H01.3 Lineaire formules maken

Lineaire formules
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lineaire formules

Slide 1 - Tekstslide

H01.2 Terugblik
Vragen over het huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Gegeven: c = 9 - 4a
Bereken c als a = -12
Hoe zat het ook al weer?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het startgetal bij de tabel?

Hoe zat het ook al weer?

Slide 4 - Open vraag

Bepaal het startgetal en hellingsgetal
in de volgende formule:
m=3k+12
Hoe zat het ook al weer?
A
startgetal -3 hellingsgetal 12
B
startgetal 3 hellingsgetal 12
C
startgetal 12 hellingsgetal -3
D
startgetal -12 hellingsgetal 3

Slide 5 - Quizvraag

Welke formules horen bij een lineair verband?
1. y = 31 + 2x²
2. y = 17x + 5
3. y = 28 - x
Hoe zat het ook al weer?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 6 - Quizvraag

Welke formules horen bij een lineair verband?
1. y = 2x
2. y = - 25
3. y = 2 - 4x
Hoe zat het ook al weer?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 7 - Quizvraag

H01.3 Lineaire formules maken
Een formule van een lineair verband (een lineaire formule) bestaat uit een aantal onderdelen: 
-  twee variabelen (horizontale en verticale as in een grafiek), 
-  het hellingsgetal en 
-  het startgetal

De lineaire formule heeft de vorm:


Variabele verticale as  =   hellingsgetal x variabele horizontale as   +   startgetal

Slide 8 - Tekstslide

H01.3 Lineaire formules maken
Wanneer je het hellingsgetal en het startgetal hebt gevonden of uitgerekend kun je de formule opschrijven die bij de tabel hoort.
Bijbehorende formule:
y = 10x + 15

Slide 9 - Tekstslide

H01.3 Lineaire formules maken
In een grafiek vind je het hellingsgetal 
door te kijken hoeveel de lijn stijgt 
(of daalt) per stap die je naar rechts zet. 
Het startgetal is de waarde waar de lijn 
de verticale as snijdt.
De rode grafiek 
heeft een hellingsgetal van +0,5 (per twee stappen 1 omhoog).

Slide 10 - Tekstslide

H01.3 Lineaire formules maken
Wanneer je het hellingsgetal en het startgetal hebt gevonden of uitgerekend kun je de formule opschrijven die bij de grafiek hoort.
Per stap naar rechts gaat de lijn 2 omhoog.

 Bijbehorende formule:
y = 2x + -3

Slide 11 - Tekstslide

H01.3 Lineaire formules maken
Algemene werkwijze:
-  Bepaal wat de namen van de variabelen zijn.
-  Bepaal het startgetal
-  Bepaal / bereken het hellingsgetal
-  Vul de gevonden gegevens op de juiste plaats in in de standaardformule


-  Controleer je formule met een berekening
Variabele verticale as  =   hellingsgetal x variabele horizontale as   +   startgetal

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je van het
hellingsgetal
van grafiek 1?
A
niks
B
is groter dan 0 (positief)
C
is kleiner dan 0 (negatief)
D
is precies 0

Slide 13 - Quizvraag

Welke formule past bij een hellingsgetal -8 en startgetal 12
A
y = 12x + -8
B
y = 12 - 8x
C
y = -8 + 12x
D
y = 8x + 12

Slide 14 - Quizvraag

Welke formule past
bij de grafiek?
A
y = -x + 2
B
y = 0,5x - 1
C
y = 2x + 1
D
y = 2x - 1

Slide 15 - Quizvraag

Welke formule past
bij de grafiek:
A
y = 0,25x + 4
B
y = 0,5x - 4
C
y = 0,5x + 4
D
y = 0,25x - 4

Slide 16 - Quizvraag

Welke grafiek hoort
NIET
bij een lineair verband?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Geef de formule
bij de tabel:

Slide 18 - Open vraag

Geef een formule
bij de tabel

Slide 19 - Open vraag

H01.3 Lineaire formules maken
Opdrachten uit het boek:
Maak de opdrachten 19, 20, 22 en 24 (H2)
Maak de opdrachten 19, 20, 22, 24 en 25 (V2)
Kijk na het maken de opdrachten na met een andere kleur.

Slide 20 - Tekstslide

Einde les

Slide 21 - Tekstslide