H6.1 Soorten Verdeling en 6.2 Normale verdeling

H6.1 Soorten verdelingen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H6.1 Soorten verdelingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke centrummaten gebruiken we?
A
Frequentiepolygoon en relatieve cumulatieve frequentiepolygoon
B
Grootste, kleinste en middelste waarnemingsgetal
C
Modus, Mediaan en Gemiddelde
D
Histogram, boxplot en frequentieverdeling

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van 12 ballen is het gewicht (gram) bepaald en op een volgorde gezet: 50-50-56-60-60-60-80- 80-80-90-90-96

Gemiddelde, mediaan (Q1/Q2/Q3) ,modus, spreidingsbreedte ?
A
gemiddelde : 71 mediaan: 58/70/85. modus: -- spreidingsbreedte: 46
B
gemiddelde : 71 mediaan: 60/70/85 modus: 80 spreidingsbreedte: 70
C
gemiddelde : 73 mediaan: 60 en 80 modus: 60 spreidingsbreedte: 46
D
gemiddelde : 71 mediaan: 60 modus: 60 spreidingsbreedte: 70

Slide 3 - Quizvraag

standaard -afwijking : 15,96
Van 12 ballen is het gewicht (gram) bepaald en op een volgorde gezet: 50-50-56-60-60-60-80- 80-80-90-90-96

standaard afwijking?
A
15
B
15,96
C
16
D
17

Slide 4 - Quizvraag

standaard -afwijking : 15,96
Van 12 ballen is het gewicht (gram) bepaald en op een volgorde gezet: 50-50-56-60-60-60-80- 80-80-90-90-96
standaard afwijking? (twee decimaal)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Frequentieverdeling
met een Histogram b.v.: 
  • symmetrische 
  • meer-toppige
  • rechts-scheve
  • links-scheve 
  • uniforme
Frequentieverdeling  
met een Verdelingskromme
= globale schets v/e freq.verd.

Hoe zet je die om naar een
- boxplot
- relatieve cumulatieve
   frequentie beschrijft

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Histogram      Freq. polygoon

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentiepolygoon

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Relatieve) cumulatieve frequenties

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Relatief) cumulatief frequentiepolygoon

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

soorten verdelingen
gelijke modus
en mediaan
   (evenveel 
    waardes)
spreiding is groter
gemiddelde is hoger
standaardafwijking is groter

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten verdelingen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

6.2. De normale verdeling
Je leert in dit onderwerp:
  • Opfrissen: Wat is een relatieve cumulatieve frequentie?
  • Hoe zet je een histogram om naar normale verdeling (verdelingskromme) naar een boxplot of naar een kromme die cumulatieve frequentie (polygoon) beschrijft ?
  • De normale verdeling te herkennen en te typeren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vuistregels

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een normale verdeling:
μ=p
Gemiddelde:
Steekproefomvang:
n
Standaarddeviatie:
σ=np(1p)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je:
- cumulatieve relatieve frequentiepolygoon
- een passend boxplot 

Zoek voor de boxplot de vijf getallen om de frequentieverdeling samen te vatten: spreidingsminimum:   15 
 Q1 :   28     
 Q2:   32 (mediaan)
Q3:    45             
spreidingsmaximum:  50
boxplot
Freq.polygoon        Boxplot

Slide 20 - Tekstslide

Q1 = 
Vuistregels

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een machine vult precies 500 ml netto per melkpak.  Controle: 150 pakken.
Gemiddelde inhoud μ = 500 ml.
Standaardafwijking σ = +/- 12 ml is.
Plan van aanpak:
1. Schets een normaalkromme v/d 150 pakken
a. mediaan = 500    
b. spreidingsgebied 
c. indelen: 2,5%/13,5%/34%/34%/13,5%/2,5%
Bereken hoeveel pakken...
a inhoud < 500 ml    =  μ
50% van 150 = 75 pakken
b inhoud > 512 ml    = μ +12
(13,5%  + 2,5%) van 150  = 24 pakken  
c 488<μ -12 inhoud μ +12 < 512 ml
   (34% + 34%) van 150 = 102 pakken

hieraan moet je schets voldoen:
34%
34%
13,5%
13,5%
2,5%
2,5%

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies