Hoofd- en bijzinnen

Welkom

Formuleren
Hoofd- en bijzinnen + bijvoeglijke en beknopte bijzinnen
Nederlands
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Formuleren
Hoofd- en bijzinnen + bijvoeglijke en beknopte bijzinnen
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Voor de komende toets leer je:
  • Hoofd- en bijzinnen te onderscheiden *
  • nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden te onderscheiden.
  • bijvoeglijke bijzinnen te herkennen en te benoemen. **
  • Beknopte bijzinnen te herkennen en foutieve beknopte bijzinnen te verbeteren ***
  • lijdende en bedrijvende vorm te gebruiken **
  • Woordsoorten te benoemen (herhaling) **
znw - lw - bnw, vz - zww - hww - kww - pers. vnw - bez. vnw - wederkerend vnw - wederkerig vnw - vr. vnw - aanw. vnw - betr. vnw - onb. vnw - onb. htw - onb, rtw - bep. htw - bep. rtw - onderschikkend vw - nevendschikkend vw - bw 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kun je hoofd- en bijzinnen te onderscheiden.

  • kun je nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden te onderscheiden.

  • kun je bijvoeglijke bijzinnen te herkennen en te benoemen. 

  • Beknopte bijzinnen te herkennen en foutieve beknopte bijzinnen te verbeteren.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?

Slide 4 - Open vraag

Omdat Sandra te laat was, moest ze zich de volgende ochtend om 08.00 uur melden.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin 
Bijzin
Omdat ik tot mijn achttiende niet rookte,
kreeg ik van mijn ouders mijn rijbewijs.

Slide 8 - Sleepvraag

Schrijf de hoofd- en bijzin op van deze zin:
Weet jij dat een sms'je vanuit het buitenland duurder is?

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de hoofd- en bijzin op van deze zin:
Omdat Loes haar vriend mist, stuurt ze hem drie sms'jes op een dag.

Slide 10 - Open vraag

Terwijl vader de afwas deed, maaide moeder het gras in de achtertuin.
A
hoofdzin + bijzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
bijzin + hoofdzin

Slide 11 - Quizvraag

Hoe hebben astronomen eigenlijk vastgesteld dat het heelal steeds verder uitdijt?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Houd jij meer van een zonvakantie of bezoek je liever kerken en musea?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin

Slide 13 - Quizvraag

Bijvoeglijke bepaling

Een  bijvoeglijke bepaling is een woord of woordgroepje dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.


Bijvoorbeeld:

De lerares uit Doornspijk komt vandaag met de auto.

Ik koop de nieuwste cd van Snelle

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
  • Een bijv. bijzin zegt ook iets over een zelfstandig naamwoord.
  • Het is een zin en heeft dus een pv.

Bijvoorbeeld:

De jongen die gisteren een ongeluk kreeg ligt in het ziekenhuis.



Slide 15 - Tekstslide

Kun jij de bijvoeglijke bijzin vinden in deze tekst?
die woensdag zijn gesteld
  • Heeft een eigen PV (zijn)
  • Begint met een betrekkelijk voornaamwoord (die)
  • Geeft meer informatie over een znw (over de vragen)

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
  • Bijvoeglijke bepaling met eigen persoonsvorm

  • Begint vaak met betrekkelijke voornaamwoorden die, dat, wie of wat
Bijvoorbeeld: De politieagent die mij gisteren bekeurde, zwaaide vandaag vriendelijk.

  • Soms begint een bijvoeglijke bijzin met een voorzetsel.
    Bijvoorbeeld: De vriend van mijn vader is de man naast wie ik in de bus zat.

  • De bijvoeglijke bijzin is geen zelfstandig zinsdeel.

Slide 17 - Tekstslide

Vergelijk:
  1. De spannende game is net uitgebracht.

  2. De game die heel spannend is, is net uitgebracht.

  • Spannende = bijvoeglijke bepaling bij game.

  • Die heel spannend is = bijvoeglijke bijzin bij game.

Slide 18 - Tekstslide

Beknopte bijzin
Een beknopte bijzin bevat, anders dan een gewone bijzin, geen onderwerp (het zogenaamde verzwegen onderwerp) en geen persoonsvorm.

