Werkwoordspelling vt les 1

Werkwoordspelling
Doel: Ik kan werkwoorden in de verleden tijd correct spellen.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpellingBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
Doel: Ik kan werkwoorden in de verleden tijd correct spellen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie nog over werkwoordspelling?

Slide 2 - Tekstslide

Regels verleden tijd (vt)
Zwak > veranderen niet van klank en volgen de regels van het TaXiKoFSCHiP
koken > kookten, vissen > visten, gillen > gilden, …

1. Schrijf de ik-vorm in de tegenwoordige tijd op
2. Kijk naar de laatste letter van de stam (hele werkwoord – en), kijk of deze letter in het TaXiKoFSCHiP zit.
Ja? > te of ten                       Nee? > de of den
3. Kijk naar het onderwerp om te bepalen of het met of zonder n is. 
Enkelvoud > te of               Meervoud > ten of den

Slide 3 - Tekstslide

Regels verleden tijd (vt)
Sterk > veranderen wel van klank (en je moet onthouden hoe je ze schrijft) 
lopen > liepen, vallen > vielen, worden > werden, …

Slide 4 - Tekstslide

voeren (vt) Jij ... gisteren de kat.
A
voerdde
B
voerdt
C
voerde
D
voert

Slide 5 - Quizvraag

maken (vt) Kim ... vorig jaar het pakje open.

Slide 6 - Open vraag

zwemmen (vt) Marlou ... van de zomer baantjes in het zwembad.
A
zwom
B
zwum
C
zwim
D
zwam

Slide 7 - Quizvraag

vegen (vt) Meneer Mark ... gister het plein schoon.

Slide 8 - Open vraag

vangen (vt) De jongen ... de bal.
A
vang
B
vingen
C
vong
D
ving

Slide 9 - Quizvraag

kopen (vt) Marie ... een geschenk voor Kerst.

Slide 10 - Open vraag

gooien (vt) ... je de bal naar mij?
A
gooite
B
gooide
C
gooiden
D
goide

Slide 11 - Quizvraag

rollen (vt) ... je broer de bal naar mij?

Slide 12 - Open vraag

rusten (vt) Siem ... 's nachts goed uit.
A
ruste
B
rustten
C
rustte
D
rusd

Slide 13 - Quizvraag

genieten (vt) Wij ... van het mooie weer.

Slide 14 - Open vraag

wachten (vt) Harman ... vanmorgen op oma.
A
wacht
B
wachtten
C
wachten
D
wachtte

Slide 15 - Quizvraag

oefenen (vt) Bo ... afgelopen zaterdag met fietsen.

Slide 16 - Open vraag

zingen (vt) Claudia ... een prachtig lied.
A
zinkt
B
zingt
C
zong
D
zingdt

Slide 17 - Quizvraag

vertellen (vt) De zusjes van Soof ... gisteravond een mooi verhaal.

Slide 18 - Open vraag

vissen (vt) De vissers ... op zee.
A
visten
B
viste
C
vist
D
vissten

Slide 19 - Quizvraag

fietsen (vt) Wij ... vanmorgen naar school.

Slide 20 - Open vraag

kijken (vt) ... je vanmorgen goed uit?
A
keek
B
kijkt
C
kijk
D
kijken

Slide 21 - Quizvraag

sporten (vt) De meisjes ... altijd op maandag.

Slide 22 - Open vraag

rijden (vt) Ik ... op zaterdag paard.
A
rijdde
B
reedt
C
reed
D
rijdt

Slide 23 - Quizvraag

verstoppen (vt) De jongen ... zijn snoep.

Slide 24 - Open vraag

gilde
gilden
gillen (vt) De kinderen ... in de achtbaan.
gillen (vt) Het meisje ... in de achtbaan.

Slide 25 - Sleepvraag