Engels Unit 2 Lesson 2

Vertaal de volgende woorden in het Nederlands: butcher's, expensive, for example, special offer, to order
1 / 13
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vertaal de volgende woorden in het Nederlands: butcher's, expensive, for example, special offer, to order

Slide 1 - Open vraag

Vertaal de volgende woorden in het Engels: klein, aanpassen, gratis, voorzichtig, besteden

Slide 2 - Open vraag

What do you know about shopping?

Slide 3 - Woordweb

Phrases to know
If you look at something you can ask:
Could I have that ... (T-shirt)
Could I have those ... (jeans)

Slide 4 - Tekstslide

Phrases to know
If you want to know the price, you can ask:
How much does it cost? It costs ... 
How much do they cost? They cost ... 

If you bought an article, you can ask:
Can I return the article?
Can I get a refund?

Slide 5 - Tekstslide

Choose the correct one
A
Could I have that wallets?
B
Could I have those jacket?
C
Could I have that T-shirt?
D
Could I have those table?

Slide 6 - Quizvraag

How much does it cost?
A
It cost 5 pounds
B
They costs 5 pounds
C
It costet 5 pounds
D
It costs 5 pounds

Slide 7 - Quizvraag

How much do they cost?
A
They costs 5 pounds
B
It costs 5 pounds
C
They cost 5 pounds
D
It cost 5 pounds

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal receipt
A
Rij
B
Kassabon
C
Korting
D
Maat

Slide 9 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
Free
B
Butcher's
C
Toy shop
D
Chemist's

Slide 10 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
Cardigan
B
Jacket
C
Button
D
Shorts

Slide 11 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 12 - Woordweb

What to do next?

Tekst blz. 37 opdracht 1 lezen

 blz. 34 opdracht 5 oefenen

Slide 13 - Tekstslide