In plaats van de persoonsvorm bevat een beknopte bijzin: 
  • Een voltooid deelwoord
  • Een onvoltooid deelwoord
  • te + infinitief (het hele werkwoord)
  • Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.
  • Uit de wind gehouden, kon hij de eindstreep halen.
  • Slap van het lachen, liepen de meisjes de klas binnen.
  • Na te hebben getankt, konden we verder rijden.

Slide 19 - Tekstslide

Juiste beknopte bijzin
Als een beknopte bijzin een bijwoordelijke bepaling is, mag deze alleen beknopt zijn als het onderwerp uit de hoofdzin overeenkomt met het onderwerp dat eigenlijk in de beknopte bijzin moet staan (het verzwegen onderwerp).

Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto.

  • Wie was afgeleid? Antwoord: 'Ik' = OW
  • 'Ik' is ook het OW van de hoofdzin
  • Het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin komen overeen
  • Hier is dus sprake van een goede beknopte bijzin.

Slide 20 - Tekstslide

Meer voorbeelden
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Koen een tijdschrift.

  • Wie lag in de hangmat? Koen.
  • Koen is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus het komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.

In de wetenschap toch niets te leren op school, spijbelde Jelle dagelijks.

  • Wie leerde niets? Jelle. 
  • Jelle is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus dat komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.

Slide 21 - Tekstslide

Na jaren in een la gelegen te hebben, hing ik de foto aan de muur.
Wat is er in bovenstaande zin aan de hand?

Slide 22 - Open vraag

Foutieve beknopte bijzinnen
Bij een foutieve beknopte bijwoordelijke bijzin komen het verzwegen onderwerp van de beknopte bijwoordelijke bijzin en het onderwerp van de hoofdzin NIET overeen

Je verbetert een foutieve beknopte bijwoordelijke bijzin door:
  1. De bijzin volledig uit te schrijven met een onderwerp en een persoonsvorm.
    ...of....
  2. Door het onderwerp van de hoofdzin te veranderen, zodat dit ow gelijk is aan het verzwegen ow.

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld foutieve beknopte bijzinnen

Na een uur in de oven te hebben gestaan, smulden de gasten van de taart. 

Hilarisch zo'n zin!

Goed is: 
  1. Nadat de taart een uur in de oven had gestaan,...
    (let bij het uitschrijven goed op de tijd van de hoofdzin tt/vt) 
    ...of...
  2. Na een uur in de oven te hebben gestaan, werd de taart door de smullende gasten opgegeten.

Slide 24 - Tekstslide

Welk onderwerp van de beknopte bijwoordelijke bijzin is weggelaten?
Napratend over de wedstrijd, verlieten de toeschouwers het stadion.
A
de voetballers
B
de toeschouwers
C
het stadion
D
de wedstrijd

Slide 25 - Quizvraag

Napratend over de wedstrijd, verlieten de toeschouwers het stadion.
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quizvraag

Welk onderwerp van de beknopte bijwoordelijke bijzin is weggelaten?
Kletsnat van de regen thuisgekomen, smaakte de warme chocomelk mij wel.
A
de warme chocomelk
B
ik
C
de regen
D
mij

Slide 27 - Quizvraag

Kletsnat van de regen thuisgekomen, smaakte de warme chocomelk mij wel.

Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quizvraag

Na de koning uitgezwaaid te hebben, vertrok de helikopter.
A
goed
B
fout

Slide 29 - Quizvraag

Wachtend op de bus, kusten zij elkaar.
A
goed
B
fout

Slide 30 - Quizvraag

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
goed
B
fout

Slide 31 - Quizvraag

Alvorens te tekenen, dient u alle consequenties van uw besluit te overwegen.
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quizvraag

Luid gillend werd zijn verstandskies getrokken.
A
goed
B
fout

Slide 33 - Quizvraag

Maak de volgende foutieve beknopte bijwoordelijke bijzin juist:
In staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.

Slide 34 - Open vraag

Maak de volgende foutieve beknopte bijwoordelijke bijzin juist:
Na fraude te hebben geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video