hv1 9.1 t/m 9.3

Programma

Leerdoelen


Aan de slag

Afsluiten


Programma      6 april

  • Start
  • Lesdoelen
  • Terugblik 
  • Aan de slag: 9.1, 9.2 en 9.3
  • Afsluiting
 Formule
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Programma

Leerdoelen


Aan de slag

Afsluiten


Programma      6 april

  • Start
  • Lesdoelen
  • Terugblik 
  • Aan de slag: 9.1, 9.2 en 9.3
  • Afsluiting
 Formule

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..


.. kun je een formule korter opschrijven (variabele i.p.v. woorden).

.. kun je werken met formule.

.. kun je een formule vereenvoudigen.







Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Theorie bij paragraaf 9.1, 9.2 en 9.3

Slide 3 - Tekstslide

VK  Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes
  2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 4 - Tekstslide

VK Grafiek tekenen bij een formule
Stappenplan
  1. Formule noteren
  2. Tabel tekenen
  3. Grafiek tekenen

  1. Assenstelsel tekenen
  2. Stapgrootte assen bepalen
  3. Assen benoemen
  4. Punten uit tabel in assenstelsel tekenen
  5. Punten met elkaar verbinden
  • Teken een tabel met potlood en geodriehoek.
  • Bovenste rij tabel is de horizontale as (x-as)
  • Onderste rij tabel de verticale as (y-as)

Slide 5 - Tekstslide

9.1 Formule maken
Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten

L = 5 + 0,20a 

L = 0,20a + 5
0,20a + 5 = L 
5 + 0,20a = L








Slide 6 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
Termen zijn de onderdelen van een plus- of minsom.

4x + 5x = 9x

5t - 2t = 3t



Slide 7 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
Een paar regels onder elkaar!

4a=4a
a=1a
4(a+2)=4(a+2)

Slide 8 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
Rekenen met variabelen. 

Berekening:

Herleiden:
Optelling van drie gelijke termen.
4+4+4=34=12
a+a+a=3a=3a
Vermenigvuldiging van twee factoren.

Slide 9 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

4a+2a=

Slide 10 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen


De letter (a) wordt ook wel variabele genoemd.


6a=6a

Slide 11 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

4a+2a=

Slide 12 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

4a+2a=a+a+a+a+a+a

Slide 13 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

4a+2a=a+a+a+a+a+a
4a+2a=6a

Slide 14 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
4a+2b=a+a+a+a+b+b

Slide 15 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen
4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 16 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen



Deze opgave kun je niet korter opschrijven. 


4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 17 - Tekstslide

9.3 Formule vereenvoudingen




Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 

4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 18 - Tekstslide

Korter schrijven

h=2x+2+10x+6
 
  

Slide 19 - Tekstslide

Korter schrijven

h=2x+2+10x+6
 
  

Slide 20 - Tekstslide

Korter schrijven

h=2x+2+10x+6
h=12x+8
  

Slide 21 - Tekstslide

Maak een foto van opgave 20abc uit je schrift. Upload de foto hieronder.

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag

Maak 9,12 t/m 23

Kijk je werk na en verbeter zo nodig!

Let op je notatie!



Klaar?

Extra oefening basis --> 1 t/m 6
Gemengde opgave (9.5) --> 33,38,

Extra oefening gemengd --> 1,2















timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting

Beantwoord de volgende drie vragen!

Slide 24 - Tekstslide

Noteer 2 dingen die je tijdens de les geleerd hebt

Slide 25 - Open vraag

Noteer 1 vraag die je nog wilt stellen.

Slide 26 - Open vraag


Uitleg van afgelopen lessen!

Slide 27 - Tekstslide

Formule maken
Algemene vorm lineaire formule

Verticale as = Begingetal +/- stapgrootte x Horizontale as 





Snijpunt met de verticale as (y-as).
+ stijgende lijn
- dalende lijn
Hoeveel komt er per stap bij of af?
Een stap is één!
Wat staat er bij de horizontale as (x-as)?
Wat staat er bij de verticale as (y-as)? Wat wil je berekenen?

Slide 28 - Tekstslide

van grafiek naar formule


var. y-as = begingetal + of - stijggetal x var x-as
waar de grafiek door de y-as gaat
gaat de grafiek omhoog +
gaat de grafiek omlaag -
hoeveel neemt hij toe of af per één eenheid

Slide 29 - Tekstslide

van tabel naar formule


var onder=begingetal + of - stijggetal x var boven
het getal onder de 0
+ als het toeneemt
- als het afneemt
hoeveel het per 1 toe of afneemt

Slide 30 - Tekstslide