2.3 Massa & Volume

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda en pen op tafel.
Zorg dat je startklaar bent!

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda en pen op tafel.
Zorg dat je startklaar bent!

Slide 1 - Tekstslide

Massa en volume

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Wat gaan we doen & leren?
- Hoe meten wij?
- Massa
- Volume 
- Vragen over opgaven

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor het leren?
1. Leerdoelen per paragraaf 
2. Aantekeningen die je hebt gemaakt in de les 
3. Begrippen
4. Gedeelde LessonUp's
5. Leeroverzicht 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Elke paragraaf heeft leerdoelen. 
  • Deze leerdoelen vormen de basis van de toets. 
  • Dus de toets gaat over deze leerdoelen.

Slide 5 - Tekstslide

Aantekeningen
  • Jouw aantekeningen zijn het begin van het maken van een samenvatting. 
  • Hier staan op een korte manier uitgelegd waar we het over hebben gehad.

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen
  • De begrippen moet je kennen. 
  • Maak van de begrippen een begrippenlijst en leer deze uit je hoofd. 

Slide 7 - Tekstslide

Gedeelde LessonUp's
Van elke paragraaf heb ik een LessonUp gemaakt. Deze kan je terug vinden bij de klas. Dit gebruik je om informatie te vinden.

Slide 8 - Tekstslide

Leeroverzicht
2E en 2F

Havo
Hoofdstuk 2

Vwo 
Hoofdstuk 2 + alle extra blokjes

Slide 9 - Tekstslide

en dan ... 
  1. Samenvatting maken met behulp van aantekeningen en LessonUp's
  2. Oefenen met de leerdoelen waar staat: rekenen
  3. Begrippen leren
  4. Oefentoets maken (online)

Slide 10 - Tekstslide

Verschil havo/vwo
De inhoud is ongeveer het zelfde alleen de vraagstelling op de toets is anders.

Doe je HAVO krijg je HAVO toets
Doe je VWO krijg je VWO toets

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarmee meet je de massa van een voorwerp?

Slide 13 - Open vraag

Massa
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
  • Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.

Slide 14 - Tekstslide

Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.
  • Je meet de massa (symbool is m) in gram (g) of kilogram (kg).
  • 1 kg = 1000 g

Slide 15 - Tekstslide

Massa
Massa geeft de hoeveelheid stof dat aanwezig is.

Massa is geen gewicht! -->

Massa geven we aan in
gram (g). 

Slide 16 - Tekstslide

Welk symbool gebruiken we voor massa en wat is de eenheid?

Slide 17 - Open vraag

Grootheid
Afkorting / Symbool
Eenheid
Afkorting /
symbool
massa
m
gram
g
Neem deze tabel over en vul alvast een deel in

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

g
g
g
g
g
g
g

Slide 21 - Tekstslide

Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
  • Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.
  • Voor vloeistoffen kun je beter een maatbeker of maatcilinder gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe kan je het volume van een vloeistof meten?

Slide 23 - Open vraag

Hoe meet je het volume van een kubus of rechthoek?

Slide 24 - Open vraag

Grootheid
Afkorting / Symbool
Eenheid
Afkorting /
symbool
massa
m
gram
g
volume
V
liter
kubieke cm
L
cm³
Neem deze tabel over en vul alvast een deel in

Slide 25 - Tekstslide

Proef 4
Proef 5

Slide 26 - Tekstslide

Volume
Het volume is de hoeveelheid ruimte wat een stof inneemt. 

We gaan nu kijken naar het volume van een kubus.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

0,4 kilogram (kg) = ..... gram (g)

Slide 32 - Open vraag

4 Liter (L)=....... milliliter (ml)

Slide 33 - Open vraag

2,3 dm³ = ....... cm³

Slide 34 - Open vraag

1 dm³ = ...... Liter (L)

Slide 35 - Open vraag

2000 mL = .... dm³

Slide 36 - Open vraag

20 dL = ... cm³

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Geef het volume van de balk en de kubus. Noteer eerst de formule

Slide 39 - Open vraag

Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen

Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Of: V = l x b x h
V = l x b x h = 10 x 2 x 2 = 40 cm3

Slide 40 - Tekstslide

Volume van dagelijkse voorwerpen
Niet alle voorwerpen zijn perfecte kubussen.

Onregelmatig volume heeft een andere methode nodig.
--> Onderdompelmethode!

Slide 41 - Tekstslide

Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.

Slide 42 - Tekstslide

Massa en volume
Volume
Maatcilinders komen in verschillende maten voor.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen

Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:
  • V = eindstand - beginstand

Slide 45 - Tekstslide

Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen

Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:
  • V = eindstand - beginstand
V = eindstand - beginstand
    = 24 - 15 = 9 mL = 9 cm3

Slide 46 - Tekstslide

Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
  • Je meet het volume (V) in liter (L) of milliliter (mL).
  • 1 L = 1000 mL
  • 1 L = 1 dm3
  • 1 mL = 1 cm3

Slide 47 - Tekstslide


2010 L = ... dm3

Slide 48 - Open vraag

Aan de slag!
  • Maak alle resterende opgaven van H2.3 af 
  • Vragen? Stel ze!

Slide 49 - Tekstslide