Les 21: Steunen

• Mentorles
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Introduction

Leerlingen kunnen uitleggen wat het verschil is tussen steun geven en ontvangen.

Instructions

Les 21.pdf

Worksheets

Les 21.pdf

Steunen

Les 21

Aan het eind van deze les...
• leg ik uit wat het verschil is tussn steun geven en steun ontvangen.

Vertrouwen in de ander:
Ik leef mij in de situatie van de ander in, ik toon begrip voor het gedrag of de mening van de ander, ik stel de ander gerust

Bespreek met de leerlingen wat ze aan het einde van deze geleerd hebben.

Naspelen

We gaan oefenen

Hoe werkt het?

Instructie

Let op! Nu komt er uitleg

Doe activiteit

We gaan aan het werk

Schrijf opdracht

Opdracht uit de Baaz-map

Afronding

Gezamenlijke afsluiten

Kijken

Goede kijkhouding

Luisteren

Goede luisterhouding

Overleggen

Met elkaar overleggen

Groepsgesprek

Met elkaar in gesprek

Bespreek en herhaal de picto's die terugkomen in de les.

Mochten de leerlingen deze al goed kennen, kun je dit overslaan.

Les 21 - Steunen

Steun geven en steun krijgen

SAM

Oefenen

Werkblad invullen

Afronding

Bespreek met de leerlingen de planning van de les, wijs ze hierbij ook op de picto's bij de verschillende onderdelen.

Mochten leerlingen de picto's niet meer weten, ga terug naar de vorige dia.

Steunen

• Voorbeeld steun geven en krijgen
• Wanneer voelde jij je gesteund?
• Wanneer heb jij iemand gesteund?

Gesprek steunen:

• Start met een eigen voorbeeld (al dan niet bedacht) over steun geven en steun krijgen.
• Vraag vervolgens een helft van de klas wanneer zij iemand zich gesteund voelde. Wat was de situatie? Wat deed de ander?
• Vraag daarna aan de andere helft van de klas wanneer zij iemand hebben gesteund. Wat was de situatie? Wat hebben zij gedaan om steun te laten zien. 

• Ik Steun

• Andere

• Mensen

SAM

SAM:

• Leg SAM uit: Steun Andere Mensen
• Als je elkaar steunt dan denk je aan de andere persoon.
• Steunen is ook een vorm van elkaar helpen.

Verhaalkaart

Johan staat na schooltijd op Samir te wachten. Hij is verdrietig en wil hem graag iets vertellen. Hij verteld dat zijn moeder van de fiets is gevallen en daarbij haar been heeft gebroken. Ze moet een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Johan wil graag op bezoek maar durft niet alleen en vraagt of Samir mee wilt graan. Samir heeft gisteren met de jongens uit de buurt afgesproken om te gaan voetballen en zegt tegen Johan dat hij niet kan omdat hij iets anders gaat doen. Johan loopt teleurgesteld het schoolplein af. 

Verhaalkaart:

• Vraag 2 leerlingen om het rollenspel te spelen. (als meer leerlingen willen, kun je het rollenspel meerdere keren spelen of je verwerkt de tips erbij bij de volgende opdracht)
• Bespreek de situatie kort na.
• Betrek hierbij ook de poster; welke gedachten (positief/negatief) horen bij de situatie.
• Alleen aan jezelf denken --> denken aan de ander
• Geen rekening houden met anderen --> rekening houden met anderen

Welke tip geef jij Samir?

Open vraag:

Met devices:

Laat de leerlingen een tip noteren voor Samir.

Zonder devices:

Laat de leerlingen op een post it een tip geven voor Samir.

Bespreek de tips.

• Speel de situatie nogmaals en verwerk hierin de tips die de leerlingen hebben gegeven. 
• Laat ze zelf een tip kiezen en spelen.

Welke tip geef jij Johan?

Open vraag:

Met devices:

Laat de leerlingen een tip noteren voor Johan.

Zonder devices:

Laat de leerlingen op een post it een tip geven voor Johan.

Bespreek de tips.

• Speel de situatie nogmaals en verwerk hierin de tips die de leerlingen hebben gegeven. 
• Laat ze zelf een tip kiezen en spelen.

Hoe steun jij andere mensen?

Werkblad:

• Leerlingen vullen het werkblad in
• Maak een kort rondje door de klas en geef de leerlingen de ruimte om hun antwoord te delen met de klas.

Een kaart schrijven

• Schrijf een kaart.

• Tekenen of plaatjes plakken mag ook.

• Met de kaart geef je steun aan iemand die bijvoorbeeld ziek of verdrietig is.

 

Werkblad:

• De leerlingen schrijven een kaart als steunbetuiging voor iemand.
• Deze opdracht kan gekoppeld worden aan een les Nederlands. De leerlingen maken de kaart dan echt, lettend op hun Nederlandse taal en de kaarten worden verstuurd.

Mijn steunkaart:

Open vraag (foto):

Met devices:

Laat de leerlingen een foto maken van hun kaart en uploaden in LessonUp. Bespreek wat ze hebben geschreven en gemaakt.

Zonder devices:

Laat de leerlingen een rondje maken door de klas zodat ze elkaars kaarten kunnen lezen en zien.

Bespreek kort wat ze hebben opgeschreven.