Thema 8 Gedrag

Thema 8: Gedrag
Bladzijde 216
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 8: Gedrag
Bladzijde 216

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 1 
Wat is gedrag?

Leerdoelen: 
Je kunt beschrijven wat gedrag is?
Hoe bestudeer je gedrag?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 1. Wat is gedrag?
Gedrag = Alles wat je doet.

Gedrag bestaat meestal uit een groot aantal handelingen.

Serie handelingen --> gedragsketen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsketens
Als gedrag uit een serie handelingen in een vaste volgorde bestaat spreken we van gedragsketen.

Gedragsketens zijn vaak te zien bij het paringsgedrag.
Dit gedrag gaat vooraf voor de voortplanting.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studie van gedrag.

Gedrag moet objectief waargenomen worden, dan worden er alleen feiten gebruikt en geen meningen van de waarnemer.

De studie van gedrag heet Ethologie.
Een beschrijving van de handelingen van een dier heet een ethogram.
Een lijst van opeenvolgende handelingen van een dier heet een protocol.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethogram

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een protocol
Wat is een protocol?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Observeer het paringsgedrag van deze vogel en schrijf de handelingen op (minimaal 3).
Na de video bespreken we jullie antwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de paringshandelingen van de paradijsvogel?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van basisstof 1 (blz 218)
Opdracht 1 tot en met 6
je hebt één joker
Vragen? Steek je vinger op!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 2. Oorzaken van gedrag
Een prikkel is een verandering die je waarneemt in je omgeving of in je lichaam.
Honger, Dorst en angst zijn voorbeelden van inwendige prikkels.
Prikkels die je met je zintuigen waarneemt zijn Uitwendige prikkels.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 2. Oorzaken van gedrag
 Een reactie op een prikkel is een respons.

Gedrag is het resultaat van een prikkel en motivatie.
Motivatie wordt veroorzaakt door inwendige prikkels, zoals honger of dorst.

Deze zorgen ervoor dat je iets gaat doen!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelprikkels spelen een bepaalde rol bij het veroorzaken bij een bepaald gedrag.
Een prikkel die een sterkere reactie veroorzaakt dan een sleutelprikkel heet een Supranormale prikkel.
het gedrag van mensen die producten kopen heet Consumentengedrag.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelprikkels
Prikkels die een doorslaggevende rol hebben in het uitlokken van gedrag noemen we sleutelprikkels.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Supranormale prikkels
Supranormale prikkels hebben helemaal een onweerstaanbare invloed op het gedrag van diegene die de prikkel ontvangt. Supranormale prikkels zijn sterk overdreven sleutelprikkels.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn drie voorbeelden van Inwendige prikkels?
A
Honger, dorst & geluid
B
Honger, dorst & angst
C
Horen, Ruiken & voelen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe neem je uitwendige prikkels waar?
A
Voelen
B
Horen
C
Alle zintuigen
D
zien

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou een verklaring kunnen zijn voor homoseksueel gedrag bij vrouwtjesgorilla's?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

BS 3. Aangeboren en aangeleerd gdrag.
Erfelijke factoren zijn genen.
Als erfelijke factoren gedrag bepalen, is dat aangeboren gedrag.
Aangeboren gedrag heet bij dieren Instinct.
Als gedrag ontstaat door leren, is dit aangeleerd gedrag.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is bij jou aangeboren gedrag en wat is bij jou aangeleerd gedrag?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren gedrag (Instinct)
Al vanaf de geboorte kunnen mensen gedrag vertonen dat nuttig kan zijn, maar is niet altijd effectief!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewenning
Dezelfde prikkel houdt langere tijd aan, dus worden de impulsen steeds minder

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inprenting
Iets dat geleerd wordt in een bepaalde korte levensperiode, oftewel de gevoelige periode. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Conditioneren
Een bepaald gedrag wordt geleerd door beloning of straf.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefondervindelijk leren (Trial-and-error)
→ Soort zoekgedrag zonder plan
leren van ervaringen die worden opgedaan bij het uitvoeren van bepaald gedrag
- Vogel eet geen oranje rupsen meer na slechte ervaring met oranje rups

-Jonge beren die vis proberen te vangen (ook deels imitatie)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

BS 4. Sociaal gedrag
Bepaalde handelingen worden ook wel als signalen gezien.
Het afgeven van signalen is een vorm van communicatie.
Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar heet sociaal gedrag.
Dieren die in een groten groep leven maken gebruik van verschillende taakverdelingen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebied wat een dier verdedigt tegen andere diersoorten heet een territorium.
Als dieren hun territorium verdedigen maken gebruik van dreiggedrag.
= vorm van territoriumgedrag, bevat vaak kenmerken van aanvalsgedrag en vluchtgedrag.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

territoriumgedrag
Gedrag met als doel: afbakenen en verdedigen van het territorium = voedsel en ruimte voor voortplanting

gedragssysteem territoriumgedrag:
- afbakenen
- verdedigen
- indringers aanvallen (Dreiggedrag)
- Vluchten (Dreiggedrag)
- Imponeergedrag (groot maken)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paringsgedrag bestaat bij veel dieren uit baltsgedrag. Gevolgd door de paring.
= Baltsgedrag is gedragsketen voorafgaand aan voortplanting, om een partner aan te trekken en om de motivatie voor de paring te vergroten.
Het verzorgen van de eieren en de jongeren heet broedzorg (voedingsgedrag + verzorgingsgedrag).

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de balts van deze vlinders een voorbeeld van een signalen of gedragsketen?
A
Signalen
B
Gedragsketen
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Verantwoorde behuizing houdt in dat dierentuinen en boerderijen betere dierverblijven krijgen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is verantwoorde behuizing belangrijk voor dieren in een dierentuin.
A
zo vertonen ze hun natuurlijke gedrag
B
dat is gezonder
C
beter voor het milieu

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BS 6 Gedrag bij mensen
Blz. 257 in je boek!
Of op een blaadje meeschrijven

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangeleerd en aangeboren
  • Net als bij dieren wordt het gedrag van mensen bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen
  • Bij mensen speelt aangeleerd gedrag een grotere rol dan bij dieren
  • Door contact via signalen leert een kind sociaal gedrag 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren of aangeleerd?

Slide 45 - Tekstslide

Is het gedrag aangeboren of aangeleerd?
Communicatie
  • Mensen communiceren met taal, gezichtsuitdrukkingen en gebaren
  • De betekenis kan per cultuur verschillen 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen en waarden
  • Normen en waarden zijn nodig om goed te kunnen samenleven.
  • Normen zijn gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden. Normen zijn gebaseerd op waarden.
  • Waarden zijn ideeën van mensen over wat zij belangrijk vinden.
Normen en waarden zijn niet voor iedereen hetzelfde, ze kunnen ook veranderen

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij belangrijke normen in het leven?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rolgedrag en rolpatroon
Een rol is iets wat jij speelt voor iemand in zijn leven.
Bijvoorbeeld op school speel jij de rol van de leerling.
- In elke rol die je hebt, verwachten mensen bepaald gedrag van je.
- Al het gedrag dat bij een bepaalde rol hoort, noemen we het rolpatroon.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bekende rolpatroon is het traditionele man-vrouwrolpatroon.


Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jou mening over het traditionele man-vrouwrolpatroon?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen en dieren
Veel typen gedrag zie je ook bij mensen, bijvoorbeeld territoriumgedrag of dreiggedrag

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde uitleg
- Maken opdrachten BS 6
- Maken opdracten Samenhang
- Maken opdrachten Leren onderzoeken

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies