Financieel Rekenen - Kortingen en toeslagen

Kortingen en toeslagen
Rekenvaardigheid voor financiële beroepen

THEORIEVRAGEN
en wat sommetjes


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kortingen en toeslagen
Rekenvaardigheid voor financiële beroepen

THEORIEVRAGEN
en wat sommetjes


Slide 1 - Tekstslide

Wat is de meest voorkomende vorm van korting die wordt verstrekt aan afnemers?
A
Contant
B
Rabat
C
Kwantum

Slide 2 - Quizvraag

Sleep de term (staan links) naar de juiste omschrijving (staan rechts). 

Slide 3 - Tekstslide

Korting die wordt verstrekt bij afname van een grote hoeveelheid goederen in één keer.
Korting die aan de afnemer wordt verstrekt als binnen een van tevoren vastgestelde termijn wordt betaald.
Korting die aan de afnemer achteraf wordt verstrekt als de afname van de goederen een van tevoren vastgesteld bedrag heeft overschreden.
contant
rabat
Omzetbonus

Slide 4 - Sleepvraag

Het kortingspercentage voor contante betaling moet worden berekend over
A
de btw
B
het inkoopbedrag exclusief btw
C
het inkoopbedrag inclusief btw

Slide 5 - Quizvraag

5000 stuks AZX à € 2,50 = € 12.500
Btw 21%
Korting voor contant 1%
Bereken de korting (zonder euroteken invoeren)

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Waarom kan United Consumers korting krijgen bij leveranciers?
A
Omdat ze vaak inkopen
B
Omdat ze besparen
C
Omdat ze groot inkopen.
D
Omdat iedereen mee mag doen

Slide 8 - Quizvraag

Vul het ontbreken woord in: Met korting bij contante betaling hoopt de verkoper dat de koper ....... tot betaling overgaat.
A
vaker
B
sneller
C
ooit
D
later

Slide 9 - Quizvraag

Vul het ontbreken woord in: Het recht op .......... wordt normaal gesproken onderaan de factuur
A
ontbinding van de koop
B
beroep
C
betalingskorting

Slide 10 - Quizvraag

Een ander woord voor rabat is ...
A
kwantumkorting
B
aankoop
C
toeslag

Slide 11 - Quizvraag

2000 stuks Apachi à € 12,- = € 24.000
Btw 21%
Rabat 20 %
Bereken de Rabat (zonder euroteken invoeren)

Slide 12 - Open vraag

Met een kredietbeperkingstoeslag wil een ondernemer stimuleren dat een
....... snel tot betaling overgaat.
A
Debiteur
B
Leverancier
C
Crediteur

Slide 13 - Quizvraag

De toeslag bij een kredietbeperkings- toeslag vervalt als de debiteur binnen een bepaalde periode betaald
A
Waar
B
Niet waar
C
Onder bepaalde omstandigheden

Slide 14 - Quizvraag

Kredietbeperkingstoeslag wordt berekend over
A
inkoopbedrag exclusief btw
B
inkoopbedrag inclusief btw
C
btw

Slide 15 - Quizvraag

De kredietbeperkingsopslag mag de betalende partij aftrekken bij tijdige betaling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

1.000 stuks AFS, totaal € 15.000
BTW 21% € 3.150
Kredietbeperkingstoeslag 2%
Bereken de kredietbeperkingstoeslag (zonder euroteken)

Slide 17 - Open vraag

Leverancierskrediet is krediet dat de leveranciers verstrekt in de vorm van
A
uitstel van betaling
B
extra korting
C
BTW vrije aankoop

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide