H.4 Grammatica Woordsoorten - Zww, kww en hww

H.4 Grammatica - Woordsoorten
ZWW, HWW, KWW
Zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H.4 Grammatica - Woordsoorten
ZWW, HWW, KWW
Zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Je leert wat een zww, hww en kww is;
  • Je leert zww, kww en hww vinden in een zin;
  • Je weet het verschil tussen deze werkwoorden. 

Slide 2 - Tekstslide

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Slide 3 - Open vraag

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
Wat is het belangrijkste ww?
A
zou
B
willen

Slide 4 - Quizvraag

WG of NG?

Werkwoordelijk gezegde (WG) - Iemand doet iets
Robin eet een appel.
Mariska heeft een nieuwe fiets gekocht.

Naamwoordelijk gezegde (NG) - Iemand is iets
Kaja is een lief meisje.
De nieuwe buren lijken een beetje verlegen.
Later wordt hij leraar. 


Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden benoemen:
  • Is er sprake van een wg? --> altijd één zelfstandig werkwoord
  • Is er sprake van een ng? --> altijd één  koppelwerkwoord 
  • De overige werkwoorden zijn de hulpwerkwoorden. 

Vraag: welk werkwoord is het belangrijkst in de zin? Dit is dan het zww (als er sprake is van een wg) of het kww (als er sprake is van een ng). 
Je gaat op zoek naar het BELANGRIJKSTE werkwoord. 
TIP: Dit is in 99% het achterste werkwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord
WG en maar één werkwoord in de zin?
--> zelfstandig werkwoord 

In de vakantie bezoekt (zww) Veerle een museum. 
In de vakantie heeft (hww) Veerle een museum bezocht (zww).
In de vakantie zou (hww) ze een museum willen (hww) bezoeken (zww).

Meer werkwoorden in de zin? Belangrijkste ww is zww


Slide 7 - Tekstslide

Koppelwerkwoord 
NG en maar één werkwoord in de zin? 
--> koppelwerkwoord 

Darten is (kww) [echt spannend]! 
Darten kan (hww) [echt spannend] zijn (kww)!
Darten zou (hww) [echt spannend] kunnen (hww) zijn (kww)!

Slide 8 - Tekstslide

Koppelwerkwoorden

zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
heten
dunken
voorkomen

Slide 9 - Tekstslide

LET OP!

Deze werkwoorden zijn niet automatisch koppelwerkwoord. Ze kunnen ook voorkomen als hulp- en zelfstandig werkwoord.

Kijk dus altijd goed of je met een wg of ng te maken hebt. 

Slide 10 - Tekstslide

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
'willen' is een...
A
zelfstandig ww
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 11 - Quizvraag

De vriendschap tussen George en Wim zou weleens snel voorbij kunnen zijn.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Slide 12 - Open vraag

De vriendschap tussen George en Wim zou weleens snel voorbij kunnen zijn.

Wat is het belangrijkste ww?
A
zou
B
kunnen
C
zijn

Slide 13 - Quizvraag

De vriendschap tussen George en Wim zou weleens snel voorbij kunnen zijn.

'zijn' is een...
A
zelfstandig ww
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 14 - Quizvraag

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten.

Wat is het belangrijkste ww?
A
zou
B
hebben
C
willen
D
zetten

Slide 15 - Quizvraag

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten.

'zetten' is een...
A
zelfstandig ww
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn de koppelwerkwoorden? Noem er zoveel mogelijk.

Slide 17 - Open vraag

Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Woordweb

Aan de slag!

H.4 Grammatica - Woordsoorten
Maak online opdracht 1 en 2. 
Daarna nog een opdracht volgens je eigen leerroute.

Slide 19 - Tekstslide