Klas 4 les 40 schooljaar 2021/2022

Beantwoord de vragen op je bordje. 
Noem 2 onderwerpen waar de Bundesländer zelf over mogen beslissen.
Wat is de naam van de landelijke regering in Duitsland?
Hoe heet de Bondskanselier?
 Hoe het gebouw van de Duitse regering?

Noem de Nederlandse benamingen van de woorden: 
Hauptschule, Berufsschule, Grundschule 

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Beantwoord de vragen op je bordje. 
Noem 2 onderwerpen waar de Bundesländer zelf over mogen beslissen.
Wat is de naam van de landelijke regering in Duitsland?
Hoe heet de Bondskanselier?
 Hoe het gebouw van de Duitse regering?

Noem de Nederlandse benamingen van de woorden: 
Hauptschule, Berufsschule, Grundschule 

Slide 1 - Tekstslide

Heute
Landeskunde

Leesstrategieën 

Examenvragen 

Signaalwoorden 

Examentekst

Slide 2 - Tekstslide

Na het eerste deel van deze les: 
Kun jij iets vertellen/schrijven over de volgende onderwerpen: 

Schlagermuziek 
Brood en gebak 
Drinken 


Slide 3 - Tekstslide

 Landeskunde
  1. Schlagermuziek
  2. Brood en gebak 
  3. Drinken 

Slide 4 - Tekstslide

Schlagermuziek
Schlagermuziek is Duitstalige volksmuziek. 

Eigenlijk betekend Schlager het woord Hit. 


Slide 5 - Tekstslide

 Gebak
Duitsers zijn echt zoetekauwen. 

De  bekendste soort gebak is Schwarzwalder Kirschtorte. 

Daarnaast kun je in een Duitse bakkerij heel veel andere soorten taart, gebak en koek kopen. 

Slide 6 - Tekstslide

Brood
In Duitsland smaakt het brood anders dan bij ons. 
Het is bijna allemaal zuurdesembrood. 
Dit heeft een stevige structuur en is langer houdbaar. 

Een andere bekende soort is Pumperninkel brood. Dit is zurig roggebrood. 

Slide 7 - Tekstslide

Drinken 
Duitsland is een echt bierland maar ook wijn is een geliefde dranksoort. 

Echter is de meest gedronken drank in Duitsland: 
Koffie!! 160 liter per persoon

Slide 8 - Tekstslide

Kuchen 
und 
Torte
Schlager
Musik
Favorites 
Getränk
Pumperninkel

Slide 9 - Sleepvraag

Check:
Wat is Schlagermusik?
Waarmee wordt Duits brood gemaakt?
Wat is de benaming van roggenbrood in het Duits?
Wat is een Schwarzwalderkirschtorte?
Wat is de meest gedronken drank in Duitsland? 

Slide 10 - Tekstslide

Na het tweede deel van deze les: 
Kun jij 5 Duitse vragen met de juiste vertaling verbinden. 

Ken jij twee leesstrategieën en kun jij deze toepassen. 

Kun jij 5 signaalwoorden vertalen naar het Nederlands en ken je de functie van deze woorden. 


Slide 11 - Tekstslide

Wat weet jij nog? 
Schrijf de 3 leesstrategieën van de vorige les op.

Vertaal de volgende signaalwoorden:
klar, sogar, besonders, tatsächlich

 bepaal de functie van bovenstaande woorden
 kies uit benadrukking OF bevestiging. 

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling: 
1x sleepvraag

Sleep de Nederlandse vertaling naar de Duitse examenvragen. 

Deze vragen hebben jullie vorige les beantwoord. 

Slide 13 - Tekstslide

Was wird hier ausgesagt?
Was ist das Thema des Absatzes? 
Was bedeutet... 
Was wird damit angedeutet? 
Welche Aussage stimmt mit dem Absatz überein?
Wat wordt hiermee aangetoond? 
Wat betekent .... 
Wat wordt hier gezegd? 
Wat is het onderwerp van de alinea? 
Welke uitspraak komt met de alinea overeen? 

Slide 14 - Sleepvraag

Leesstrategieën 
1. structuur herkennen en gebruiken 
2: selectief lezen 

Slide 15 - Tekstslide

Structuur van de tekst
Je moet de structuur van een tekst kunnen ontdekken en gebruiken. 

Jij moet verbanden kunnen herkennen en aangeven: 
verwijzingen, voorbeelden, argumenten, conclusies, herhalingen. 

Über sechs Minuten Atem angehalten
(S.46) 

Slide 16 - Tekstslide

Kies bij de open plek in regel 14 het juiste woord:
A
vor allem
B
also
C
dennoch

Slide 17 - Quizvraag

Hoe past de derde alinea bij de tweede alinea?
A
verklaring
B
tegenstelling
C
conclusie

Slide 18 - Quizvraag

Je hebt last van misselijkheid.
Welk huismiddeltje wordt aangeraden?
Schrijf de Duitse naam van het middel op.

Slide 19 - Open vraag

B4.3 
Signaalwoorden 

Opsomming: 
außerdem = bovendien 
dann= daarna, vervolgens
zuerst = eerst 
zunächst= eerst


Slide 20 - Tekstslide

zeker
desondanks
bovendien
zelfs
trotzdem 
sogar
tatsächlich
außerdem

Slide 21 - Sleepvraag

Voorbeeld (S.54) 


Alles andere als Pfeifen. 


Slide 22 - Tekstslide

Welk woord past op de openplek?
A
tatsächlich
B
trotzdem
C
außerdem
D
sogar

Slide 23 - Quizvraag

B4.4
Signaalwoorden 

Tegenstelling: 
doch = toch,echter
sondern = maar 
statt = in plaats van 
trotzdem= desondanks

Slide 24 - Tekstslide

maar
desondanks
in plaats van
toch
trotzdem 
doch
sondern
statt

Slide 25 - Sleepvraag

Voorbeeld (S.55) 

Auf dem Dach der Welt. 

Wie schließt der 2. Absatz an den 1. Absatz an? 

Slide 26 - Tekstslide

Wie schließt der 2. Absatz an den 1. Absatz an?
A
gegensatz
B
beispiel
C
ergebnis
D
erklärung

Slide 27 - Quizvraag

Duitse examenvragen 
Zorg dat je de meest voorkomende examenvragen (S.71) kunt vertalen. 

Dit scheelt tijdens het examen zeeën van tijd!! 

Het zijn 45 vragen. Leer elke dag 5 nieuwe vragen en herhaal degene die je al geleerd hebt. 

Slide 28 - Tekstslide

Controle 
  • Schrijf de 2 leesstrategieën van vandaag op. 

  • Vertaal de volgende signaalwoorden: 
zunächst, doch, außerdem,sondern, statt,

  •  bepaal de functie van bovenstaande woorden
     kies uit opsomming OF tegenstelling. 

Slide 29 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist? 
Wat wordt hier bedoeld? 
Waarop baseert zich deze uitspraak? 
wat wordt uit de zin duidelijk?
Wat maken de voorbeelden duidelijk? 
Was sollen die 
Beispiele deutlich machen? 
Was wird hier behauptet? 
Worauf bezieht sich die Aussprache? 
Welche Behauptung ist richtig? 
Was wird aus dem Satz deutlich? 

Slide 30 - Sleepvraag

Maakwerk-moment
Begin met de teksten en opdrachten van D5 en D6
 (blz. 100-101)

Wat niet af is zal maakwerk zijn voor de volgende les. 

Slide 31 - Tekstslide

Nächste Stunde: 
Landeskunde 

leesstrategieën 

Oefen met lezen

Signaalwoorden 

Slide 32 - Tekstslide