Internationalisering - Les 3

Internationalisering 
Les 3
Aan het eind van deze lesweet je meer over: 
  • Discriminatie
  • De rol van de media
  • Referentiekader
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
InternationaliseringMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Internationalisering 
Les 3
Aan het eind van deze lesweet je meer over: 
  • Discriminatie
  • De rol van de media
  • Referentiekader

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Zijn verschillen een probleem?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De invloed van de media
Welke invloed heeft de media op ons?
  • Vooroordelen
  • Stereotypen

Hoe ontstaan deze vooroordelen en stereotypen?

Slide 3 - Tekstslide

Ze kunnen ervoor zorgen dat er een negatief beeld ontstaat van sommige groepen.

Wanneer de afkomst van iemand wordt genoemd als iemand op een slechte manier in het nieuws komt dan kan dit invloed hebben op onze ideeën over alle mensen van die afkomst.

Vooroordelen
Als je iets zegt over iets of iemand zonder dat je de feiten goed kent. 

Slide 4 - Tekstslide

Een vooroordeel is de mening die je over iemand hebt zonder dat je hem daadwerkelijk kent. 

Vaak is je mening gebaseerd op kenmerken als het uiterlijk, de naam of het gedrag dat je van iemand ziet.
Stereotype
Een beschrijving waarbij je een hele groep mensen één bepaald kenmerk geeft.

Slide 5 - Tekstslide

Om je mening te vormen maak je gebruik van stereotypen
Een overdreven simpel en meestal negatief beeld van een groep mensen: 
  • Zie je iemand lopen op klompen dan zal dat wel een boer zijn. 
  • Die jongen die zich zo vrouwelijk gedraagt zal wel homo zijn.
Hoe ontstaan vooroordelen en stereotypen in de media?



  • Comedyseries
  • Films
  • Tijdschriften
  • Actualiteitenprogramma's
  • Rolpatronen

Slide 6 - Tekstslide

De media kunnen er soms ook voor zorgen dat er een negatief beeld ontstaat van sommige groepen. Wanneer de afkomst van iemand wordt genoemd als iemand op een slechte manier in het nieuws komt dan kan dit invloed hebben op onze ideeën over alle mensen van die afkomst.
Migranten
Na de Tweede Wereldoorlog had Nederland arbeidskrachten nodig. Deze gastarbeiders kwamen vnl uit Marokko en Turkije.
Sinds de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 kwamen veel Surinamers naar NL. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Westerse allochtonen
zijn vaak welvarend en staan niet negatief in de belangstelling vb: uit Japan en Indonesie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Niet- westerse met migratieachtergrond (allochtoon)



Als één van je ouders in het buitenland is geboren



Autochtoon



Als je ouders in NL zijn geboren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie strafbaar 
Artikel 1 
Grondwet 

Slide 11 - Tekstslide

Discriminatie
Vooroordelen en stereotypen kunnen leiden tot dicriminatie. Discriminatie is het anders behandelen van mensen op basis v an een enkele kenmerken. 

Op basis van vooroordelen denk je te weten hoe iemand is en hoe je diegene moet behandelen. 
Kenmerken van discriminatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soms is er sprake van discriminatie op de werkvloer. Het gaat dan bijvoorbeeld om discriminatie naar:
- Geslacht: Voornamelijk vrouwen worden gediscrimineerd. Vrouwen die kinderen krijgen zijn minder “populair”. Ze zijn vaker afwezig en hebben recht op zwangerschapsverlof waardoor de werkgever ook nog een vervanger moet betalen.

- Afkomst: Werkgevers hebben vooroordelen over allochtonen. Bv. “ze zullen wel lui zijn”. Mensen met een buitenlandse achternaam worden minder vaak uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

- Leeftijd: Mensen die 50 + zijn worden minder snel aangenomen omdat ze “te duur” zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie solliciteren
Discriminatie op de arbeidsmarkt 

Wat denken jullie is anoniem solliciteren een oplossing?




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van
discriminatie

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
Hoe je kijkt en oordeelt wordt bepaald door je referentiekader

Je eigen cultuur, je kennis en je ervaringen zijn het uitgangspunt waarmee je naar de wereld kijkt.

= bril waardoor je kijkt
Waarneming is selectief



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een referentiekader
A
Hoe iemand naar mij kijkt
B
Normen en waarden
C
Oordeel
D
Het geheel van waarden, normen en uitgangspunten op basis waarvan je naar de wereld kijkt.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Lezen:
blz. 15 t/m 21

Maken:
Opdracht 8 t/m 13


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies