Hielprik neonaten

Hielprik
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hielprik

Slide 1 - Tekstslide

Hoe wordt de hielprik ook wel genoemd?
A
Neonatale screening
B
PKU

Slide 2 - Quizvraag

Inhoud
  1. Wat is de hielprik? 
  2. Waarop wordt getest
  3. Werkwijze hielprik
  4. Specifieke aandachtspunten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Is de hielprik een voorbehouden handeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

De hielprik
  1. Het afnemen van enkele druppels bloed uit de hiel van een zuigeling.
  2. Na 72 uur, uiterlijk na 168 uur na de geboorte                             (ideaal is na 72 uur volgens het RIVM).
  3. De hielprik is vrijwillig. Vooraf wordt om toestemming gevraagd aan ouder(s) / verzorgers

Slide 6 - Tekstslide

Waarom een hielprik? 
  1. Vroegtijdig opsporen van ernstige, zeldzame maar behandelbare  aandoeningen.
  2. Het bloed wordt onderzocht op 19 ziektes (In de periode tot 2022 wordt het aantal ziekten waarop wordt gescreend uitgebreid tot 31).
  3. Bij deze ziektes hebben interventies en behandelingen direct na de geboorte grote voordelen. 
  4. Dit zijn behandelingen zoals het geven van een geneesmiddel of een dieet


Slide 7 - Tekstslide

Om welke ziekten gaat het?
o.a. gaat het om de volgende ziekten;
  • Een aantal stofwisselingsziekten (bijv. phenylketonurie)
  • Een ziekte van de schildklier
  • Een ziekte van de bijnier
  • Erfelijke vorm van bloedarmoede (sikkelcelziekte)
  • Taaislijmziekte (CF: cystic fibrosis)


Slide 8 - Tekstslide

Uitslag

Uitslag goed;  geen bericht (na 5 weken)
Uitslag niet goed;  huisarts zoekt contact

Slide 9 - Tekstslide

Waarom de hiel?
  1. De vinger van een baby is nog te klein voor een vingerprik.
  2. Er zitten haarvaatjes in de hiel. Gemakkelijk en veilig om op deze wijze voldoende bloed te halen voor de hielprikkaart
  3. Er hoeft geen bloedvat aangeprikt te worden.

Slide 10 - Tekstslide

Contra- indicaties
  • Na een bloedtransfusie bij de zuigeling
  • Toediening corticosteroïden
  • Als er een infuus geplaatst is
  • Oedemateuze voet
  • Infectie, ontsteking of beschadiging van de huid

Slide 11 - Tekstslide

Nodig voor afname

  1. Lancet:                                          Hiel wordt aangeprikt met een lancet
  2. Hielprikkaart:                          Bloed wordt aangebracht op de hielprikkaart

Slide 12 - Tekstslide

Hielprikkaart

Slide 13 - Tekstslide

Invullen hielprikkaart
  1. De hielprikkaart dient volledig en leesbaar ingevuld te worden met een zwarte balpen
  2. De hielprikkaart moet volledig ingevuld worden in aanwezigheid van de ouder(s) en /of verzorgers.
  3. Indien ouder(s) en /of verzorgers geen toestemming geven voor ontvangen van dragerschapsinformatie sikkelcelziekte, of geen toestemming geven voor het gebruik van restantbloed voor anoniem wetenschappelijk onderzoek dan moeten ouders een paraaf zetten

Slide 14 - Tekstslide

Prik aan de voetzoolzijde, langs de binnen- en buitenzijde

Werkwijze
hielprik

Slide 15 - Tekstslide

Plaats de lancet op de hiel
Houd rekening met de richting van de massage (stuwing)

Slide 16 - Tekstslide

Aandachtspunten 
  • Warme hiel om gemakkelijker bloed te verkrijgen
    (warm washandje om de hiel te verwarmen, max. 38 graden)
  • Zelf warme handen
  • Draag handschoenen
  • Geen bloeddoorstroming bevorderende of pijnstillende pasta’s of zalf gebruiken

Slide 17 - Tekstslide

Bloedafname

Zorg dat alle rondjes goed zijn gevuld

Slide 18 - Tekstslide

Hielprikkaart goed gevuld

Slide 19 - Tekstslide

Hielprikkaart niet goed gevuld

Slide 20 - Tekstslide

Hielprikkaart niet goed gevuld

Slide 21 - Tekstslide

Hielprikkaart niet goed gevuld

Slide 22 - Tekstslide

Nazorg
  1. Pleister dwars op wond, wondranden naar elkaar toe
  2. Hielprikkaart goed laten drogen
  3. De screener doet zelf de hielprikkaart op de post, op de dag dat de hielprik is uitgevoerd (brievenbus PostNL)
  4. Vraag aan ouders of ze de hielprikenvelop 3 maanden willen bewaren. Mocht getwijfeld worden of de hielprik is verricht, dan toont de envelop dat deze is uitgevoerd.

Slide 23 - Tekstslide

Eerste en tweede herhaalde hielprik
  • Eerste herhaalde hielprik:  
Testvlakken op hielprikkaart onvoldoende gevuld zijn;
Te vroege afname.
  • Tweede hielprik:
Indien uitslag dubieus is.

Slide 24 - Tekstslide