Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4 break-even jam1b
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Bedrijfseconomie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 5
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welk antwoord klopt niet?
A
De break-evenafzet is 350
B
De break-evenomzet is € 210.000,-
C
De constante kosten zijn € 210.000,-
D
De break-evenomzet is € 350.000,-
Slide 15 - Quizvraag
Een importeur van auto's heeft voor een bepaald merk auto een
veiligheidsmarge berekend. Uit de berekening komt een marge van 5%.
Wat betekent dit?
A
Dat de omzet met 5% moet stijgen om uit de verlieszone te komen.
B
Dat de omzet met 5% kan dalen voordat de verlieszone bereikt is.
C
Dat de afzet met 5% moet toenemen om het break-evenpoint te zijn.
Slide 16 - Quizvraag
De formule voor de break-even afzet is:
A
constante kosten / (inkoopprijs - variabele kosten)
B
variabele kosten / (inkoopprijs - variabele kosten)
C
constante kosten / (verkoopprijs - variabele kosten)
D
constante kosten / variabele kosten
Slide 17 - Quizvraag
Op het break even punt ….
A
Zijn de IWO en de omzet aan elkaar gelijk
B
Zijn de kosten en de winst aan elkaar gelijk
C
Zijn de dekkingsbijdrage en de constante kosten aan elkaar gelijk
D
Zijn de nettowinst en de constante kosten aan elkaar gelijk
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de break-even
afzet bij deze afbeelding?
A
100 stuks
B
50.000 stuks
C
175 stuks
D
55.000 stuks
Slide 19 - Quizvraag
Hoe bereken je de break-even omzet?
A
Break-even-afzet x verkoopprijs
B
Totale constante kosten/ variabele kosten
Slide 20 - Quizvraag
Bij de break even omzet …
A
Zijn de constante kosten hoger dan de dekkingsbijdrage
B
Zijn de constante kosten lager dan de dekkingsbijdrage
C
Zijn de constante kosten gelijk aan de dekkingsbijdrage
D
Zijn de variabele kosten gelijk aan de constante kosten
Slide 21 - Quizvraag
Het kenmerkende verschil tussen variabele en vaste kosten heeft te maken met:
timer
0:30
A
de afzet
B
de omzet
C
de klanten
D
het break-even punt
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de break-even afzet?
A
5.000
B
50.000
C
2.500.000
D
5.000.000
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
March 2025
-
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3.1 Wat zijn de kosten?
January 2019
-
60 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Leerjaar 4 Economie Hst 3 les 2
September 2022
-
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.2 Hoeveel levert het op?
October 2018
-
44 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.1 Wat kost het?
December 2018
-
41 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
H4 wonen en verzekeren
July 2025
-
27 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
5H - Eenmanszaak - Herhaling
10 days ago
-
30 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
-
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld