K2 Herhaling hoofdstuk 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Schrijf in het Engels: wastafel

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: We .... tennis at our hotel

1. was playing
2. was played
3. were played
4. were playing

Schrijf in het Nederlands: crutches

Is de zin goed of fout?: They were swimming with dolphins when she saw a shark

1. Goed
2. Fout

Vertaal naar het Engels: kieskeurig

1. choosy
2. nicely
3. picky
4. tacky

Is de zin goed of fout?: I ate an ice cream when the telephone was ringing

1. Goed
2. Fout

Schrijf in het Engels: vergelijkbaar

Schrijf in het Nederlands: herb

Is het woord goed of fout geschreven?: asignment

1. Goed
2. Fout

Schrijf in het Engels: gevoelig

Vul het juiste hulpwerkwoord in: The rules say that you .... be home at 10 o'clock.

1. should
2. can
3. could
4. have to

Vertaal naar het Engels: gezondheid

1. healthy
2. health
3. goodness
4. wellness

Schrijf in het Engels: kiespijn

Is de zin goed of fout?: You should not eat that candy.

1. Goed
2. Fout

Schrijf in het Nederlands: stitches

Vertaal naar het Nederlands: splash

1. spetteren
2. splijten
3. verdrukken
4. slaan

Vertaal naar het Engels: opgeruimd

1. uproomed
2. tidy
3. clean
4. made up

Is de zin god of fout?: I was walking outside when it started to rain

1. Goed
2. Fout

Schrijf in het Engels: hoeveelheid

Vertaal naar het Nederlands: rapid

1. snel
2. konijn
3. ongeval
4. gevoelig