paragraaf 2.4: krimp en leefbaarheid

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen waardoor de bevolking van Nederland langzaam groeit.
  • Je weet waardoor de demografische druk wordt versterkt.
  • Je weet waarom in sommige gebieden demografische krimp voorkomt.
  • Je kunt uitleggen hoe demografische krimp de leefbaarheid beinvloedt.
  • Je kunt voorbeelden geven van de manier waarop in krimpgebieden de leefbaarheid wordt verbeterd.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen waardoor de bevolking van Nederland langzaam groeit.
  • Je weet waardoor de demografische druk wordt versterkt.
  • Je weet waarom in sommige gebieden demografische krimp voorkomt.
  • Je kunt uitleggen hoe demografische krimp de leefbaarheid beinvloedt.
  • Je kunt voorbeelden geven van de manier waarop in krimpgebieden de leefbaarheid wordt verbeterd.

Slide 1 - Slide

7

Slide 2 - Video

02:05
In het jaar 1900 had Nederland ....miljoen inwoners
A
5.000.000
B
3.000.000
C
15.000.000
D
7 000 000

Slide 3 - Quiz

02:05
Noem twee steden die sinds 1970 snel groeien.

Slide 4 - Open question

02:05
Welke stad groeide na 1900 het snelst?
A
Utrecht
B
Apeldoorn
C
Amsterdam
D
Rottterdam

Slide 5 - Quiz

03:43
De bevolkingsontwikkeling in Barneveld wijkt af van de bevolkingsontwikkeling in andere dorpen van Nederland. Op welke manier wijkt deze af en wat is de verklaring hiervoor?

Slide 6 - Open question

05:45
Wat was één van de belangrijkste functies van de provincie Flevoland?
A
Woongebied voor de overbevolking.
B
Ontwikkeling van natuurgebied.
C
Voedselvoorziening voor de rest van Nederland.
D
Werkgelegenheid voor de rest van Nederland

Slide 7 - Quiz

06:00
Noem twee ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving.

Slide 8 - Open question

06:00
Wat is een krimpgebied? Wat is het belangrijkste gevolg voor het voorzieningenniveau in deze regio's?

Slide 9 - Open question

Waar liggen de krimpgebieden?

Waar vindt de groei plaats?

Wat maakt gebieden die groeien aantrekkelijk?
opgave 1 en 2

Slide 10 - Slide

Leefbaarheid bedreigd. Op welke manier?
Leefbaarheid bedreigd. Op welke manier?

Slide 11 - Slide

Aantrekkingsfactoren =
pullfactoren

  • werkgelegenheid
  • opleidingsmogelijkheden
  • voorzieningen
Afstotingsfactoren =
pushfactoren

  • gebrek aan werkgelegenheid
  • gebrek aan opleidingsmogelijkheden
  • gebrek aan voorzieningen

Slide 12 - Slide

Drie gevolgen van demografische krimp:




1. ontgroening en vergrijzing
2. Inrichting -> leegstand
3. Afname voorzieningen


Conclusie: demografische krimp -> verslechtering leefbaarheid

Slide 13 - Slide

Opgave 3: Bevolkingsgroei van Nederland
De natuurlijke bevolkingsgroei van Nederland neemt af.

Verklaring van deze afname:
 De ontgroening (afname aandeel 0-20 jarigen)

Eén van de gevolgen: 
Sommige basisscholen moeten sluiten

Slide 14 - Slide

Vergrijzing
  • Het aandeel (percentage) ouderen in de samenleving neemt toe.
  • Ouderen zorgen nemen niet meer deel aan het arbeidsproces.
  • Hierdoor neemt welvaart in bepaalde regio's af en voorzieningenniveau daalt.

Slide 15 - Slide

Demografische druk
Opgave 5

Groene druk & 
Grijze druk

Slide 16 - Slide

Demografische druk
Demografische druk = Grijze druk + groene druk
  • Grijze druk = Aantal ouderen (65+) zonder werk.
  • Groene druk = Aantal jongeren (0-20) zonder werk.


Slide 17 - Slide

Demografische druk
Grijze druk (65+)
Groene druk (jongeren die niet werken)

Beide zorgen voor een versterking van de demografische druk.

Hoe hoger de uitkomst, hoe groter de demografische druk = ongunstig

Slide 18 - Slide

Demografische druk.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Begrippen opgave 8 en 9
Drempelwaarde
Verzorgingsgebied
Centrum
Reikwijdte
Draagvlak 

Slide 21 - Slide

Verzorgingsgebied: gebied dat door 1 plaats wordt voorzien van goederen en diensten.

Slide 22 - Slide

aantekening: kan deze winkel overleven?
  • verzorgingsgebied = gebied waar klanten vandaan komen
  • reikwijdte = maximale afstand die klant wil afleggen
  • drempelwaarde = minimaal aantal klanten dat bedrijf nodig heeft
  • webwinkels hebben een groter verzorgingsgebied, een minimale reikwijdte en een lage of hoge drempelwaarde (is afhankelijk van soort)

Slide 23 - Slide

Opgave 10: Bestuurlijke niveaus
Het openbaar bestuur werkt op de drie schaalniveaus samen aan ruimtelijke ordening. 
Van hoog naar laag schaalniveau:
  • Rijk
  • 12 provincies
  • 388 gemeenten (1-1-2017)

Let op: hiërarchie!  
Beleid van lager niveau mag niet tegen beleid van hoger niveau ingaan.

Slide 24 - Slide

Leefbaarheid kun je verbeteren door herinrichting

Slide 25 - Slide

opgave 7: Herinrichting Eemsdelta
  • slopen van oude (huur)woningen en nieuwbouw moderne grote woningen.
  • concentratie van voorzieningen (i.p.v verspreid kleinere winkelcentra)
  • taken (functies) toebedelen aan woondorpen, grote dorpen en steden.
  • Voorwaarde is goed OV

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link