MAW 3.2 - macht

Welke vorm van kapitaal krijgen de katten mee?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welke vorm van kapitaal krijgen de katten mee?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten of open samenleving?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2: Macht & 3.4: gezag 
  • Je kent het kernconcept macht en kunt het toepassen in een vreemde context 
  • Je kunt de vier verschillende machtsbronnen benoemen en uitleggen wanneer je met welke te maken hebt 
  • Je kent het verschil tussen formele en informele macht 
  • Je kunt uitleggen wat het dilemma van de collectieve actie inhoudt.
  • Je kent het kernconcept gezag. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de mogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik het kernconcept macht in je antwoord. 
Pas de verschillende delen toe:
  • Hulpbronnen ingezet (welke dan) om doelstelling te behalen (welke doelstelling).
  • Handelingsvermogen van anderen
 te beperken (kleiner maken)
 of te vergroten (groter maken)
 en hoe dan? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier machtsbronnen
  1. Affectieve machtsbronnen: gevoel en emoties, charisma
  2. Cognitieve machtsbronnen: kennis
  3. Economische machtsbronnen: geld en bezittingen
  4. Politieke machtsbronnen: politieke machtsdragers, zoals wetten en militaire middelen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsbronnen
Een rechter gebruikt twee soorten machtsbronnen. Welke twee?
Leg je antwoord uit!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele en formele macht
  • Formele macht is vastgelegd in regels of wetten
  • Informele macht is niet officieel vastgelegd, iemand heeft macht door bepaalde vaardigheden, kennis of charisma.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini onderzoek: macht
  • In duo's.
  • Kies drie mensen met macht.

  • Gebruik het kernconcept macht om uit te leggen dat deze mensen macht hebben.
  • Leg uit welke machtsbron(nen) ze hebben.
  • Omschrijf of de macht formeel of informeel is


timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen
Soms is macht nodig om een collectief goed te realiseren. 
Samenwerken om een goed te bereiken waar iedereen baat bij heeft
Bijv. schoon drinkwater, infrastructuur, openbare orde en veiligheid.

Kenmerken van collectieve goederen:
 1. Iedereen draagt bij 
 2. Iedereen kan evenveel profiteren van het collectieve goed
 3. Non-exclusief (niemand kan worden uitgesloten)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het dilemma van collectieve actie
  • Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren is dat collectieve actie


  • Mensen kunnen profiteren van collectieve actie, zonder mee te werken
  • Dit zijn free riders

Slide 12 - Tekstslide

pagina 55
Gezag: macht die als legitiem wordt gezien

Iemand kan zijn gezag ontlenen aan verschillende bronnen:
Kwaliteiten
Functie
Prestaties

Politici streven naar gezag: dan wordt hun positie sterker 

Slide 13 - Tekstslide


pagina 56
Aan de slag!
Lees paragrafen 3.2 en 3.3 door. 
Maak opdrachten: 
3.2: opdrachten 6, 7 en 9
3.3: opdrachten 11 en 13

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies