2.1 en 2.2 4 HAVO

H2 Wereldbeeld
Paragraaf 2.1
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H2 Wereldbeeld
Paragraaf 2.1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 2.1
- Je kunt manieren noemen waarop je welvaart en welzijn in de wereld kunt meten.
- Je kunt vier nadelen noemen van het gebruik van het bbp/hoofd om welvaart te meten. 
- Je kunt met voorbeelden het verschil uitleggen tussen regionale en sociale ongelijkheid

Slide 8 - Tekstslide

Centrum - periferie

Slide 9 - Tekstslide

Waarom verschil arm en rijk?
  • Falende overheid (corruptie, vriendjespolitiek)
  • Koloniaal verleden - rijke landen heersten over de arme landen
  • Via constructies belastingen ontlopen - arme landen missen dan inkomsten
  • Bescherming eigen bedrijven/markt door rijke landen - arme landen verkopen dan niks - verdienen dus geen geld
  • Arme landen verkopen vooral grondstoffen = goedkoop
  • In arme landen vaak (gewapende) conflicten - legt een economie lam

Slide 10 - Tekstslide

Meten van welvaart
1. BBP per hoofd van de bevolking
BBP = de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land in een jaar.

BBP per hoofd van de bevolking = BBP : aantal inwoners van het land.  

Slide 11 - Tekstslide

Meten van welvaart
2. Samenstelling beroepsbevolking
De verdeling van de mensen over de drie sectoren: primair (landbouw), secundair (industrie) en tertiair (diensten).

  • hoe rijker een land, des te groter de dienstensector en des te kleiner de landbouwsector is.
  • hoe armer een land, des te groter de landbouwsector en des te kleiner de dienstensector is. 

Slide 12 - Tekstslide

3. VN-ontwikkelingsindex
  • Ook wel Human Development index (HDi). 
  • Meet het welzijn op: inkomen, alfabetiseringsgraad (of analfabetisme), levensverwachting. 
  • Ook wordt vaak gekeken naar toegang tot schoon drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg, de voedselsituatie en beschikbaarheid telefoon/computer.

HDi is beter dan BBP per hoofd - het is een samengestelde index, dus het kijkt naar meerdere aspecten i.p.v. alleen het BBP per hoofd. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verband tussen welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking?

Slide 14 - Tekstslide

Vandaag: deel 2 en herhaling
Deel 2 van 2.1 + uitleg 2.2

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Nadeel BBP als maatstaf 
  1. BBP wordt vaak uitgedrukt in dollars en koersen kunnen wisselen. 
  2. Informele sector wordt niet meegenomen;
  3. De koopkracht (hoeveel kun je van een dollar kopen?) verschilt per land;
  4. BBP is een gemiddelde: het zegt niet over de verschillen tussen mensen (sociale ongelijkheid);
  5. BBP laat ook geen regionale ongelijkheid zien; 
  6. BBP zegt niets over levensomstandigheden.
Informele sector
Deel van de beroepen die niet officieel staan geregistreerd. Mensen die hierin werken staan niet als werkende bekend, betalen geen belasting en dragen zo niet bij tot het Bruto Nationaal Product.
Regionale ongelijkheid
Onrechtmatige verschillen in welvaart tussen gebieden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Nadeel BBP als maatstaf?

Slide 21 - Tekstslide

Nadeel BBP als maatstaf?

  1. Informele sector wordt niet meegenomen
  2. BBP is een gemiddelde: het zegt niet over de verschillen tussen mensen (sociale ongelijkheid);
  3. BBP laat ook geen regionale ongelijkheid zien; 
  4. BBP zegt niets over levensomstandigheden.
Informele sector
Deel van de beroepen die niet officieel staan geregistreerd. Mensen die hierin werken staan niet als werkende bekend, betalen geen belasting en dragen zo niet bij tot het Bruto Nationaal Product.
Regionale ongelijkheid
Onrechtmatige verschillen in welvaart tussen gebieden.

Slide 22 - Tekstslide

Regionale verschillen?
Wil je regionale verschillen beter zien, dan moet je 'inzoomen', dus veranderen van schaalniveau. Van mondiaal (wereld) naar continentaal, nationaal,regionaal of lokaal

Slide 23 - Tekstslide

Verband welvaart-beroepsbevolking?
Regel: hoe armer het land, hoe groter het aandeel van de primaire sector in de beroepsbevolking.

Slide 24 - Tekstslide

Controle van begrip
  1. Wat betekent BBP?
  2. Wat houdt het BBP in?
  3.  Welke nadelen kent het gebruik van het BBP om landen met elkaar te vergelijken?
  4. Welke  geografische dimensie is het BBP?
  5. Wat is betrouwbaarder: bruto binnenlands product of
    bruto regionaal product?

Slide 25 - Tekstslide

Getal van 0 tot 1. Hoe beter het welzijn, des te hoger het getal (1). Verband tussen welzijn en welvaart?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Maken opdrachten 2.1

Slide 28 - Tekstslide

H1 Wereldbeeld
Paragraaf 2.2

Slide 29 - Tekstslide

Patronen: bevolkingsspreiding

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen 2.2
Je kan de bevolkingsspreiding in de wereld globaal beschrijven en verklaren.
Je kan verklaren waarom het patroon van de bevolkingsspreiding op de wereldkaart voortdurend verandert.
Je kan verschillende type migranten noemen en verklaren waarom zij migreren.

Slide 31 - Tekstslide

In welke gebieden is de bevolkingsdichtheid erg hoog?

Slide 32 - Open vraag

Wisselen van schaalniveau brengt inzicht in verschillen
Leg uit welke verschillen zichtbaar worden.

Slide 33 - Tekstslide

Hoge bevolkingsdichtheid
1. Natuurlijke reden - geschikt klimaat, vruchtbare bodem, beschikbaarheid van water, niet te veel reliëf.
2. Ligging - centraal gelegen, gunstige ligging voor handel enz.
3. Koloniale verleden - hierdoor hoge concentraties in kustgebieden in voormalige koloniën

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken van 2.1 : 1+2+4
Maken van 2.2: 1+2+3

Slide 35 - Tekstslide