extra oefenen voor toets hoofdstuk 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Quiz

oefenen voor toets hoofdstuk 2

Wat zijn de hoofdzaken in een tekst?

1. middenstuk, slot en kernzin
2. alleen het middenstuk
3. inleiding, slot, kernzin

De kernzin van een alinea is altijd:

1. de eerste zin
2. de laatste zin
3. gewoon een zin uit de alinea
4. de eerste of de laatste zin

Geef voorbeelden van voorvoegsels/achtervoegsels

Maak een woord met een voorvoegsel

Wat betekent het woord:
steunen

1. iemand laten zitten
2. iemand in de kou laten staan
3. iemand helpen

milieu

1. biologisch
2. buiten
3. leefomstandigheden van mensen, planten, dieren

virtuele

1. nep
2. niet echt bestaande
3. echt

streeft naar

1. iets niet willen doen
2. iets vergeten
3. heeft als doel

De uitdrukking: De kluts kwijt zijn betekent, dat je het even niet meer weet.

1. goed
2. fout

Iets door de vingers zien betekent, dat iets voor een keertje wordt toegestaan

1. fout
2. goed

wat zijn samengestelde zinnen?

Noem een verbindingswoord, waarmee je van 2 enkelvoudige zinnen, een samengestelde zin maakt

Waar denk jij aan, bij werkwoorden in de verleden tijd?

Wat is de juiste schrijfwijze in de verleden tijd?
Jan (geloven) mij niet

1. geloofde
2. gelooft
3. geloofte

Hij (raden) het goede antwoord

1. raadt
2. raade
3. raadde
4. raadden

pesten is een sterk werkwoord

1. fout
2. goed

noteer een sterk werkwoord

noteer een zwak werkwoord