ROUS H17 003 Nettocontantewaardemethode

Welkom
4 VWO |  2021-2022


Hoofdstuk 17
Investeringsanalyse
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 VWO |  2021-2022


Hoofdstuk 17
Investeringsanalyse

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Aan het eind van de les kan je de nettocontante waarde berekenen van een investeringsproject. 

Op basis van de berekende netto contante waarde een keuze maken uit verschillende investeringsprojecten. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat was de terugverdientijd ook al weer?

Slide 3 - Open vraag

Nettocontantemethode voordeel ten opzicht van de terugverdientijd
Betrekt alle cashflows in de berekening en houdt wel rekening met tijdstippen dat de cashflows worden ontvangen. 

Slide 4 - Tekstslide

Bereken de contante waarde op 1 januari 2016 van een bedrag van € 400.000 dat op 31 december 2040 uitgekeerd zal worden. De rekenrente bedraagt 2,5%.
A
€ 221.150,14
B
€ 215.756,24
C
€ 210.493,89
D
€ 226.678,90

Slide 5 - Quizvraag

Cashflows contant maken
Tegen interestvoet op het moment van investering. 
Alle cashflows contant maken, bij elkaar optellen - investering
  • Positief? Wel investeren.
  • Negatief? Niet investeren.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Kiezen
Zelfde investering? 
  • Kiezen voor hoogste netto contante waarde. 
Verschillende investeringen?
  • Kiezen op basis van de netto contante waarde per geïnvesteerde euro. 

Slide 9 - Tekstslide

Nadelen 
  • Methode houdt geen rekening met de onzekerheid in de voorspellingen. 
  • Je gaat uit van bepaalde cashflows, maar we weten niet of deze kloppen. 
  • Hoe langer de looptijd, hoe meer de onzekerheid.  

Slide 10 - Tekstslide

Vermogen
Wat als alle projecten aanvaardbaar zijn, maar je niet genoeg vermogen hebt?
  • Netto contante waarde per euro.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kanttekeningen NCW
  • Gewenste interestvoet (rendementseis) hoger, NCW is lager.  
  • Meer onzekerheden kan leiden tot een hogere rente, NCW is lager. 
  • Er ontstaan problemen als er verschillende investeringsbedragen zijn. 
  • NCW houdt geen rekening met verschillen in looptijd. 

Slide 14 - Tekstslide

Conclusie
  • Terugverdientijd kan gebruikt worden voor een snelle voorselectie. 
  • NCW is nauwkeuriger, want houdt rekening met  de tijdwaarde.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
17.7 (HW voor morgen)

 17.9, 17.10, 17.11, 17.14 (HW voor volgende week)

Slide 16 - Tekstslide