Bevolkingscijfers

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

(per 1.000 of ‰) 

Aantal inwoners: 300.000
Geboren baby's: 1.500
Wat is het geboortecijfer?

1. 4‰
2. 5‰
3. 7‰
4. 10‰

Aantal inwoners: 300.000
Overleden: 900
Wat is het sterftecijfer?

1. 3‰
2. 4‰
3. 5‰
4. 6‰

Aantal inwoners: 400.000
Geboren: 3600
Overleden: 2800

Aantal inwoners: 300.000
Immigratiecijfer: 7‰
Hoeveel immigranten zijn er?

1. 700
2. 1500
3. 2100
4. 2500

Aantal inwoners: 300.000
Emigratiecijfer: 4‰
Hoeveel emigranten zijn er?

1. 800
2. 1000
3. 1200
4. 1400

Aantal inwoners: 400.000
Immigratiecijfer: 10‰
Emigratiecijfer: 7‰

Aantal inwoners: 600.000
Geboorte: 5.400. Sterfte: 4.800
Immigranten: 6.000. Emigranten: 4.100

In welke fase is er (bijna) geen bevolkingsgroei door een hoog geboorte- en hoog sterftecijfer?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 4

Welken soorten landen bevinden zich in fase 1 van het demografische transitiemodel?

1. Erg rijke landen
2. Rijke landen
3. Arme landen
4. Erg arme landen

Waardoor vindt in fase 2 een enorme bevolkingsexplosie plaats?

1. Geboortecijfer daalt enorm
2. Sterftecijfer daalt enorm
3. Sterftecijfer stijgt enorm
4. Geboortecijfer stijgt enorm

In fase 2 neemt het sterftecijfer enorm af. Wat is geen reden voor deze afname?

1. betere gezondheidszorg
2. betere hygiëne
3. aanleg van waterleidingen en riolering
4. een burgeroorlog

In fase 4 is het geboortecijfer laag. Wat is geen reden voor dit lage geboortecijfer?

1. Geboortebeperking
2. verbeterde positie van vrouwen
3. later trouwen
4. kinderen zijn nodig om op het land te werken

Welke soorten landen bevinden zich in fase 5 van het demografische transitiemodel?

1. Erg arme landen
2. Arme landen
3. Niet arm en niet rijke landen
4. Rijke landen