Engels les 2, het weer, dieren

  • Holidays, 
  • Seasons, 
  • The weather

Today we are talking about
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

  • Holidays, 
  • Seasons, 
  • The weather

Today we are talking about

Slide 1 - Tekstslide

table activity: students write down words they associate with holidays, seasons and weather

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

How 's the weather today?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Day
Night
It's cloudy
It's raining
It's snowing
It's sunny
It's windy
It's dry
It's wet
It's foggy
Thunder and lightning
It's cold
It's hot
It's freezing
Weather forecast

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke Engelse woorden ken je al die te maken hebben met het weer? 
The weather

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

EXTREME WEATHER

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent cloudy?
A
bewolkt
B
mistig
C
zonnig
D
regenachtig

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent foggy?
A
bewolkt
B
mistig
C
zonnig
D
regenachtig

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je "zonnig" in het Engels?
A
Sonnie
B
Sunnie
C
Sonny
D
Sunny

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

See that lightning? Looks like a ... is coming.
A
rainstorm
B
sunrise
C
weather forecast
D
thunderstorm

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Match the words with the pictures
Words 'The weather'
Fog
Rainy
Sunny
Weather forecast
Hail

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5

6
forecast?
weather
Have 
the
you
checked

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let's do a roleplay

A: Hi, my name is....
B: Hello, I am....
A: How is the weather today?
B: It's sunny today
A: That sounds nice
B: Let's go play outside
A: That sounds like a great plan.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The four seasons
Wat zijn dat?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seasons 
Spring
Summer
Autumn
Winter

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which season do you prefer? Why?

Slide 18 - Tekstslide

Starter 3.4

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je favoriete seizoen?
Summer
Winter
Spring
Autumn

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

This is a picture of the season.....
A
Summer
B
Spring
C
Winter
D
Autumn

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the picture of the season.....
A
Winter
B
Spring
C
Autumn
D
Summer

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the picture of the season.....
A
Winter
B
Spring
C
Autumn
D
Summer

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Match the pictures to the correct seasons.
autumn / fall
spring
summer
winter

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

what season is it now?
A
spring
B
summer
C
autumn
D
winter

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What season is it in December in Australia?
A
winter
B
spring
C
summer
D
autumn

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In what month does the summer start?
A
June
B
July
C
May
D
August

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke Engelse woorden horen bij de zomer?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

The seasons
Winter
Lente
Zomer
Herfst
Winter
Summer
Autumn
Spring

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Holidays!!!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'holiday'?
A
feest
B
vakantie
C
werk
D
vrij

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Holiday vocabulary

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What's my dream holiday
A
Roadtrip
B
Beach vacation
C
City trip
D
Backpacking

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie
wat
waar
wanneer
We
went on holiday
to France
last summer

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

What kind of transport can you use to travel?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pen
Pencil
History
Class
Geography
Beach
Sea
Sand
Palm trees
Relax
Sun bed
Suncreme
Sun glasses
Calculator
Tests
Exercise
Homework
Study
Learning
Reading
Vocabulary
Holiday

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

A: Do you have plans this summer?
B: I would like to go to the beach?
A: In wich country?
B: I want to go to the beach in Spain
A: That sounds really good
B: Would you like to come with me?
A: Yes I would love that

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's try some difficult questions!

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je:
Ik wil niet zwemmen
A
I want not to swimming
B
I don't swimming
C
I don't want to swim
D
I like swimming

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:
"you are right"
A
Jij bent rechts
B
Je hebt gelijk
C
Je bent stom
D
Jij lacht schattig

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord sometimes?

A
vaak
B
soms
C
nooit
D
altijd

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:
"that's a pitty
A
Dat is een pitje
B
Het staat op een laag pitje
C
Dat is jammer
D
Ik ga koken

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent:
"write it down"
A
goed beneden
B
okay daar
C
schrijf het op
D
ik moet plassen

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pets
pets                             huisdieren
everything               alles
cute                            schattig
sell                              verkopen
Someone                 iemand
tonight                      vanavond

Would you like to take care of them?
Wil je voor hen zorgen?
Come and work for us!
kom voor ons werken

Try it again!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een Engelse zin met de twee woorden die naar voren komen in de spinners

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn "pets"?
A
Petjes
B
huisdieren
C
klappen
D
hoeden

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What kind of animal is a Rabbit?
A
hond
B
cavia
C
konijn
D
kat

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies