11.6 Dissimilatie

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

M. de Koning-Tijssen promoveerde op hyperekplexia. Deze aandoening berust op een niet X-chromosomaal dominant gen (B). Iemand met deze aandoening verstijft bij schrik enige ogenblikken volkomen. De spieren van armen en/of benen blijven bij schrik te lang gespannen.
Een man met hyperekplexia en een vrouw zonder die aandoening krijgen een gezond kind.

Wat is het genotype van de moeder?
En wat is het genotype van de vader?

Slide 2 - Open vraag

Waaruit blijkt dat FA in de familie van Eileen niet X-chromosomaal
recessief overerft?
A
Eileens moeder heeft geen FA
B
Eileens vader heeft geen FA
C
Eileens broer heeft geen FA
D
Eileens opa aan moeders kant heeft geen FA.

Slide 3 - Quizvraag

Stofwisseling + planten
H11 + H14

Slide 4 - Tekstslide

Enzymen behoren tot (R)
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Aminozuren
D
Sachariden

Slide 5 - Quizvraag

Welke twee soorten reacties kunnen enzymen doen? (R)

Slide 6 - Open vraag

Enzymen
Assimilatie = de stapsgewijze opbouw van grote complexe moleculen uit eenvoudige moleculen
Energie is nodig bij assimilatie


Dissimilatie = de stapsgewijze afbraak van grote complexe moleculen in eenvoudige moleculen
Energie komt vrij bij dissimilatie

Slide 7 - Tekstslide

Bij dissimilatie komt energie vrij. Deze kan gebruikt worden door de cel.
a. welke energievorm wordt hier bedoelt?
b. welk molecuul kan gemaakt worden met deze energie?

Slide 8 - Open vraag

Welke is juist?
A
ATP wordt omgezet in ADP + P. Dit kost energie
B
ATP wordt omgezet in ADP + P. Dit geeft energie
C
ADP + P wordt omgezet in ATP. Dit kost energie
D
ADP + P wordt omgezet in ATP. Dit levert energie

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Dissimilatie kan op twee manier gebeuren 


Aeroob = met zuurstof
Anaeroob = zonder zuurstof

Slide 11 - Tekstslide

11.6 leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de aerobe dissimilatie van glucose werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe de anaerobe dissimilatie van glucose werkt.
  • Je kunt voorbeelden noemen van de verschillende vormen van anaerobe dissimilatie.
  • Je kunt uitleggen hoe vetten en eiwitten worden gedissimileerd.

Slide 12 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie
Aerobe dissimilatie wordt ook wel verbranding genoemd

Favoriete brandstof
van je lichaam = glucose (deze les)


Andere bronnen zijn polysachariden, eiwitten en vetten (volgende les)

Slide 13 - Tekstslide

Glucose is de favoriete brandstof voor verbranding. Glucose is een....
A
Eiwit
B
Aminozuur
C
Koolhydraat
D
Sacharide

Slide 14 - Quizvraag

In welk celorganel gebeurt de aerobe dissimilatie van glucose?

Slide 15 - Open vraag

Aerobe dissimilatie
Bij dit proces komen warmte-energie, chemische energie (ATP), H2O en CO2 vrij.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Stap 1 - glycolyse
  • Glucose wordt doormidden gesplitst in 2 moleculen pyrodruivenzuur (in stapjes, bij ieder stapje een enzym)

  • Deze stap kan zonder zuurstof

  • In het cytoplasma, net buiten de mitochondria.

  • Hierbij komt genoeg energie vrij om 2 moleculen ATP te vormen.

Slide 18 - Tekstslide

Stap 2&3 - in mitochondrium
  • De twee pyrodruivenzuren moleculen worden verder afgebroken

  • Hierbij komt genoeg energie vrij om 36 moleculen ATP te vormen.

  • Ook worden er hier 6 CO2 en 6 H2O moleculen gevormd

  • Deze stap moet met zuurstof

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk binas tabel 68A. Waar vindt de glycolyse plaats (stap 1)?

Slide 20 - Open vraag

Hoeveel ATP wordt er gevormd in enkel het mitochondrium bij de aerobe dissimilatie van glucose?
A
2
B
34
C
36
D
38

Slide 21 - Quizvraag

Maak de reactie kloppend met behulp van je binas
Vul op de stippellijntjes de juiste getallen in.

.... zuurstof + .... glucose + .... ADP + .... P = ....water + ....koolstofdioxide + .... ATP

Slide 22 - Open vraag

a. Hoe komt je lichaam aan het zuurstof?
b. Hoe komt je lichaam aan de glucose?
C. Wat doet je lichaam met de gevormde koolstofdioxide?
D. Wat doet je lichaam met het gevormde water?

Slide 23 - Open vraag

Huiswerk voor donderdag
Toetsvragen 3.4 en 3.6

Maak een samenvatting van 11.6
    Kopjes: 'dissimilatie' & aerobe dissimilatie van glucose

Let op. Vrijdagnacht is deadline PO gedrag






Slide 24 - Tekstslide