2.4 Aardappeltechnolgie en 2.4 Betaald en onbetaald werk

Wat gaan we doen vandaag?
  • herhaling paragraaf 2.3 (5 min)
  • behandelen  paragraaf 2.4 (15 min) 
  • nakijken opdrachten 2.3 ( 10 min)
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  • herhaling paragraaf 2.3 (5 min)
  • behandelen  paragraaf 2.4 (15 min) 
  • nakijken opdrachten 2.3 ( 10 min)
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 1 - Tekstslide

Economie 

H2 §4
K: Aardappeltechnologie
B: Betaald en onbetaald werk

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn voordelen van arbeidsverdeling?

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn voordelen van arbeidsverdeling?
- Groei van de productie bij de bedrijven
- Groei van de inkomens in een land
- Meer welvaart

Slide 5 - Tekstslide

Ik heb een moestuintje met aardappelen, sla en aardbeien. Nick is gek op aardbeien en wil mijn aardbeien in ruil voor een wasbeurt van mijn auto. Is bij deze handeling sprake van zelfvoorziening?

Slide 6 - Tekstslide

Ik heb een moestuintje met aardappelen, sla en aardbeien. Nick is gek op aardbeien en wil mijn aardbeien in ruil voor een wasbeurt van mijn auto. Is bij deze handeling sprake van zelfvoorziening?
Mijn moestuin is zelfvoorziening, wanneer er geen sprake is van ruil of verkoop. Hier is sprake van ruil, dus nee er is geen sprake van zelfvoorziening

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer daalt de arbeidsproductiviteit?

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer daalt de arbeidsproductiviteit?
De formule was hiervoor Productie : arbeidsuren/personeel

  1. De productie daalt en aantal arbeidsuren/personeel gelijk blijft
  2. De productie blijft gelijk en het aantal arbeidsuren stijgt
  3. De productie sneller daalt dan het aantal arbeidsuren             

Slide 9 - Tekstslide

Kader

Slide 10 - Tekstslide

§4 Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wat innovatie is
- Ik kan een gemiddelde uitrekenen

Slide 11 - Tekstslide

Innovatie

De ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe manier van produceren noemen wij innovatie.


Slide 12 - Tekstslide

Innovatie gericht op producenten (bedrijven)

Betere en snellere machines


Levert meer winst op door lagere kosten voor producent
Innovatie gericht op consumenten (klanten)

Verbetering van het eindproduct


Levert meer vraag naar het product op en zorgt voor hogere omzet

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van innovatie
- Arbeidsomstandigheden veranderen ( bijv Werken op afstand)
- Bedrijven verhogen hun winst
door verkoop meer producten of hogere arbeidsproductiviteit
- De werkgelegenheid kan hierdoor stijgen

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld product innovaties
Mobiele telefoon / smartphone;
Koffiezetapparaat / Senseo;
Benzine, - dieselauto's / Elektrische auto’s

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden proces innovaties
- Robots worden gebruikt in de auto-industrie;
- Levering van uw pakketten met drones (momenteel getest door grote bedrijven zoals Uber en PostNL);
- Automatisering /mechanisering

Slide 16 - Tekstslide

 Marktonderzoek  

Doe je om te kijken of je product wel aansluit bij de behoeften van je klant
  • desk research: internet, CBS
  • field research: interview, observatie, enquete

Slide 17 - Tekstslide

voor allemaal belangrijk

Slide 18 - Tekstslide

Gemiddelde berekenen
Gemiddelde = het totaal ÷ het aantal

Slide 19 - Tekstslide

Handig rekenen!
= je mag nullen wegstrepen bij delen. Handig bij miljarden en miljoenen in de opgave!

Het totale inkomen van land A is 1080 miljard. Er zijn 142 miljoen inwoners. Wat is het gemiddelde inkomen van een inwoner?
  • 1080 miljard : 142 miljoen =

1080 000 000 000    :  142000 000
  • 1080000 : 142 = € 7606


36,4 miljard : 7,5 miljoen

36 400 000 000 : 7 500 000

364000 : 75 = €4853

Slide 20 - Tekstslide

In een land wonen 331 miljoen inwoners. Zij verdienen samen 20.544 miljard dollars. Wat is het gemiddelde inkomen?

20.544.000.000.000 : 331.000.000 =
Aan beide kanten evenveel nullen wegstrepen
20.544.000 : 331 = 62.066,47

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken
KB 4
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 4

  • Lees de theorie op bladzijde 54 t/m 55
  • Maak de opdrachten 1 t/m 11

Slide 22 - Tekstslide

Basis

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4
Ik kan uitleggen wat de voordelen en nadelen zijn van betaald werk


Slide 24 - Tekstslide

Arbeidsmotieven, de redenen om te werken

- nuttig zijn

- zinvol bezig

- contacten met anderen

- geld verdienen

Slide 25 - Tekstslide

Landbouw, visserij, mijnbouw
Landbouw, visserij, mijnbouw
primaire sector

producten worden uit de natuur gehaald
bijv: Visserijbedrijf, mijnbouwbedrijven, boerenbedrijven
Betaald of onbetaald werk
Onbetaald: thuis (huishouden) of buitenshuis (vrijwilligerswerk)

Betaald werk: in loondienst (vast of tijdelijk, uitzendbureau) of eigen onderneming (freelancers, zelfstandigen zonder personeel zzp'ers)

Slide 26 - Tekstslide

Arbowet 
Voor de arbeidsomstandigheden zijn er regels gemaakt door de overheid en die staan in de Arbowet.

Slide 27 - Tekstslide

Arbowet
In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

opdrachten bespreken

Slide 30 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 31 - Tekstslide

Zelfstandig werken
KB 4
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 4

  • Lees de theorie op bladzijde 54 t/m 55
  • Maak de opdrachten 1 t/m 11
BB 4
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 4
  • Lees de theorie op bladzijde 46 t/m 49
  • Maak de opdrachten 1 t/m 27

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 33 - Tekstslide