Gedrag

Gedrag 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Gedrag 

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij gedrag

Slide 2 - Woordweb

Wat is gedrag?
Alles wat een mens of dier doet of nalaat

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Communicatie

Slide 4 - Tekstslide

rangorde
signalen zijn belangrijk voor het bepalen van de rangorde = de positie binnen de groep 

taakverdeling hierdoor makkelijker


Slide 5 - Tekstslide

Ritueel gedrag
* tussen soortgenoten
* signalen en daaropvolgend gedrag in min of meer vaste        volgorde, om spanning te verminderen


Slide 6 - Tekstslide

Ritueel gedrag
Baltsgedrag -> ritueel gedrag bestaande uit signalen als voorbereiding op paring
Sommige soorten hebben paringsdans

Dreiggedrag -> mannetjes die elkaar ontmoeten of elkaars territorium binnendringen; aggressieve houding. Bedoeld om gevecht te voorkomen

Slide 7 - Tekstslide

 Territorium
  • Territorium --> voedsel en ruimte om nakomelingen groot te
      brengen.
  • Geluidssignalen
  • Geursignalen

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Prikkels

Slide 9 - Tekstslide

Prikkels
Een prikkel is informatie over een verandering in je omgeving. Die verandering kan een reactie bij je oproepen.
  • Als de informatie over een verandering uit je lichaam komt, gaat het om een inwendige prikkel.
  • Als het informatie is over een verandering buiten je lichaam, dan is het een uitwendige prikkel.
  • De respons is de manier waarop je reageert op de prikkel.

Slide 10 - Tekstslide

Prikkels
  • Een sleutelprikkel is een prikkel die altijd hetzelfde gedrag als gevolg heeft.
  • Een supernormale prikkel is een prikkel  waarop een sterke reactie volgt bijv. bij reclames. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Drempelwaarde

Slide 13 - Tekstslide

Aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren = gedrag dat een dier vertoont zonder dat het dit heeft kunnen leren van een ouder/ ander dier.

Voorbeeld: drinken bij de moeder
Aangeboren gedrag kun je niet afleren.

Aangeleerd = gedrag dat je bijleert gedurende je leven. 

Gedrag is een combinatie van beiden (zowel aangeboren als aangeleerd).

Slide 14 - Tekstslide

1.3 Functies van gedrag

Slide 15 - Tekstslide

Tegengestelde gedragssystemen
- vluchtgedrag --> gedrag dat ontstaat als er gevaar dreigt 

- aanvalsgedrag --> gedrag 

-conflictgedrag --> Gedrag dat is samengesteld uit handelingen van twee of meer gedragssystemen.

Slide 16 - Tekstslide

Tegengestelde gedragssystemen
-ambivalent gedrag --> als beide gedragssystemen even sterk zijn en ze elkaar afwisselen.

-overspronggedrag --> random gedrag bij een mens of dier dat ontstaat door een  conflict van twee gedragssystemen.

-omgericht gedrag -->  gedrag dat een dier of mens richt op een derde deelnemer die helemaal niets met het conflict te maken heeft.

Slide 17 - Tekstslide

functioneel leren
klassieke conditionering = leggen van verband tussen 2 verschillende prikkels (schoolbel = tas inpakken)

operant conditionering = gedrag straffen (gedrag neemt af) of belonen (gedrag neemt toe)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link

1.4 Gedragsonderzoek

Slide 21 - Tekstslide

Hoe vaak? (protocol)
Wat? (ethogram)
Protocol

Slide 22 - Tekstslide

Gedrag
- gedrag bestaat uit verschillende gedragselementen.
- gedragselementen in een volgorde vormen samen een gedragsketen.
- gedragsketens vormen samen een gedragssysteem.
- gedragssystemen vormen samen het gedrag.

Slide 23 - Tekstslide

Onderzoek
wetenschappelijk onderzoek
- onderzoeksvraag
- protocollen
- een factor
- conclusie

Slide 24 - Tekstslide

1.5 Ontwikkeling van gedrag

Slide 25 - Tekstslide

Ontwikkeling van gedrag
- babytijd
  • reflexen
  • bewust gedrag
-kindertijd 
  • speelgedrag
  • gevoelige periode
  • inprenten

Slide 26 - Tekstslide

Ontwikkeling van gedrag
andere manieren van leren:
  • imitatie 
  • oefenen
  • inzicht
  • trial and error
  • gewenning

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link