Lesson 2 - "moeten"

Year 3 Task 2
Dutch dos and don'ts
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Year 3 Task 2
Dutch dos and don'ts

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Today's planning

Task 2: what, how and with what purpose?
Language element: grammar
Practicing with the new language element.
Using the new language element in your presentation.
Discussing final task 1.

Slide 3 - Tekstslide

Lesson goals and learning aims
I can explain what the purpose of task 2 is. 

I can give advice in English, using different words for the Dutch word "moeten". 

I can use different words for "moeten" in my presentation on Dutch customs.

Slide 4 - Tekstslide

Task 2 

Slide 5 - Tekstslide

Groups and topics 
Groups of 3/4
Please also write down two topics you'd like to work with. 

Slide 6 - Tekstslide

What do you need to do for task 3?

Slide 7 - Open vraag

Give as many details about the presentation as you remember.

Slide 8 - Open vraag

What is the purpose of task 2?

Slide 9 - Open vraag

Language elements
On the next slide I will ask you which language elements you will need to complete task 2. 

In other words: what do you need to learn (be able to do) to give advice to an expat on how to behave in the Netherlands?

Slide 10 - Tekstslide

Language elements:
giving advice

Slide 11 - Woordweb

words for "(zou) moeten"

Slide 12 - Woordweb

vertaal de volgende zin:
Ik moet om tien uur thuis zijn van mijn moeder.

Slide 13 - Open vraag

vertaal de volgende zin:
Ik hoef vandaag niet naar school.

Slide 14 - Open vraag

vertaal de volgende zin:
Je moet jouw paspoort meenemen om te stemmen.

Slide 15 - Open vraag

recap
- have to: iets (van iemand) moeten. 
- don't have to: hoeft niet.

- must: verplicht zijn / noodzakelijk
- mustn't: verboden / slecht idee

Slide 16 - Tekstslide

Raad iemand (in het Engels) aan om op tijd te zijn bij een afspraak.

Slide 17 - Open vraag

Raad iemand af om een tompuce te eten met een vork.

Slide 18 - Open vraag

Zeg in het Engels dat je de kat nog eten moet geven voordat je gaat.

Slide 19 - Open vraag

recap
- should: zou moeten / sterk aangeraden
- shouldn't: zou niet moeten / afgeraden

- need to: het is nodig om dit te doen

Slide 20 - Tekstslide

Let's practise
In class: work on the exercises I will hand out. 

Online: please go to the Studiewijzer to download the exercises.

Work on exercises A + B. We will discuss the exercises after 15 minutes. 
Done? Practise some more online. 
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Using this new knowledge
Come up with 2 sentences you could use in your presentation.

Write the sentences on the next slide.

You'll have 5 minutes.  

Slide 23 - Tekstslide

Work on your presentation
Find your group and make a start on your presentation.

Slide 24 - Tekstslide

Discussing final
You could get 30 points. 

10 for structure.
10 for content.
10 for language. 

Grade = points/3

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video