A4: unité 1
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
les ... notes (f) ... (bon)
Slide 2 - Open vraag
une ... fille ... (heureux)
Slide 3 - Open vraag
la ... phrase ... (dernier)
Slide 4 - Open vraag
un ... homme ... (vieux)
Slide 5 - Open vraag
Je ... (chercher, futur)
Slide 6 - Open vraag
Vous ... (penser, pc)
Slide 7 - Open vraag
Elles .... (aller, pc)
Slide 8 - Open vraag
Ils ... (être, présent)
Slide 9 - Open vraag
tu ... (faire, imparfait)
Slide 10 - Open vraag
on ... (avoir, futur)
Slide 11 - Open vraag
Qu'est-ce que tu entends?
(ex. 31)
(ex. 31)
Slide 12 - Open vraag
Qu'est-ce que tu entends?
(ex. 31)
(ex. 31)
Slide 13 - Open vraag
Qu'est-ce que tu entends?
(ex. 31)
(ex. 31)
Slide 14 - Open vraag
Qu'est-ce que tu entends?
(ex. 13 juli 2010)
(ex. 13 juli 2010)
Slide 15 - Open vraag
Qu'est-ce que tu entends?
(ex. 07:30)
(ex. 07:30)
Slide 16 - Open vraag
Traduis: l'horaire
Slide 17 - Open vraag
Traduis: la façon
Slide 18 - Open vraag
Traduis: tomber amoureux
Slide 19 - Open vraag
Traduis: week-/wekelijks
Slide 20 - Open vraag
Traduis: de mobiele telefoon
Slide 21 - Open vraag
Traduis: naar de disco gaan
