Ontwikkelingspeil les 2

  • Ga alvast zitten volgens de       klassenopstelling!
  • Pak je schrift, opdrachtenboekje en basisboek alvast uit je tas.
  • Stop je telefoon in de telefoontas of je eigen tas




Welkom!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Ga alvast zitten volgens de       klassenopstelling!
  • Pak je schrift, opdrachtenboekje en basisboek alvast uit je tas.
  • Stop je telefoon in de telefoontas of je eigen tas




Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Ontwikkelingspeil B173-178

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Welkom
  • Lesdoelen
  • Opdrachten bespreken




  • Uitleg theorie 173-178
  • Opdrachten maken
  • Toets bespreken

  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt het begrip BNP uitleggen
Je weet wat het verschil is tussen het BNP en het BNP per inwoner.
Je weet wat het begrip BBP inhoudt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen het BNP van een land en het BBP van een land.
Je kent de twee nadelen die zitten aan het gebruik van het begrip BNP per inwoner en je kunt dat ook uitleggen.
Je kunt het begrip basisbehoefte uitleggen
Je kent de vier basisbehoeften voor de mens om redelijk te kunnen leven.
Je kunt van elk van de vier basisbehoeften aangeven wat die zeggen over het ontwikkelingspeil van een land.
Je kunt het begrip analfabeten (analfabetisme) uitleggen.
Je kunt de begrippen artsendichtheid en zuigelingensterfte uitleggen.
Je kunt tevens het verband tussen beide begrippen aangeven.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen kwalitatieve en kwantitatieve honger uitleggen.
Je kunt uitleggen wat de gevolgen van kwantitatieve honger zijn.
Je kunt uitleggen wat de gevolgen van kwalitatieve honger zijn.
Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van een goede huisvesting .
Je kunt het verschil tussen elitewijken en krottenwijken in steden herkennen en uitleggen.
Je kunt de oorzaken van analfabetisme benoemen en de relatie met het bestaan van kinderarbeid aangeven.
Je kunt de gevolgen van analfabetisme aangeven.
Je kunt het begrip levensverwachting in eigen woorden uitleggen.
Je kunt de relatie tussen de levensverwachting en het eetpatroon uitleggen.
Je kunt de relatie tussen de levensverwachting en de artsendichtheid uitleggen.

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachten
B170 1. Welke tweedeling kun je in de wereld maken, wanneer je kijkt naar het ontwikkelingspeil?
2. Waarom klopt deze indeling niet helemaal?
5. Bekijk de kaarten op blz. 129 van je boek welk werelddeel heeft de meeste ontwikkelings- en ontwikkelde landen.
B171-172 1. Wat is het verschil tussen een ontwikkelingsland en een ontwikkeld land?
2. Iemand doet de volgende uitspraak: “Het ontwikkelingspeil van een land zegt
niets over de daadwerkelijke ontwikkeling, omdat de regionale ongelijkheid
buiten beschouwing wordt gelaten”. Is deze uitspraak juist of onjuist? Leg je antwoord uit.
3. Wat zijn alle basiskenmerken van ontwikkeling?

Slide 6 - Tekstslide

BNP en BBP
BNP: Bruto Nationaal Product
- Al het geld dat in een land wordt verdiend (:per
inwoner).
BBP: Bruto Binnenlands Product
- Totale productie van een land uitgedrukt in
geld.

Slide 7 - Tekstslide

Nadelen BNP per inwoner
  1. Grote verschillen klein groepje rijk en de rest arm
  2. regionale verschillen (stad vs platteland)

Slide 8 - Tekstslide

Basisbehoeften
  • Wat iedereen nodig heeft om redelijk te kunnen leven
  1. Voedsel (Dagelijks ongeveer 10.000 kilojoules)
  2. Huisvestiging (Stevig gebouwd, toilet en kraanwater)
  3. Onderwijs ( >15 en niet kunnen lezen/schrijven analfabeten)
  4. Gezondheidszorg (Artsendichtheid en zuigelingensterfte)

Slide 9 - Tekstslide

Voedsel
  • Kwalitatieve honger
- Kwaliteit van de voeding is slecht, te weinig eiwitten en vitaminen. (eerder ziek, zwak)
  • Kwantitatieve honger
-Hoeveelheid voedsel is te weinig. (Mensen gaan dood)

Slide 10 - Tekstslide

Huisvesting
  • Nodig: Toilet met afvoer, schoon water, stevig gebouwd en voldoende ruimte.
  • Platteland (Redelijk goed)
  • Stad (slecht, verandering en grote verschillen)

Slide 11 - Tekstslide

Analfabetisme
>15 en niet kunnen lezen/schrijven analfabeten

Slide 12 - Tekstslide

Onderwijs
Analfabetisme 2 oorzaken
  1. Te weinig onderwijzers, scholen, boeken en te ver weg voor het platteland.
  2. Kinderen moeten werken
Kinderarbeid = Te zwaar werk voor kinderen en kost zoveel tijd dat ze niet naar school kunnen.

Slide 13 - Tekstslide

Gezondheidszorg
Hulp voor zieke mensen.
Levensverwachting: Aantal jaren dat iemand zal leven per land.
Artsendichtheid: Aantal inwoners per arts.

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Opdrachten
  • Maak de opdrachten van B173+178 uit je opdrachtenboekje
  • Je hebt 20-25 minuten voor de opdracht.
  • Stoplicht op rood = in stilte werken! oordopjes mag telefoon plat!
  • Stoplicht op oranje = Je mag zachtjes overleggen en vragen stellen
  • Stoplicht op groen je mag samenwerken
  • Heb je vragen steek je hand dan op
  • Ben je eerder klaar? laat de opdrachten controleren

Slide 16 - Tekstslide

Toets bespreken
  1. Controleer de punten op je toets
  2. Als een vraag nogmaals nageken moet worden op inhoud of punten, zet voor de vraag in een andere kleur een X 
  3. Lever je toets weer in. (toets waar nog naar gekeken moet worden op een aparte stapel.


Cijfer is rood is je toets cijfer, in blaauw is je totaal cijfer.


Slide 17 - Tekstslide