Kinderboekenweek 2025 groep 5-6 door IFFR

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilmeducatieBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

Deze filmlessen zijn een samenwerking tussen Kinderboekenweek, Kunstgebouw Filmhub-Zuid Holland, Cinekid, International Filmfestival Rotterdam, Taartrovers en IDFA. De filmlessen en de films worden gratis aangeboden en werden in deze les geïntegreerd, je hoeft dus nergens anders in te loggen. Deze les richt zich op groep 5 en 6 van het basisonderwijs. Lesduur: 30 min. (zonder doe-opdracht).

Instructies

Je vindt de instructies voor deze les in de notities onder elke slide. 

Let op: als je de les aan het geven bent en de notities aanklikt, kunnen de leerlingen die ook zien. Het is daarom handig als je de les eerst uitprint.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze filmlessen zijn een samenwerking tussen Kinderboekenweek, Kunstgebouw Filmhub-Zuid Holland, Cinekid, International Filmfestival Rotterdam, Taartrovers en IDFA. De filmlessen en de films worden gratis aangeboden.

Wat betekenen de iconen?
Opdracht
Vraag
Kijk
Informatie

Slide 2 - Tekstslide

Beste leerkracht, 

Het doel van deze lessen is om de leerlingen in aanraking te brengen met film zoals zij deze (waarschijnlijk) niet eerder zagen, erover te praten en goed te leren kijken.

Het filmprogramma bevat een korte film die verbonden is aan het Kinderboekenweek thema "Vol avontuur!". Je kunt deze les gebruiken om het thema in te leiden en daarna aan de slag te gaan met boeken. 

Heb je nog niet eerder met LessonUp gewerkt? Hieronder vind je aanvullende informatie:

LessonUp maakt gebruik van icoontjes, deze worden hotspots genoemd. Klik op de hotspots om deze te openen en de vragen, opdrachten en extra informatie zichtbaar te maken.

Tip: 'Sluit' de hotspot door er nogmaals op te klikken. Klik daarna pas op de volgende hotspot.

We kijken een korte film die past bij het thema van de Kinderboekenweek: 'Vol Avontuur!' en we en bespreken de film. 
Dit gaan we doen
We gaan samen vragen beantwoorden over de film.
We gaan op zoek naar avontuur in onze eigen omgeving.

Slide 3 - Tekstslide

Klik op de hotspots
Soms kan een stilstaand beeld in de film je al veel vertellen over de film! Laten we kijken naar verschillende filmstills.
Wat zie je op dit plaatje?
Wie is denk je de hoofdpersoon van het verhaal?
Wat denk je dat er gebeurt?

Slide 4 - Tekstslide

Context voor de leerkracht:
De leerling ervaart gevoelens en gedachten bij het kijken naar het plaatje en kan samen met de medeleerlingen en de leerkracht verkennen wat diegene ziet.

De leerling luistert aandachtig hoe andere leerlingen hun ervaring verwoorden en relateert deze aan het eigen taalgebruik.

Er zijn geen goede of foute antwoorden.

In gesprek met medeleerlingen kunnen de gedachten en emoties die opkomen gekoppeld worden aan wat diegene ziet en denkt.

Vertel de leerlingen:
Een filmstill is een stilstaand plaatje uit de film. Dit is een afbeelding uit de (animatie)film film 'The Girl With the Occupied Eyes' (Dat betekent 'het meisje met de bezette ogen' of 'het meisje met de vastgeplakte ogen'). Deze film gaan we later in de les in zijn geheel bekijken.

Hotspot 1 - weetje: Soms kan een stilstaand beeld in de film je al veel vertellen over de film! Laten we kijken naar verschillende filmstills.

Vraag 1: Wat zie je op dit plaatje?
(observeren)

Vraag 2: Wat denk je dat er gebeurt?
(interpreteren, fantaseren)

Hulpvragen: Waar zie je dat aan? Wie denkt daar anders over? Wat kunnen we nog meer ontdekken?

Vraag 3: Wie is denk je de hoofdpersoon van het verhaal?

Hulpvragen: Waar zie je dat aan?
Voorbeeld antwoord: het meisje met de telefoon, want iedereen kijkt naar haar.

Wat zie je op dit plaatje?
Wat denk je dat er gebeurt?

Slide 5 - Tekstslide

(Vervolg bespreken filmstills)

Vraag 1: Wat zie je op dit plaatje?
(observeren)

Vraag 2: Wat denk je dat er gebeurt?
(interpreteren, fantaseren)

Hulpvragen: Waar zie je dat aan? Wie denkt daar anders over? Wat kunnen we nog meer ontdekken?
Kijkvraag
Wie of wat komt het meisje onderweg allemaal tegen?
We gaan nu kijken naar de film The Girl With The Occupied Eyes. De film duurt 8 minuten. Na afloop bespreken we de film.

Slide 6 - Tekstslide

Vertel de leerlingen:

Hotspot: We gaan nu kijken naar de film The Girl With the Occupied Eyes.
De film duurt 8 minuten. Na afloop bespreken we de film.

Kijkvraag: Let er tijdens het kijken op: "Wie of wat komt het meisje onderweg allemaal tegen?"

Op de volgende pagina kun je de film aanzetten. Zorg voor een zo goed mogelijk kijkervaring voor de leerlingen:
  • Is het lokaal donker?
  • Staat het geluid aan?
Voeg hier de film toe

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je dat de film over gaat?
Kijkvraag
Wie of wat komt het meisje onderweg allemaal tegen?

Slide 8 - Tekstslide

Voor de leraar:
We gaan nu reflecteren op de film die de leerlingen net hebben gezien.

kijkvraag: Wie of wat kwam het meisje onderweg allemaal tegen?
(hebben de leerlingen onthouden welke personages en situaties het meisje tegenkwam?)

vraag 1: Waar denk je dat de film over gaat?
(interpreteren/ betekenis toekennen aan de beelden.)

Antwoord op de vragen:
De leerlingen praten over het verhaal op basis van hun observaties. Er is geen goed of fout antwoord. 

De leerkracht kan doorvragen met:
  • Waar zag je dat aan?
  • Wie denkt daar anders over?
  • Waarom is dat?
  • Heb je een vraag na het kijken van deze film?
  • Wat is je het meeste bijgebleven nadat je de film zag?
Wat is het kantelpunt in de film?
In de film was het meisje heel erg afgeleid door haar telefoon. Vind je dat herkenbaar?
Wanneer er in een verhaal iets belangrijks gebeurt, waardoor het verhaal ineens verandert en een andere kant op gaat, noemen we dat ook wel een kantelpunt.
Welk gevoel gaf de film je?

Slide 9 - Tekstslide

vraag: Welk gevoel gaf de film je?
(was het een zielige film? een grappige? een vrolijke? Ging de film zoals de leerling verwacht had?)

vraag: Vind je de situatie van het meisje herkenbaar?
(Herkent iemand zich in het afgeleide meisje? Bijvoorbeeld, dat je vergeet wat er om je heen gebeurt als je filmpjes kijkt op de IPAD? Of zien de leerlingen dit bij een ouder/verzorger/broer of zus en diens telefoon? Wat vinden de leerlingen daarvan?

Vertel de leerling (hotspot - weetje):
De film bestaat een beetje uit twee delen. Op een bepaald moment gebeurt er iets, waardoor het verhaal een andere kant op gaat. Er verandert iets. We noemen dat ook wel een kantelpunt.

vraag:
Wat is het kantelpunt in de film? 
(Kunnen de leerlingen het breken van de telefoon aanwijzen als kantelpunt in de film?)

Antwoord op de vragen:
De leerlingen praten over het verhaal op basis van hun observaties. Er is geen goed of fout antwoord. 

De leerkracht kan doorvragen met:
  • Waar zag je dat aan?
  • Wie denkt daar anders over?
  • Waarom is dat?
Opdracht: aandachtig kijken
Kijk goed naar het plaatje op de volgende slide. Wat zie je allemaal?

Slide 10 - Tekstslide

Korte doe-opdracht: aandachtig kijken en luisteren

Voor de docent:
In de film was het meisje erg afgeleid door haar telefoon, waardoor ze geen aandacht had voor de wereld om haar heen. De volgende opdracht speelt met de verdeling van aandacht en concentratie.

De opdracht:
  • Klik door naar de volgende slide 11) en vraag de leerlingen wat ze op de afbeelding zien.
  • Leidt de aandacht van de leerlingen af door te vragen of ze zich om willen draaien naar een klasgenoot/ groepje om met elkaar een avonturen-woordenslang te maken:
    Leerling 1 verzint een woord wat past bij het thema 'avontuur' (bijv: 'kamperen'). leerling 2 verzint een woord wat begint met de laatste letter van woord 1 ('nacht'), etc. Laat ze op deze manier in totaal 8 woorden verzinnen.
  • Klik terwijl de leerlingen bezig zijn ongemerkt door naar de volgende slide (12).
  • Haal de focus weer centraal.
  • Valt de leerlingen iets op? Heeft iemand gemerkt dat het beeld veranderd is, zonder dat je dat vertelt?
  • Vraag de leerlingen te kijken naar de afbeelding. Kunnen ze alle 5 de verschillen vinden?

Slide 11 - Tekstslide

Korte doe-opdracht: aandachtig kijken en luisteren

Herhaling van opdracht voor de docent:
  • Vraag de leerlingen wat ze op de afbeelding zien.
  • Leidt de aandacht van de leerlingen af door te vragen of ze zich om willen draaien naar een klasgenoot/ groepje en om met elkaar een avonturen-woordenslang te maken:
    Leerling 1 verzint een woord wat past bij het thema 'avontuur' (bijv: 'kamperen'). leerling 2 verzint een woord wat begint met de laatste letter van woord 1 ('nacht'), etc. Laat ze op deze manier in totaal 8 woorden verzinnen.
  • Klik terwijl de leerlingen bezig zijn ongemerkt door naar de volgende slide (12).
  • Haal de focus weer centraal.
  • Valt de leerlingen iets op? Heeft iemand gemerkt dat het beeld veranderd is?
  • Vraag de leerlingen te kijken naar de afbeelding. Kunnen ze alle 5 de verschillen vinden?

Slide 12 - Tekstslide

  • Haal de focus weer centraal.
  • Valt de leerlingen iets op? Heeft iemand gemerkt dat het beeld veranderd is?
  • Vraag de leerlingen te kijken naar de afbeelding. Kunnen ze alle 5 de verschillen vinden?
  • Op slide 13 vindt je alle verschillen omcirkeld. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft de afgelopen week een 'klein' avontuur beleefd? Wat was dat?
Stel je voor dat je morgen niet naar school hoeft, maar op avontuur mocht gaan. Wat zou je doen of waar zou je heen gaan?
Wie heeft de afgelopen week een 'groot' avontuur beleefd? Wat was dat?
Avontuur kan heel groot zijn (bijvoorbeeld een reis naar een plek waar je nog nooit geweest bent) of heel klein (bijvoorbeeld iets proeven dat je nog nooit gegeten hebt).

Slide 14 - Tekstslide

Nadenken over avonturen

Voor de docent:
Dit is een denk opdracht waarop leerlingen vrij kunnen antwoorden. Er is geen goed of fout antwoord. Dit is ter voorbereiding op de volgende slide met een doe-opdracht.

weetje: Avontuur kan heel groot zijn (bijvoorbeeld een reis naar een plek waar je nog nooit geweest bent) of heel klein (bijvoorbeeld iets proeven dat je nog nooit gegeten hebt).

vraag: Wie heeft de afgelopen week een 'groot' avontuur beleefd? Wat was dat?
(Kan de leerling er iets meer over vertellen? Vraag naar details: hoe rook het? Welke geuren waren er? Wie waren er nog meer op die plek? Met wie was de leerling tijdens dit avontuur? Hebben ze iets nieuws geleerd? )

vraag: Wie heeft de afgelopen week een 'klein' avontuur beleefd? Wat was dat? (Kan de leerling er iets meer over vertellen? Vraag naar details: hoe rook het? Welke geuren waren er? Wie waren er nog meer op die plek? Met wie was de leerling tijdens dit avontuur? Hebben ze iets nieuws geleerd? )

vraag: Stel je voor dat je morgen niet naar school hoeft, maar op avontuur mocht gaan. Wat zou je doen of waar zou je heen gaan?
(Waarom dit avontuur? Met wie?)
Op avontuur!
Bedenk een avontuur dat het meisje zou kunnen beleven. 

Probeer je avontuur zo levendig mogelijk te beschrijven, zodat als iemand je verhaal hoort of leest ze het goed voor zich kunnen zien.

Verwerk de elementen op deze slide in je verhaal.
Verwerk in je verhaal:

  • een plek: waar zou het avontuur plaatsvinden? Beschrijf de plek met minstens 3 details.
  • een personage: wie zou ze daar tegen kunnen komen?
    Beschrijf het personage met minstens drie details.
  • een geluid: wat zou je allemaal horen op die plek? Beschrijf minstens drie geluiden.
  • een geur: hoe zou het ruiken op die plek? 

Slide 15 - Tekstslide

Doe-opdracht

Voor de docent:
Bij het creëren van beeld en tekst komen er allerlei leerprocessen langs. Leerlingen ontwikkelen hun artistiek creatief vermogen en leren kritisch na te denken door zelf te maken. Ze raken geïnspireerd door de films die ze zien en hun eigen beleving. Ze leren de bestaande filmtaal te spreken en passen hun eigen beeldtaal toe.

