Theoriequiz TW 4

• NE
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Theoriequiz 

Plot26 Schrijven 1

en

Literaire begrippen

Wat hoort NIET in het rijtje van belangrijke kenmerken van een goede tekst?

1. goede inhoud
2. goede opbouw
3. leuk onderwerp
4. goede spelling

Welke bewering is ONjuist?
Met feedback . . .

1. reageer je op iemands werk of gedrag
2. kun je jezelf verbeteren
3. kun je jezelf en een ander helpen
4. wil je een ander kritiek geven en afkraken

Wanneer is een spelfout het ergst?

1. in een boodschappenbriefje
2. in een brief aan je oma
3. in een aantekening voor jezelf
4. in een appje aan een vriendin

Welke onderdelen zijn NIET belangrijk bij het schrijven van een e-mail?

1. opbouw: inleiding, midden, slot + alinea's
2. taal, spelling en inhoud
3. onderwerp, aanhef en afzender
4. lay-out (plaatjes, foto's, kader, tabel, etc.)

In welke zin zie je een fout?

1. Mevrouw Peters, heb je mijn mail gelezen?
2. De leerlingen waren goed aan het werk.
3. In juli begint de zomervakantie.
4. Ik ben al begonnen met leren voor de toets.

Wat voor SOORT fout zag je bij de vorige vraag?

1. een spelfout
2. een taalfout
3. een fout in de 'toon'
4. fout leesteken

In welke zin zie je een fout?

1. Om die grap lachte ik me kapot.
2. Ik bestede veel tijd aan mijn huiswerk.
3. In de vakantie ga ik lekker veel lezen.
4. Wat heb ik een hekel aan regen!

Hoe zeg je tegen je docent dat je je huiswerk niet hebt gemaakt?

1. Wollah, ik had geen zin in m'n huiswerk.
2. Faber, ik heb m'n huiswerk niet gemaakt.
3. Mevrouw Faber, helaas had ik geen tijd voor mijn huiswerk.
4. Geachte mevrouw, m'n huiswerk is niet in orde.

Met welk begrip heeft de vorige vraag te maken?

1. toon
2. zinsbouw
3. spelling
4. inhoud

En nu vragen over fictie . . . 

Bij welk perspectief kun je het beste meeleven met de hoofdpersoon?

1. ik-perspectief
2. alwetende verteller
3. personale verteller
4. Dit is bij elk perspectief hetzelfde.

Bij welk perspectief past de volgende zin het beste? 'Later zou blijken dat dit een belangrijk moment was.'

1. personale verteller
2. ik-perspectief
3. De zin past bij elk perspectief.
4. alwetende verteller

Hoe noemen we verhalen die echt gebeurd zijn?

1. non-fictie
2. fictie
3. realistische fictie
4. autobiografie

Het literaire begrip 'ruimte' betekent:

1. Alles wat te maken heeft met de sfeer in een verhaal.
2. De plaats waar een verhaal zich afspeelt.
3. Een beschrijving van het weer.
4. Enge geluiden.

Welk begrip heeft NIET te maken met spanning in een verhaal?

1. open plek
2. cliffhanger
3. een donker bos
4. chronologische volgorde

Als je niet precies weet hoe een verhaal afloopt, noem je dit . . .

1. een open einde
2. een cliffhanger
3. een open plek
4. een onverwachte wending

Denk na over je eigen boek 

Vul de titel in van je boek

Door wie is jouw boek geschreven?

Wat is het genre van jouw boek?

1. thriller, detective
2. historische roman
3. liefde of realistische fictie
4. fantasy of science-fiction

Wat vind je van het door jouw gelezen boek?

1. Leuk, maar ik zou het niet aanraden.
2. Top, ik zou het iedereen aanraden om te lezen.
3. Ik vond het een saai boek.
4. Het boek was te moeilijk voor mij.

Wat ontbreekt bij jouw beoordeling (vorige dia)?

1. beoordelingswoorden
2. argumenten bij je mening

Heeft je boek een open of gesloten einde?

1. open einde
2. gesloten einde

Voor welk perspectief heeft de schrijver van jouw boek gekozen?

1. ik-perspectief
2. personale verteller
3. alwetende verteller
4. meervoudig perspectief

Vertel in een paar zinnen waar jouw boek over gaat.

Succes met leren !!!