is geboren

autochtoon




Als je ouders in NL zijn geboren.

Slide 9 - Tekstslide

Boosheid over schoolopdracht
Er was ophef over een opdracht in een taallesboek waarbij kinderen van groep 6 moesten bepalen aan de hand van een korte beschrijving of iemand ‘allochtoon’ of ‘autochtoon’ is. De oefening was onderdeel van de les ‘woordenschat’ waarbij tegenstellingen werden geoefend.
Er was veel kritiek. Kinderen leren zo om onderscheid te maken tussen allochtonen en autochtonen in plaats ze te zien als Nederlanders.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Discriminatie strafbaar 
Artikel 1 
Grondwet 

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken van discriminatie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Soms is er sprake van discriminatie op de werkvloer. Het gaat dan bijvoorbeeld om discriminatie naar:
- Geslacht: Voornamelijk vrouwen worden gediscrimineerd. Vrouwen die kinderen krijgen zijn minder “populair”. Ze zijn vaker afwezig en hebben recht op zwangerschapsverlof waardoor de werkgever ook nog een vervanger moet betalen.

- Afkomst: Werkgevers hebben vooroordelen over allochtonen. Bv. “ze zullen wel lui zijn”. Mensen met een buitenlandse achternaam worden minder vaak uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

- Leeftijd: Mensen die 50 + zijn worden minder snel aangenomen omdat ze “te duur” zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Discriminatie solliciteren
Discriminatie op de arbeidsmarkt 

Wat denken jullie is anoniem solliciteren een oplossing ?




Slide 16 - Tekstslide

voorbeelden van
discriminatie

Slide 17 - Woordweb

Referentiekader
Hoe je kijkt en oordeelt wordt bepaald door je referentiekader

Je eigen cultuur, je kennis en je ervaringen zijn het uitgangspunt waarmee je naar de wereld kijkt.

= bril waardoor je kijkt
Waarneming is selectief



Slide 18 - Tekstslide

Referentiekader

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een referentiekader
A
Hoe iemand naar mij kijkt
B
Normen en waarden
C
Oordeel
D
Het geheel van waarden, normen en uitgangspunten op basis waarvan je naar de wereld kijkt.

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk 
Lezen:
blz. 15 t/m 21

Maken:
Opdracht 8 t/m 13


Slide 21 - Tekstslide