De opdracht:
Bedenk een avontuur dat het meisje zou kunnen beleven. 

Probeer je avontuur zo levendig mogelijk te beschrijven, zodat als iemand je verhaal hoort of leest ze het goed voor zich kunnen zien.

Verwerk de elementen op deze slide in je verhaal:

Verwerk de volgende elementen in je verhaal:
  • een plek: waar zou het avontuur plaatsvinden?
    Beschrijf de plek met minstens 3 details.
  • een personage: wie zou ze daar tegen kunnen komen?
    Beschrijf het personage met minstens drie details.
  • een geluid: wat zou je allemaal horen op die plek?
    Beschrijf minstens drie geluiden.
  • een geur: hoe zou het ruiken op die plek? 
Geef de leerlingen 5-10 minuten voor het schrijven van hun verhaal.

Klik daarna door naar de volgende slide (17) om de resultaten te bespreken.

OPTIONEEL: Slide 17 bevat een tekenopdracht die voortbouwt op de verhalen van de leerlingen. Wil je deze niet doen, sla deze dan over en ga door naar slide 18 (de laatste slide).
Laten we samen kijken naar de resultaten van de doe-opdracht
Wat was je idee?

Slide 16 - Tekstslide

Bespreken van de doe-opdracht

Bespreek een aantal van de verhalen klassikaal na. Je kunt de leerlingen ook eerst in groepjes hun verhalen uit laten wisselen en daarna per groepje 1 verhaal klassikaal bespreken.

vraag: Wat was je idee? (Vraag de leerling diens verhaal voor te lezen)

De leerkracht kan doorvragen met:
  • Hoe kwam je op dit idee?
  • Is dit een 'groot' of een 'klein' avontuur?
  • Welke elementen vond je lastig om te bedenken?
  • Waar ben je trots op?
  • Wie zou dit avontuur ook willen beleven? Waarom wel/ niet?
  • Kan iemand nog andere geluiden of geuren verzinnen die passen bij dit avontuur?
  • Wie heeft er een avontuur bedacht dat hier op lijkt? Waarom lijkt het op elkaar? Wat zijn de verschillen?

Jouw avontuur in beeld!
De film die je net gezien hebt is gebaseerd op een prentenboek.
Doet de film je denken aan een prentenboek? Waarom wel/ niet?

Slide 17 - Tekstslide

Doe-opdracht vervolg (optioneel bij voldoende tijd)

Voor de docent:
Filmmakers maken constant keuzes: wat is er in beeld te zien? Hoe is dat in beeld te zien? En waarom? Door zelf een tekst naar beeld te vertalen, ervaren de leerlingen hoe het is om als filmmaker na te denken.

weetje: De film die je net gezien hebt is gebaseerd op een prentenboek.

vraag: Doet de film je denken aan een prentenboek? Waarom wel/ niet?

Voorbeeldantwoord: De tekenstijl is herkenbaar van prentenboeken. Het lijkt soms ook net alsof het ingekleurd wordt met waterverf tijdens het kijken, zoals op het plaatje van deze slide. 

opdracht: Maak een tekening bij een avontuur van een klasgenoot.
  • Geef elke leerling een verhaal van een klasgenoot.
  • Laat de leerlingen het verhaal lezen.
  • Iedereen maakt nu een illustratie bij het verhaal dat ze gekregen hebben.
  • De leerling kiest zelf of ze een personage, de plek, een detail of alles tekenen.
Bespreek de opdracht na:
  • Wat is er getekend? 
  • Waarom heeft de leerling er voor gekozen om juist dat onderdeel van het verhaal te tekenen.
  • Was de tekst zo geschreven dat ze meteen een beeld hadden of was er veel eigen fantasie voor nodig?
  • Waardoor kwam dat? Was er voldoende detail?
  • Komt de tekening overeen met hoe de schrijver van het avontuur het voor zich zag? Waarom wel/ niet?
VARIATIE: Vraag de leerlingen om per groepje 1 verhaal te kiezen. Iedere leerling in het groepje tekent iets bij dat verhaal.


Bedankt voor het meedoen aan de filmles!

Meer met film in de klas?
Kijk op filmeducatie.nl
of op https://iffr.com/nl/educatie

Slide 18 - Tekstslide

Bedankt voor het meedoen aan de filmles.

Voor meer aanbod van IFFR kun je terecht op (website).
Voor advies, feedback of maatwerk, kun je ook contact opnemen met (e-mail)

Andere films in het thema van de kinderboekenweek vind je op http://www.filmeducatie.nl.