Les week 5 Hoofdstuk 3 en 4.

Zootechniek:
Voortplanting Gezelschapsdieren
Hoofdstuk 3 en 4
Doelen: 
De student is in staat om:

- Te benoemen hoe de voortplanting van konijnen en knaagdieren in zijn werk gaat.
- De geslachtscyclus bij kleine knagers te benoemen
- de verschillende onderdelen en de hormonale werking van het uier te benoemen


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zootechniek:
Voortplanting Gezelschapsdieren
Hoofdstuk 3 en 4
Doelen: 
De student is in staat om:

- Te benoemen hoe de voortplanting van konijnen en knaagdieren in zijn werk gaat.
- De geslachtscyclus bij kleine knagers te benoemen
- de verschillende onderdelen en de hormonale werking van het uier te benoemen


Slide 1 - Tekstslide

Noem een aantal belangrijke begrippen van deze hoofdstuk 3 en 4

Slide 2 - Woordweb

Kleine Knager : Rat/ muis
Geslachtsrijp: 6 weken
1e dekking: 12 weken
Oestrische cyclus: Elke 4a 5 dagen
Draagtijd: 20-24 dagen
Worpgrootte: 6-12
Oogjes open 12- 16 dagen
Speenleeftijd: vanaf 4 weken
Hamster            Gerbil
5 weken         7-8 weken
10 weken        9-12 weken
Elke 4a 5 dagen Elke 4-6 dagen

22-24 dagen          24-26 dagen  
8-10                 4-6
15 dagen              12- 20 dagen
vanaf 3 wkn          vanaf 5 wkn

Slide 3 - Tekstslide

Konijnen
Geslachtsrijp: 4 maanden
1e dekking: 5-9 maanden
Oestrische cyclus: Geïnduceerde ovulatie, 10/ 13 uur na dekking
Draagtijd: 31 dagen
Worpgrootte: 4-10
Oogjes open: 10 dagen
speenleeftijd: 8 weken

Slide 4 - Tekstslide

Cavia
Geslachtsrijp: 4 tot 6 weken
1e dekking: voor 8-9 maanden
Oestrische cyclus: 6-11 dagen
Draagtijd: 68 dagen
Worp grootte: 2-4 
Oogjes open: Nestvlieders (gelijk open)
Speentijd: 3 weken

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de juiste draagtijd naar het juiste dier.
68 dagen
20- 26 dagen
31 dagen
Konijn
Keine Knager
Cavia

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de juiste aandoening/ geboorteprobleem naar het juiste dier.
Baarmoeder tumoren
Baarmoeder Ontsteking
drachtigheidstoxicose/ Slepende Melkziekte
verbening bij eerste dracht oudere dieren.
Kanibalisme
Kleine knager
Konijn
Cavia

Slide 7 - Sleepvraag

Het uier
Voedingsstoffen worden uit het bloed gehaald. Het bloed stroomt langs de klierkwabjes. Deze bestaan uit miljoenen melkblaasjes die weer bestaan uit een paar 100 melkcellen.
In elke melkcel wordt continu melk geproduceerd omdat het bloed constant stroomt. 

- Voor 1 liter melk moet er zo'n 400 liter bloed door het uier stromen. 

Slide 8 - Tekstslide

Klierkwab
Melkblaasje en uier. 

Slide 9 - Tekstslide

Hormonen en melk 
Als het dier geslachtsrijp wordt worden grotere melkgangenstelsels aangemaakt door het hormoon oestrogeen.
Tijdens de dracht worden miljoenen melkblaasjes gevormd door het hormoon progesteron
Vlak voor de bevalling geeft de hypofyse het hormoon prolactine af. Hierdoor komt de melkvorming op gang.
Door de bevalling stopt het progesteronproductie van de placenta ook hierdoor komt de melkgift op gang. 
Tijdens het drinken wordt het hormoon oxytocine aangemaakt. Dit hormoon zorgt ervoor dat de melkblaasjes zich aanspannen waardoor de melk uit het uier gedrukt wordt (melk schieten).
Bij stress wordt het hormoon adrenaline aangemaakt. Dit hormoon zorgt ervoor dat de melkgift stopt. Oorspronkelijk bedoeld om te kunnen vluchten voor een roofdier.

Slide 10 - Tekstslide

Welk hormoon zorgt ervoor dat er tijdens de dracht miljoenen melkblaasjes gevormd worden?
A
Oestrogeen
B
Progesteron
C
Oxytocine
D
Prolactine

Slide 11 - Quizvraag

Welk hormoon zorgt ervoor dat de melkgift stopt bij stress?
A
Oestrogeen
B
Prolactine
C
Adrenaline
D
Oxytocine

Slide 12 - Quizvraag

Welk orgaan regelt de hormoonhuishouding in het lichaam?
A
Placenta
B
Kleine hersenen
C
Blinde darm
D
Hypofyse

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet het onderdeel van het uier waar de melk opgeslagen wordt?
A
Melkboezem
B
Tepelholte
C
Melkblaasje
D
Klierkwab

Slide 14 - Quizvraag

Samenstelling melk

Slide 15 - Tekstslide

Dank voor jullie aandacht!
Doelen:
De student is in staat om:
- Te benoemen hoe de voortplanting van konijnen en knaagdieren in zijn werk gaat.
- De geslachtscyclus bij kleine knagers te benoemen .
- de verschillende onderdelen en de hormonale werking van het uier te benoemen.

Slide 16 - Tekstslide