4.1 van alles verzekerd pincode 3tl

4.1  Van alles verzekerd?
3 VMBO-TL
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1  Van alles verzekerd?
3 VMBO-TL

Slide 1 - Tekstslide

Filmpje bekijken
Tijdens het kijken van het filmpje schrijf je de volgens jouw 3 belangrijkste begrippen op. Straks komen we hier op terug na het bekijken van het filmpje. 
https://www.youtube.com/watch?v=YmkdI8cmiN0


Slide 2 - Tekstslide

Wat waren volgens jouw de 3 belangrijkste begrippen in het filmpje?

Slide 3 - Woordweb

Waarom verzekeren mensen zich?

Slide 4 - Open vraag

Je kan alleen een onzeker voorval verzekeren

Een onzeker voorval is een gebeurtenis waarvan je niet weet wanneer en of die ooit zal plaatsvinden. 

Slide 5 - Tekstslide

Een ander woord voor een verzekeringsovereenkomst is:
A
Polis
B
Eigen risico
C
Verzekering
D
Premie

Slide 6 - Quizvraag

Waarom betaal je premie voor je verzekering?

Slide 7 - Open vraag

Waarin staan de rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar?
A
Eigen risico
B
Polisvoorwaarden
C
Polis
D
Premie

Slide 8 - Quizvraag

Wat is eigen risico?

Slide 9 - Open vraag

Het kan iedereen overkomen je veroorzaakt perongeluk schade bij iemand anders. 
Daarom heeft bijna iedereen een AVP (aansprakelijkheidverzekering voor particulieren). 

Totdat jullie 16 zijn zijn jullie ouders voor jullie aansprakelijk. 

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen
Verzekeringskosten zijn vaak niet alleen de premie. Maar je betaald ook poliskosten en assurantiebelasting. Op dit moment is dat 21% over de premie en de poliskosten. 

Verzekeringskosten= (premie + poliskosten) + assurantiebelasting over premie & poliskosten

Slide 11 - Tekstslide

De premie van een verzekering is € 65 en de poliskosten zijn € 5. Bereken de assurantiebelasting hierover (21%)
A
€ 15
B
€ 15,70
C
€ 14,70
D
€ 16

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag
Jullie maken 4.1 is het niet af? Huiswerk.
Je overlegt zachtjes alleen met je buurman/buurvrouw.
Heb je een vraag steek je vinger op. 

Slide 13 - Tekstslide

Geef de 3 belangrijkste begrippen van deze les volgens jou.

Slide 14 - Woordweb