Thursday 13-4-23 - Engels klas 2G

2G: welcome!
please have a seat and get your things
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2G: welcome!
please have a seat and get your things

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leg je workbook A van Frans op tafel aub.
Niet bij je?
Dan blijf je even zitten om 11:00 uur.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Content lesson

1. herhaling stof Unit 4
2. (af)maken Self-test Unit 4/ Catch-Up Unit 4
3. Vragen stellen




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

timer
10:00
Study words & phrases Unit 4

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stof Test Unit 4

This test will consist of:
- 10 to 15 vocabulary questions
- 15 grammar questions
- 10 phrases questions
- 5 reading questions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Is onderstreepte in de present perfect of past simple geschreven?

My mother has seen an accident recently.
A
past simple
B
present perfect

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Is onderstreepte in de present perfect of past simple geschreven?

I saw him yesterday, he looked a bit lost.
A
past simple
B
present perfect

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Write a sentence in the present perfect, use a signal word.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Choose: this/that/these/those


I cannot see ___________ bird, it is too far away!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Choose: this/that/these/those


_________ trainers look great on your feet, are they new?
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Use an imperative (wel doen/niet doen)

____________ to me! You can't do that!
A
Don't listen
B
Listen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Make a sentence, use an imperative.

not use - so - salt

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Werk week 15
Unit 4
- 4.5 Self-test Unit 4
- 4.6 Catch-Up Unit 4 (=hw maandag)
- oefentoetsen maken








Orange/yellow = fluisterniveau
timer
40:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

MAVO: learning goal - grammar 4.4

After this lesson I am able to:
- use an imperative (gebiedende wijs)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Gebiedende wijs?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Imperatives
Bij imperatives vertel of zeg je dat iemand iets WEL of iets NIET moet doen in korte instructies.

Slide 17 - Slide

Leg de basisprincipes van de past simple en past continuous uit.
Oefening 
Bekijk het plaatje en bedenk wat de imperative moet zijn:


Slide 18 - Slide

Geef de studenten een oefening om te bepalen of het past simple of past continuous is.
De Present Perfect: Herkennen en Zinnen Maken

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan jij de Present Perfect herkennen in een tekst en zelf zinnen maken in de Present Perfect.

Slide 20 - Slide

Vertel de leerlingen wat zij aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over de Present Perfect?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de Present Perfect?
De Present Perfect is een tijd om te praten over een actie die in het verleden heeft plaatsgevonden, maar nog steeds relevant is in het heden.

Slide 22 - Slide

Leg kort uit wat de Present Perfect is en geef voorbeelden.
Vorm van de Present Perfect
De Present Perfect wordt gevormd met 'have' of 'has' en het voltooid deelwoord van het werkwoord.

Slide 23 - Slide

Toon de leerlingen hoe de Present Perfect wordt gevormd en geef voorbeelden.
Herkennen van de Present Perfect
Om de Present Perfect te herkennen, zoek je naar het gebruik van 'have' of 'has' en het voltooid deelwoord van het werkwoord.

Slide 24 - Slide

Laat de leerlingen voorbeeldzinnen zien en vraag hen hoe ze de Present Perfect kunnen herkennen.
Voorbeelden van de Present Perfect
I have eaten breakfast. She has walked the dog.

Slide 25 - Slide

Geef de leerlingen meer voorbeelden van de Present Perfect.
Zinnen maken in de Present Perfect
Om een zin te maken in de Present Perfect, gebruik je 'have' of 'has' en het voltooid deelwoord van het werkwoord.

Slide 26 - Slide

Laat de leerlingen oefenen met het maken van zinnen in de Present Perfect.
Oefening
Maak de volgende zin af: They ___________ (visit) their grandparents last weekend.

Slide 27 - Slide

Laat de leerlingen de zin afmaken met de Present Perfect.
Antwoord oefening
They have visited their grandparents last weekend.

Slide 28 - Slide

Laat het antwoord op de oefening zien en bespreek het met de leerlingen.
Wanneer gebruik je de Present Perfect?
De Present Perfect wordt gebruikt om te praten over een actie die in het verleden heeft plaatsgevonden, maar nog steeds relevant is in het heden. Het wordt ook gebruikt om te praten over een actie die net is gebeurd.

Slide 29 - Slide

Leg uit wanneer de Present Perfect wordt gebruikt en geef voorbeelden.
Sleep de juiste tijd naar de juiste zin
We have talked for hours.
We were late this morning.
I have never been to Paris.
She has bought a new bike recently.
I am eating a burger right now.
I always walk to school.
present perfect
past simple
present continuous
present simple

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Schrijf 3 zinnen in de present perfect.

Slide 31 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.