W47 EN 2e klas LEWS 3.2

timer
4:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
4:00

Slide 1 - Tekstslide

Onze klassen regels volgen wij op zonder discussie!

De docent wil graag naar je luisteren, dat  aan het einde van de les!

Slide 2 - Tekstslide

Hoi
Het doel:
-am/are/is +going to+ww
-vergelijken in het Engels

Slide 3 - Tekstslide

BLZ. 106
Een formulier invullen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Comparisons

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Maken
Opdr.  13,14,15,16,17
blz.106 t/m 110
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Read the texts on page 107 and fill in the diagram of exercise 14.

Slide 10 - Tekstslide

Check exercise 14.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Mark and Jessica ___ play tennis tomorrow.
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 13 - Quizvraag

My uncle ___ eat a hamburger.
A
am not going to
B
aren't going to
C
isn't going to

Slide 14 - Quizvraag

The dog ___ run after the ball!
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 15 - Quizvraag

___ we ___ watch a movie
this afternoon?
A
am ... going to
B
are ... going to
C
is ... going to

Slide 16 - Quizvraag


Wil je extra oefenen met 
be going to?

Slide 17 - Tekstslide

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Slide 18 - Tekstslide

Let op woorden die eindigen op een Y!

Slide 19 - Tekstslide

Let op!

goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

Slide 20 - Tekstslide

Vergrotende trap:
-ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is fatter than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
-EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the fattest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 21 - Tekstslide

as ... as
Harry is even groot als Lianne.
Harry is as big as Lianne.

Die hond rent net zo snel als die kat.
That dog runs just as fast as that cat.

Slide 22 - Tekstslide

Maak zelf eens een Engelse
trap van vergelijking.
Kies uit: large / happy / sad

Slide 23 - Open vraag

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest

Slide 24 - Quizvraag

I drive as ___ as my husband.
A
safe
B
safer
C
safest

Slide 25 - Quizvraag

The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest

Slide 26 - Quizvraag

Michael Jackson was the
___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest

Slide 27 - Quizvraag

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 28 - Quizvraag

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 29 - Quizvraag


Extra oefenen met 
trappen van vergelijking?



Slide 30 - Tekstslide