Begeleiden, semester 3, les 7, tweedejaar

Begeleiden Les 7; Cliënten in groepen begeleiden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Begeleiden Les 7; Cliënten in groepen begeleiden

Slide 1 - Slide

AWR

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
- AWR
- Terugblik
- Theorie
- Filmpje
- Theorie
- Filmpje
- Hoe vond je de les?
- Aan het werk

Slide 3 - Slide

Bij een wielstructuur communiceren groepsleden niet goed genoeg met elkaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Hoe kan je betrokkenheid stimuleren?

Slide 5 - Open question

Individuele aandacht geven
Als beroepskracht MZ mag je nooit alleen maar aandacht hebben voor de groep als geheel. Elke groep bestaat namelijk uit individuen die uniek zijn. En ieder individu heeft behoefte aan individuele aandacht. Zonder individuele aandacht is het niet mogelijk je in een groep prettig te voelen.
Individuele aandacht zorgt voor een gevoel van tevredenheid en acceptatie. Denk hierbij aan het geven van een complimentje aan een cliënt. Of denk aan het tonen van belangstelling, het luisteren naar een cliënt, enzovoort.



Slide 6 - Slide

Ga uit van de individuele behoefte van de cliënt
Sommige mensen zeggen – of denken – dat je als beroepskracht MZ alle cliënten evenveel aandacht moet geven. Dat is een veelvoorkomende misvatting. Ook bij het werken met een groep moet je uitgaan van de behoefte van de individuele cliënt. Cliënten verschillen in de mate waarin ze behoefte hebben aan aandacht. De een kan zichzelf goed vermaken, een ander kan dat niet. De een wil elk uur wel een praatje maken, een ander wil dat niet.
Cliënten verschillen ook in de manier waarop ze het liefste aandacht krijgen. De ene staat graag in het middelpunt van de belangstelling, terwijl een ander liever ‘onzichtbaar’ opgaat in de groep.

Slide 7 - Slide

Wat is conformisme?

Slide 8 - Mind map

Omgaan met conformisme
Iedere groep oefent een zekere druk uit op de leden om zich te conformeren. Voor het eigene van de groep is het belangrijk dat de leden zich houden aan de normen en regels van de groep. Dit beperkt uiteraard de individuele vrijheid van leden.
Dit verschijnsel komt voor in allerlei groepen: in het gezin, op het werk, in een sportteam, enzovoort. Groepsleden houden zich aan de regels van de groep, ook al staan die regels niet op papier.

Slide 9 - Slide

Wanneer iedereen zich aanpast, heb je geen problemen, zou je denken. Toch is dit niet zo. Wat doe je bijvoorbeeld als een groep iets wil doen, wat jij niet ziet zitten? Zeg je er niks van en verlaat je de groep? Of pas je je aan en doe je gewoon mee met de anderen? Of ga je er tegenin en zeg je er wél wat van?

Slide 10 - Slide

Uit onderzoek blijkt dat:

  • (vrijwel alle) mensen de neiging hebben zich aan te passen;
  • (vrijwel alle) mensen gehoorzamen aan een hogere autoriteit. Mensen doen dit zelfs als ze de opdracht krijgen om mens- of dieronvriendelijk te handelen.












Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Is conformisme daarmee slecht? Nee, die conclusie gaat te ver. Conformisme heeft een duidelijke functie. Voor een groep heeft conformisme nut, omdat het bijdraagt aan het bereiken van het groepsdoel. Conformisme verhoogt de groepscohesie. En: hoe groter de groepscohesie, des te meer willen de groepsleden zich inzetten voor het groepsdoel. De groep zal daarom proberen mensen met een afwijkende mening toch mee te laten doen. De groep zal proberen de afwijkers te overtuigen van hun ongelijk.

Slide 13 - Slide

Reactie van de groep op non-conformisme
Niet ieder groepslid wordt even hard aangepakt als hij zich niet conformeert. De groep corrigeert randfiguren meestal niet zo gauw. De reden is dat randfiguren minder belangrijk zijn voor de groep. Ook groepsleden die veel invloed of een hoge status hebben, worden niet zo gauw aangevallen. Vaak zijn dit de informele leiders van de groep.









