Periode 3.1: Grammatica herhaling zinsontleding

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen?

Herhaling zinsontleden

Persoonsvorm - zinsdelen - ww gezegde - onderwerp -              lijd voorwerp -mw voorwerp - bijw bep

Even terug naar vorig jaar

Persoonsvorm: 

Werkwoordelijk gezegde:

Onderwerp:

Lijdend voorwerp: 

Meewerkend voorwerp:

Bijwoordelijke bepaling:

Mijn zus is gisteren helemaal naar school gewandeld.
Wat is de persoonsvorm?

Door de hevige regenval hebben veel mensen gelopen met de fiets.
Wat is het ww gezegde?

Hebben jullie buren ook een dure vakantie geboekt via die site?
Wat is het onderwerp?

Hij pakte de roeiboot om een eindje te gaan varen.
Wat is het lijdend voorwerp?

Ik kijk graag naar Netflix.

naar Netflix = lv

1. waar
2. niet waar

De muziekleraar heeft mij een nieuw muziekstuk meegegeven.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Het rekenschrift was achter zijn bed gevallen.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Koppelwerkwoord (kww)

Er zijn 9 koppelwerkwoorden:

zijn - worden - blijven

blijken - lijken - schijnen

(heten - dunken - voorkomen)

En dan nu... aan de slag

Maken: Blok 1 Grammatica opdracht 1 (herhaling zinsontleding)
Maken: Blok 2 Grammatica opdracht 9 en 10 (koppelww)

Heb je vragen? Stel ze!