Hoofdstuk 7: Stoffen en deeltjes; P3 Enkelvoudige ionen

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat een ion is. 
  • Je kunt beschrijven dat een atoom elektronen afstaat of opneemt en daardoor positief of negatief geladen wordt. 
  • Je kunt de notaties en namen benoemen van een aantal enkelvoudige ionen. 
  • Je kunt uitleggen wat een zout is. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat een ion is. 
  • Je kunt beschrijven dat een atoom elektronen afstaat of opneemt en daardoor positief of negatief geladen wordt. 
  • Je kunt de notaties en namen benoemen van een aantal enkelvoudige ionen. 
  • Je kunt uitleggen wat een zout is. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

enkelvoudige ionen
positieve en negatieve ionen
oefenen 
naamgeving
aan de slag


Slide 2 - Tekstslide

Het atoommodel

Slide 3 - Tekstslide

atoomnummer en massagetal
  • een atoom heeft evenveel protonen (+) als elektronen (-) als neutronen (0)
  • atoomnummer = aantal protonen
  • massagetal = protonen + neutronen
  • elektronen = atoomnummer - lading

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

  • ontleedbare stoffen: ionaire verbindingen/zouten
  • een atoom kan door chemische reacties 1 of meer elektronen verliezen of opnemen (altijd uit de buitenste schil/ring), dan ontstaan er ionen.
  • een positief ion heeft in totaal een + lading en dus elektronen afgestaan.
  • een negatief ion heeft in totaal een - lading en dus elektronen opgenomen.
  • in een ionaire verbinding is de totale lading altijd nul. Dat komt omdat de negatieve ionen worden aangetrokken door de  positieve ionen en ze daardoor elektronen gaan delen. 
  • een ionaire verbinding is daardoor heel erg sterk. Deze stoffen hebben hoge smeltpunten.
  • de lading van de metaalionen geef je in de naam aan met een romeins cijfer. Bijv. IjzerIIoxide, het ijzer ion heeft lading Fe 2+, of IjzerIIIoxide dan heeft het ijzer ion  lading Fe 3+
  • zoek de tabel voor de zouten nu op in binas !
     
 
ontleedbare stoffen: ionaire verbindingen/zouten

  • een atoom kan door chemische reacties 1 of meer elektronen verliezen of opnemen (alleen in de buitenste schil/ring) dan ontstaan er ionen.
  • positief ion heeft in totaal een + lading en dus elektronen afgestaan. 
  • negatief ion heeft in totaal een - lading en dus elektronen opgenomen.
  • in een ionaire verbinding is totale lading altijd nul. De atomen gaan de elektronen  delen. 
  • een ionaire verbinding is daardoor heel erg sterk. Deze stoffen hebben hoge smeltpunten.
  • de lading van de metaalionen geef je in de naam aan met een romeins cijfer. Bijv. IJzer(II)oxide, het ijzer ion heeft lading Fe 2+, of IjzerIIIoxide dan heeft het ijzer ion lading Fe 3+
  • zoek de tabel voor de zouten nu op in binas !
 

Slide 6 - Tekstslide

een plaatje van natriumoxide Na2

Slide 7 - Tekstslide

Een neutraal atoom. Dit atoom heeft evenveel protonen als elektronen
Dit is een geladen atoom. Ook wel een ion genoemd. 

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer een atoom één of meer elektronen afstaat, waardoor er minder elektronen zijn dan protonen noemen we dit een

Slide 9 - Open vraag

negatief ion
Een atoom kan ook elektronen opnemen. Hierdoor zijn er meer elektronen dan protonen. De lading is dan negatief en we noemen dit een negatief ion.

Slide 10 - Tekstslide

De volgende slides bevatten een paar oefeningen om te oefenen met ionen. Het is de bedoeling dat je het juiste ion noteert, bijvoorbeeld O2-

Slide 11 - Tekstslide

Koper (Cu) met 29 protonen en 27 elektronen

Slide 12 - Open vraag

Aluminium (Al) met 13 protonen en 10 elektronen

Slide 13 - Open vraag

Jood (I) met 53 protonen en 54 elektronen

Slide 14 - Open vraag

Zwavel (S) met 16 protonen en 18 elektronen

Slide 15 - Open vraag

Chloor (Cl) met 17 protonen en 18 elektronen

Slide 16 - Open vraag