Slide 14 - Slide

Conformisme biedt het individuele groepslid ook een voordeel. Als iedereen het met elkaar eens is, als iedereen hetzelfde doet, kun je als individu opgaan in de groep. Je kunt je verschuilen achter wat de groep heeft besloten.


Slide 15 - Slide

Dat de groep informele leiders niet aanpakt heeft twee redenen. De eerste reden is dat de groep het niet durft. De tweede reden is dat informele leiders met hun non-conformisme veranderingen in gang zetten. Zij zullen dus juist proberen anderen uit de groep met zich mee te krijgen.

Slide 16 - Slide

Als beroepskracht MZ is het goed te kijken naar de mate waarin groepsleden zich aanpassen aan anderen. Ook is het goed om te kijken of dat vrijwillig gebeurt. Als het nodig is kun je een cliënt vragen of hij zich (nog) prettig in de groep voelt. Ook kun je groepsleden die eisen dat anderen zich aanpassen, corrigeren.

Slide 17 - Slide

Overzicht houden
Wanneer je mensen in een groep begeleidt, is het nodig om overzicht over de groep te houden. Als je geen enkel overzicht hebt, heb je geen idee wat er gaande is. Je kunt dan niet beoordelen:
  • of jij als beroepskracht MZ de juiste dingen doet;
  • of er ongewenste dingen gaande zijn;
  • of jij als beroepskracht MZ op de juiste manier ingrijpt als dat nodig is.

Slide 18 - Slide

Je hebt ongetwijfeld ervaring met een gebrek aan overzicht. Op elke school zijn enkele docenten die (te) weinig overzicht hebben. Als een docent te weinig overzicht heeft, merk je dat als leerling. De les verloopt chaotisch en rommelig waardoor de docent al snel ook geen overwicht meer heeft. Leerlingen gaan tijdens de les met elkaar praten en reageren onbeleefd. Natuurlijk is een schoolklas geen groep cliënten, maar wat voor beide groepen geldt is dat het voor een begeleider of leider belangrijk is overzicht te hebben.
Een gebrek aan overzicht is niet alleen vervelend voor de begeleider, het is ook vervelend voor de groep.

Slide 19 - Slide

Wat kan er gebeuren bij gebrek aan overzicht?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Tips voor het krijgen en houden van overzicht
Een belangrijke vraag is nu: hoe zorg je ervoor dat je overzicht hebt? Die vraag is niet zo simpel te beantwoorden. En als het al simpel in theorie zou zijn, dan is er nog het verschil met de praktijk. Toch willen we je een aantal tips geven.

Slide 22 - Slide

  • Hanteer duidelijke regels – vaak gaat het om regels die altijd al gelden, zoals: geen voeten op tafel, geen troep op de grond, rommel opruimen, enzovoort. Het is niet de bedoeling te veel regels te stellen.
  • Grijp in als een cliënt zich niet aan de regels houdt. Als je niets zegt of doet, weten cliënten meteen dat ze zich bij jou niet aan de regels hoeven te houden.
  • Heb aandacht voor positief gedrag. Doet een cliënt ongevraagd iets wat bijdraagt aan een goede sfeer of een prettige leefsituatie? Geef dan een complimentje. Dat kan in woorden, maar je kunt ook je duim opsteken of een schouderklopje geven.

  



Slide 23 - Slide

  • Houd je ogen en oren open. Het is heel belangrijk goed waar te nemen en te letten op cliënten: wie doet wat met wie, wie trekt met wie op, wie zit naast wie, wie vermijdt wie, wie luistert naar wie, wie luistert niet naar wie, enzovoort.
  • Leer snel te schakelen tussen iets opmerken, daar iets mee/aan doen, enzovoort. Overzicht houden is iets wat je moet leren. Je kunt het niet vanaf de eerste dag. Er zijn te veel nieuwe indrukken en je kent de cliënten nog niet. Ook daarom is het belangrijk om je juist in het begin aan de regels te houden.

Slide 24 - Slide

Wat neem je mee van deze les?

Slide 25 - Open question

Maken: Thieme Meulenhoff, boek communicatie, opdrachten 8.17, 1a t/m 6b en 8.18, 1a t/m 8c

Slide 26 - Slide

Volgende week
Volgende week gaan jullie aan de slag met de praktijkopdrachten van Thieme Meulenhoff. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide