In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Allergie
Slide 1 - Tekstslide
Wie heeft er een allergie?
A
Ja ik
B
Nee ik nie
Slide 2 - Quizvraag
De eerste linie is een passieve barrière bestaande uit .... en .............
Slide 3 - Open vraag
Tweede linie
Slide 4 - Tekstslide
Die grote witte afweercellen heten .......... en het proces van ziekteverwekkers opeten heet ........
Slide 5 - Open vraag
Die macrofaag heet nu een APC. Deze presenteert stukjes antigen (afkomstig van ziekteverwekker) op zijn celmembraandienblaadje. APC gaat naar de lymfeknopen om een de specifieke afweerreactie op gang te jagen.
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel t-lymfocyten worden geactiveerd door een APC die 1 antigen presenteert?
A
1
B
Ongeveer 1000
C
2
D
Miljoenen
Slide 7 - Quizvraag
T-cellen met juist antistof voor antigen gaan zich delen en differentiëren -> ruimen geïnfecteerde cellen op.
Geactiveerde B-cellen gaan ook delen en differentiëren -> produceren gigaveel antistoffen om ziekteverwekker in bloed/vloeistoffen onschadelijk te maken.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe heten die gedifferentieerde B-cellen die al die antistoffen gaan maken?
Slide 9 - Open vraag
Dan nu de allergiën
APC
T-lymfocyt
B-lymfocyt
Mestcel gevuld met histamine
Slide 10 - Tekstslide
Wat doet die histamine dan
BINAS 84M
Waarom krijg je rode ogen van hooikoorts?
Welke twee effecten dragen bij aan astmatische aanval?
Wat kan je doen tegen allergische aanvallen?
Slide 11 - Tekstslide
Bij een astmatische aanval gebruik je een:
Daarin zit:
Bij een wespensteek zit de allergeen gelijk in je bloedbaan. Nu gebruik je een: