Naamgeving

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

drie soorten stoffen: metalen
  • metalen geleiden stroom (s) en (l)
  • metalen zijn de "blauwe" elementen in het periodiek systeem blz 238
  • een metaal is opgebouwd uit metaalatomen
  • alle metalen zijn ELEMENTEN

Slide 2 - Tekstslide

drie soorten stoffen: 
moleculaire stoffen
  • moleculaire stoffen geleiden GEEN stroom
  • moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit moleculen
  • een molecuul van een moleculaire stof bevat alleen atomen uit de groep van niet-metalen: de "gele" elementen uit het periodiek systeem blz 238
  • moleculaire stoffen kunnen elementen zijn, of verbindingen

Slide 3 - Tekstslide

drie soorten stoffen: zouten
  • zouten geleiden stroom (l) en (aq)
  • in de formule van een zout zie je atomen uit de groep van niet-metalen: de "gele" elementen uit het periodiek systeem blz 238 EN atomen uit de groep metalen: de "blauwe" elementen uit het periodiek systeem
  • alle zouten zijn VERBINDINGEN (=zuivere stof die twee of meer atoomsoorten bevat)

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heet deze stof?

Slide 5 - Open vraag

Hoe heet deze stof?

Slide 6 - Open vraag

drie soorten stoffen: zouten
Toevoeging:
  • een zout is opgebouwd uit ionen (=geladen deeltjes)
  • een zout is een neutrale stof

Slide 7 - Tekstslide

formules van zouten
Als je de lading van de ionen weet, kan je de formule van een zout gemakkelijk afleiden
Een zout is een neutrale stof, dus moet in de formule evenveel positieve als negatieve lading voorkomen.
Wat is de formule van het zout aluminiumoxide, dat Al3+ ionen en O2-ionen bevat?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de formule van het zout aluminiumoxide, dat Al3+ ionen en O2-ionen bevat?
A
Al3O2
B
2Al3O
C
AlO
D
Al2O3

Slide 9 - Quizvraag

drie soorten stoffen: zouten
Toevoeging:
  • een zout is opgebouwd uit ionen (=geladen deeltjes)
  • een zout is een neutrale stof, dus bevat de formule van een zout evenveel positieve als negatieve ladingen

Slide 10 - Tekstslide

de naam van een zout
de naam van een zout geef je door de naam van het positieve ion en de naam van het negatieve ion aan elkaar te plakken

Al2O3 heet dus aluminiumoxide

Slide 11 - Tekstslide

hoe heet deze stof?

Slide 12 - Open vraag

Hoe heet deze stof?

Slide 13 - Open vraag

Zet de juiste naam bij de juiste stof
onjuist
kobalt
koolstofmonooxide
calciumoxide
calciumchloride
koolstofoxide
calciumdichloride
calciummonooxide
koolstofhydride
koolstoftetrahydride
methaan

Slide 14 - Sleepvraag

Samenvatting naamgeving
  • moleculaire stoffen:
    telwoord+atoomsoort+telwoord+atoomsoort+ "-ide" 
  • metalen: de naam van de atoomsoort
  • zouten: positief ion+negatief ion (de naam van het negatieve ion eindigt meestal met "-ide")

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk
Maak §3.3 helemaal en kijk het goed na. 
Lever je werk in op classroom. 
Bestudeer §3.4 nog een keertje en maak opgave 36.

Slide 16 - Tekstslide