Persoonsvorm

Hoe zat het ook alweer?
Je kunt een zin in stukken hakken.

Je | kunt | een | zin | in | stukken | hakken.

Dit noemen we taalkundig ontleden.

Je hebt het dan over woordsoorten.
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe zat het ook alweer?
Je kunt een zin in stukken hakken.

Je | kunt | een | zin | in | stukken | hakken.

Dit noemen we taalkundig ontleden.

Je hebt het dan over woordsoorten.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Je kunt een zin in stukken hakken.

Je | kunt | een zin | in stukken | hakken.

Dit noemen we redekundig ontleden.

Je hebt het dan over zinsdelen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan de persoonsvorm in een zin aanwijzen.


Slide 3 - Tekstslide

De persoonsvorm
De persoonsvorm heb je nodig om de andere zinsdelen te benoemen. Je begint bij redekundig ontleden dus altijd bij de persoonsvorm!

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Er is altijd maar één persoonsvorm in de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan je hem vinden?
Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden:

1. Maak de zin vragend. De persoonsvorm komt vooraan.
2. Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert is de pv.
3. Verander het aantal in de zin. Het woord dat verandert is de persoonsvorm.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik ren naar de winkel.

1. Ren ik naar de winkel?

2. Ik rende naar de winkel.

3. Wij rennen naar de winkel.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Wij lopen die kant op.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Log in bij Gynzy Kids en maak de opdrachten die klaar staan.

Slide 8 - Tekstslide