M3L

Thema 1 Organen en Cellen


Verrijkingsstof 3 | Virussen
SARS-CoV-2 
100 nanometer = 0.0001 mm
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Organen en Cellen


Verrijkingsstof 3 | Virussen
SARS-CoV-2 
100 nanometer = 0.0001 mm

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
1. Ga rustig zitten en pak je laptop en boek.
2. Ga naar LessonUp.app en log in met de code (kleine bord)
3. Open je boek BLZ 214/215.



Slide 2 - Tekstslide

HW Bespreken
Opdracht 1 t/m 4 (blz 214-215)

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk en Leerdoelen
-Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit ontstaat.

Maken 1 t/m 4 
Blz (210-211)

Slide 4 - Tekstslide

Doe je Chromebook Open

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je
over Virussen?

Slide 6 - Woordweb

Dood, levend of levenloos? Waar hoort een virus volgens jouw thuis?
Dood
Levenloos
Levend
Geen van allen

Slide 7 - Poll

Wat zijn antistoffen?
A
de eiwitten op de buitenkant van de ziekteverwekker
B
Stofje dat zich hecht aan de ziekteverwekker

Slide 8 - Quizvraag

Wat doen antistoffen?
A
Afbreken ziekteverwekker
B
Neutraliseren ziekteverwekker
C
Bloedstolling
D
Zuurstof vervoeren

Slide 9 - Quizvraag

Doe je Chromebook dicht

Slide 10 - Tekstslide

Virus
  • Tussen dood en levenloos.
  • 'Gastheer'.
  • Ziekmaker.
  • Kleiner dan bacterien.

Opgebouwd uit:
- Omhulsel van eiwitten en vetten.
- Binnen in een soort chromosoom.

Slide 11 - Tekstslide

Voortplanting

- Virussen hebben altijd een gastheercel nodig om zich voort te planten.
- Virussen kapen het kopieermechanisme van een cel.
-De cel barst open en gaat dood.
- Miljoenen kopieën 

Slide 12 - Tekstslide

Het binnendringen van een gastheercel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Je lichaam in de aanval
- Speciale witte bloedcellen beginnen antistoffen te produceren.
- Deze blokkeren de Sleutels van het virus. Zo kan het virus geen cellen meer binnendringen.

Slide 15 - Tekstslide

Vaccins
- Geen medicijnen tegen virussen.
- Vaccins als update voor je immuunsysteem.
- Injecteren van een dood of onderdeel van het virus.
- Opwekken van een Immuunreactie

Slide 16 - Tekstslide

Polio
Het Poliovirus gebruikt Zenuwcellen als gastheercellen. 

Hierdoor kan verlamming optreden.

Slide 17 - Tekstslide

Immuniteit
Natuurlijke immuniteit:
Door ziekte

Kunstmatige immuniteit:
Door vaccinatie

Slide 18 - Tekstslide

Vaccinatie
-Rijksvaccinatieprogramma
-Hoge vaccinatiegraad nodig

Het percentage (%) mensen dat moet worden ingeënt om de gehele bevolking te kunnen beschermen.
Bijv. 95% bij mazelen en rond de COVID 19

Wat gebeurd er als niet genoeg mensen zich inenten?
-Voor deze infectieziekten worden kinderen in NL ingeënt.
-Vroeger gingen hier veel kinderen aan dood, maar ze komen nu nauwelijks meer voor

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

HIV (SOA)
- Het HIV virus gebruikt de Speciale witte bloedcellen als gastheercellen. 
- Hierdoor raakt het afweersysteem ernstig aangetast. 
- Als mensen ziek worden van het HIV virus noemen we het Aids.
- Iemand met HIV zonder verschijnselen is Seropositief.

Slide 21 - Tekstslide

Doe je Chromebook Open

Slide 22 - Tekstslide

3

Slide 23 - Video

00:41
Hoe noem je een cel waar een virus is binnen gedrongen?

Slide 24 - Open vraag

01:22
Wat zijn deze gele 'flupjes' die uit het virus komen?
A
Een soort chromosomen die erfelijke eigenschappen van het virus bevatten
B
Eiwitten
C
Vetten

Slide 25 - Quizvraag

02:57
Welk soort witte bloedcel 'eet' hier het virus op?
A
Een normale witte bloedcel
B
Een speciale witte bloedcel
C
Een rode bloedcel
D
Bloedplaatje

Slide 26 - Quizvraag

Virussen kunnen zichzelf voortplanten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Virussen zijn te bestrijden met antibiotica
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Virussen zijn.......?
A
Dood
B
Levenloos
C
Levend
D
Ergens daar tussen in?

Slide 29 - Quizvraag

Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.

Slide 30 - Quizvraag

Kunstmatige immuniteit
A
immuniteit die ontstaat doordat je al een keer een bepaalde ziekte hebt gehad
B
immuniteit die ontstaat door inenting met een vaccin
C
Lichaamsvreemde stoffen die geen ziekte veroorzaken

Slide 31 - Quizvraag

Iemand die het HIV virus bij zich draagt maar nog geen gezondheidsklachten vertoont noem je?

Slide 32 - Open vraag

Leg uit hoe antistoffen de verspreiding van virussen tegen gaan.

Slide 33 - Open vraag

Hoe werken vaccins en wat is het doel van een vaccin?

Slide 34 - Woordweb

Huiswerk en Leerdoelen
-Je kunt de onderdelen waaruit virussen zijn opgebouwd benoemen.
- Je kunt uitleggen hoe vaccins werken.

Slide 35 - Tekstslide