P11 - Les 5 - Epilepsie

Epilepsie 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Epilepsie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bijzondere vorm van epilepsie
A
Migraine
B
Koortsstuip
C
Cluster hoofdpijn
D
Ziekte van Parkinson

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar begint epilepsie?
A
Ruggenmerg
B
Zenuwen in de rug
C
Hersenen
D
Wervelkolom

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen hebben epilepsie?
A
1 op de 350-400
B
1 op de 100-150
C
1 op de 400-500
D
1 op de 2000

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke benzodiazepine wordt bij epilepsie gebruikt?
A
Diazepam
B
Nitrazepam
C
Oxazepam
D
Temazepam

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed?
Iemand met epilepsie.....
A
...heeft minstens één keer per jaar een aanval.
B
...heeft altijd dezelfde soort aanvallen.
C
...voelt de aanval altijd aankomen.
D
...kan verschillende soorten aanvallen krijgen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie - interventies.

Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. Je werkt met mensen met een verstandelijke beperking. Tim heeft epilepsie en is bekend met tonisch-clonische aanvallen. Hij krijgt een aanval.
Wat doe je?
A
Kijk op de klok en noteer hoe lang de aanval duurt.
B
Probeer de spierspanning te doorbreken door Tim te fixeren.
C
Druk een hard voorwerp tussen de tanden zodat het gebit niet beschadigt
D
Maak de ademhalingswegen vrij door bijvoorbeeld kleding los te maken.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tonisch-clonische aanvallen 

Slide 13 - Tekstslide

De tonisch-clonische aanval of gegeneraliseerde aanval is de meest bekende aanval, maar niet de meest voorkomende. Deze aanval ziet er zeer indrukwekkend uit en betreft het gehele lichaam. 

Deze aanval wordt ook wel toeval, insult of grote aanval genoemd. Vroeger sprak men ook wel over 'grand mal'. Tonisch-clonisch betekent verkrampt en schokkend. De naam geeft aan wat tijdens een aanval gebeurt.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drie fases
  • Tonische fase > kramp 
Dertig seconden, lichaam verstijft, blauw
  • Clonische fase > schokken 
Een minuut, aanspannen/ontspannen, armen en benen schudden
  • Ontspanningsfase > verslapt 
Bleek, urineverlies, moe
  • Na een tonisch-clonische aanval komt de ademhaling snel weer op gang, en is meestal diep en rochelend door extra speeksel. Na de aanval moet iemand wel in stabiele zijlegging worden gebracht, om te voorkomen dat er speeksel in de luchtpijp komt. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

status epilepticus
  • insult duurt langer dan 5 minuten
  • of serie aanvallen achter elkaar 

Kan levensbedreigend zijn!!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerste hulp bij insult
  • Houd de cliënt niet tegen
  • Druk de cliënt niet op de grond 
  • Plaats niets in de mond van de cliënt
  • Haal gevaarlijke voorwerpen weg uit de buurt van de cliënt
  • Als de aanval over is, controleer de ademhaling
  • Op (linker)zij draaien
  • Niet op laten staan!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk middel geef je bij een status epilepticus?
A
diazepam of midazolam
B
lamotrigine of diazepam
C
levetiracetam of lamotrigine
D
valproïnezuur of midazolam

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Coupeermedicatie

Deze medicatie zorgt er voor dat een aanval onderbroken wordt
Medicatie wordt ingebracht via:

  • De anus (stesolid rectiole)
  • De wangzak (rivotril druppels)
  • Neusspray ( midazolam)

Bovenstaande werkwijze zorgt voor snelle opname van het medicijn

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkzame stof zit er in een stesolid rectiole?
A
Midazolam
B
Diazepam

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Postictale fase
  • Verwardheid, agitatie
  • Huilen
  • Spraakproblemen
  • Schaamte
  • Uitputting
  • Slaap
  • Angst
  • Frustratie
  • Hoofdpijn
  • Geheugenverlies
  • Misselijkheid!!
Duur:
enkele minuten tot soms dagen
gemiddeld ca 15 minuten.

Heftige klachten? Let op!
Grotere kans op nieuw insult!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe ontwikkelingen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nightwatch

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies