PDO les 2 Werkvelden en vaardigheden

Pedagogiek Didactiek & Ontwikkeling
                              PDO
1 / 18
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pedagogiek Didactiek & Ontwikkeling
                              PDO

Slide 1 - Slide

Nodig bij de komende lessen:

* Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling
* Laptop
* Telefoon om deel te nemen aan de quizvragen tijdens de les
* Eventueel pen en papier voor aantekeningen


Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag behandelen?
- korte terugblik 
- doelen van deze les
- huiswerk

Slide 3 - Slide

Terugblik op de vorige les
Vraag: 
Waarom blikken docenten aan het begin van de les terug op de vorige les?


Slide 4 - Slide

Waar staat de afkorting "PDO" voor?
A
Psychologie, Didactiek en 0rganisatie
B
Pedagogiek, Diagnostiek en Ontwikkeling
C
Psychologie, Dialogie en Opvoeding
D
Pedagogiek, Didactiek en Ontwikkeling.

Slide 5 - Quiz

Wat is geen taak van de onderwijsassistent?
A
Beslissen of een kind over mag
B
Structuur bieden aan kinderen.
C
Kinderen individueel en in groepjes begeleiden.
D
Het lokaal inrichten bij een nieuw thema.

Slide 6 - Quiz

Wat is een belangrijke taak van een onderwijsassistent in het speciaal onderwijs?
A
Interessante projecten, materialen en ruimtes zo inrichten dat leerlingen makkelijk aan de slag kunnen.
B
Geduldig zijn, goed aansluiten bij de behoefte aan veiligheid en leerlingen uit kunnen dagen op hun niveau.
C
Het organiseren van leuke activiteiten, zodat leerlingen zich kunnen ontspannen.

Slide 7 - Quiz

Op de BSO staan leerdoelen centraal die aan het eind van het jaar behaald moeten zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Doelen van deze les:
- Je kunt de kenmerken benoemen van de verschillende werkvelden
- Je weet wat het vierogenbeleid is
- je bent je bewust van de vaardigheden die belangrijk zijn als onderwijsassistent
- je weet wat belangrijk is om straks te starten aan je stage


Slide 9 - Slide

1.2 Werkvelden
                                       Drie werkvelden als hoofdwerkveld

We splitsen ze in acht werkvelden:
- kinderdagverblijf
- peuterspeelzaal
- buiten schoolse opvang (BSO)
- integraal kindcentrum
- basisschool
- speciaal onderwijs
- voortgezet onderwijs
- opvoedings- en ontwikkelingsondersteuning
 
Vraag: wat valt je op aan de kleuren?

Slide 10 - Slide

1.2 Werkvelden
Videofragment:  werken in het werkveld: opvoedings- en ontwikkelingsondersteuning: jeugdzorg
                                                                                                        Duur: 2.51

Slide 11 - Slide

1.2 Werkvelden
Vierogenprincipe
Het vierogenprincipe voor de kinderopvang betekent dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht/leidster die op de groep staat.
Dit geldt voor de volgende werkvelden:
- kinderdagverblijf
- crèche en 
- peuterspeelzaal 

Verplicht vanaf 2013 n.a.v. een grote zedenzaak door een pedagogisch medewerker.

Doel: veiligheid voor de kinderen

Slide 12 - Slide

1.3 jouw vaardigheden
Vraag
Welke vaardigheden zijn van belang als onderwijsassistent?
Dus wat moet je in je hebben/kunnen/bereid zijn om aan te leren?





Slide 13 - Slide

1.3 jouw vaardigheden


- handelend optreden (bv. je ziet iets liggen en raapt het op, je helpt waar nodig, je sust een ruzie als je hem ziet)
- je hebt een voorbeeldfunctie (doe zoals het hoort)
- je helpt de ontwikkeling stimuleren
- je stelt je  flexibel op
- je bent collegiaal (je helpt je collega's als het nodig is)
-  je bent zelfstandig​ (je hebt niet steeds hulp nodig van je praktijkopleider)
- ontwikkelingsgerichte activiteiten​ kunnen geven 
- coördineren​ 
- je kunt toezicht houden​ (bv. pleinwacht, in de klas,)
- je kunt registreren en administreren​ (bv. aanwezigheid en toetsen invoeren)
- je bent een veilige haven voor kinderen​
- je geeft structuur en grenzen











Slide 14 - Slide

1.3 jouw vaardigheden
Vragen:

1. Wat betekent voor jou:​ Veiligheid bieden?​

2. Geef eens een voorbeeld van:​ Je flexibel opstellen.​

3. Wat versta jij onder:​ Een voorbeeldfunctie hebben?​




Slide 15 - Slide

1.4 Op stage


Oriënteer je: denk goed na over wat je te weten wilt komen

Bouw rustig op: leer iedereen kennen, doe dingen eerst samen, kijk goed en doe dan steeds meer zelf

Houd je aan de voorschriften en je voorbeeldfunctie: kom niet brak op je werk of stage, kijk of er kledingvoorschriften zijn, praat netjes, gebruik geen scheldwoorden en laat je telefoon in je tas!

En het allerbelangrijkste: genieten en veel plezier!


Slide 16 - Slide

Welke informatie/ begrippen zijn je bijgebleven deze les?

Slide 17 - Open question

Huiswerk:

Lezen hoofdstuk 1

Slide 18 - Slide