H7 verbanden examentraining

H7 verbanden examentraining
1 / 41
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7 verbanden examentraining

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

H7 verbanden
Onderwerpen die aanbod komen zijn:
- Formules opstellen (lineair- , kwadratisch- en exponentieelverband)
- Van formule naar tabel gaan
- Van grafiek naar formule gaan
- Somformule en verschilformule
- Parabolen (kwadratisch verband, wortelverband)
- groeifactor
-verschillende verbanden (kijk voor allen op pag. 208 deel 1)
-vergelijkingen oplossen (aflezen, inklemmen, balansmethode)
extra instructie video's


Slide 3 - Slide

Wanneer is er sprake van een verband?
A
Als er een ongeluk is gebeurd
B
Als de variabelen met elkaar te maken hebben.
C
Als de variabelen niets met elkaar te maken hebben.

Slide 4 - Quiz

Wat is een variabele
A
een getal
B
het moet altijd een hoofdletter zijn
C
een letter waarvoor je een getal in kunt vullen

Slide 5 - Quiz

Theorie A


-> aangeven wat de afkortingen (variabelen) betekenen!

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik
je een scheurlijn?

Slide 7 - Mind map

Theorie B
Hoe teken je een grafiek van een lineair verband?
  • bepaal de getallen op de as -> assen niet langer dan 10 cm
  • x=0 en laatste getal horiz. as invullen
  • vert. as evt scheurlijn
  • teken de punten en trek de lijn, maak 'm zo lang mogelijk

Slide 8 - Slide

Wat is een minimum?

Slide 9 - Open question

Wat is een maximum?

Slide 10 - Open question

theorie D

Regelmaat -> 


deling -> toename onder: toename boven => R.C.


uitkomst steeds hetzelfde -> regelmaat


voorbeeld

Slide 11 - Slide

Theorie E

Formule kiezen bij een tabel

  • Neem een formule -> vul 0 in
  • klopt de uitkomst met de tabel?
  • ja -> probeer nog een andere
  • (nee -> probeer de andere formule)
  • als het allebei de keren klopt dan heb je de juiste formule

Slide 12 - Slide

Theorie F
van tabel naar formule -> wat heb je nodig?
  • begingetal
  • R.C.

variabele = 0
toename onder: toename boven


Slide 13 - Slide

Theorie G
van grafiek naar formule -> wat heb je nodig?
  • begingetal
  • R.C.

begingetal op verticale as
R.C. -> berekenen

Slide 14 - Slide

Theorie H
R.C. berekenen

toename verticaal: toename horizontaal

Slide 15 - Slide

Een lijn is evenwijdig als....
A
allebei de lijnen dezelfde R.C. hebben
B
allebei de lijnen hetzelfde begingetal hebben.

Slide 16 - Quiz

Een lijn begint op dezelfde hoogte op de verticale as als...
A
de lijnen dezelfde R.C. hebben
B
de lijnen hetzelfde begingetal hebben

Slide 17 - Quiz

Theorie G
van grafiek naar formule -> wat heb je nodig?
  • begingetal
  • R.C.

begingetal op verticale as
R.C. -> berekenen
Maken opgave 25 en 26

Slide 18 - Slide

Theorie H
R.C. berekenen

toename verticaal: toename horizontaal

Slide 19 - Slide

De R.C. berekenen
Toename verticaal
Toename horizontaal
______________________

Slide 20 - Slide

staat bij de horizontale as
stijggetal
begingetal
staat bij de verticale as

Slide 21 - Drag question

7,5
5
tijd in uren
inkomsten in euro's

Slide 22 - Drag question

staat bovenin de tabel
stijggetal
begingetal
staat onderin de tabel

Slide 23 - Drag question

750
500
tijd in uren
aantal kopieën

Slide 24 - Drag question

9.2 Som- en verschilformule

  • Somformule?

  • Verschilformule van Sita - Ayla?

  • Verschilformule van Ayla - Sita?

Slide 25 - Slide

De somformule van
en
is
h=7d+3
2d1=h
A
h=5d2
B
h=14d2
C
h=9d+2
D
h=9d2+2

Slide 26 - Quiz

Wat is het startgetal en het helling getal van de somformule?
A
Startgetal: 100 Hellingsgetal: 25
B
Startgetal: 150 Hellingsgetal: 15
C
Startgetal: 150 Hellingsgetal: 25
D
Startgetal: 50 Hellingsgetal: 25

Slide 27 - Quiz

Wat is het hellingsgetal voor de somformule?
A
4
B
14
C
10
D
1

Slide 28 - Quiz

Maak van de 2 formules een verschilformule.
inhoud = 15 + 6p
inhoud = -5 + 4p
Wat is de verschilformule
A
inhoud = 10 + 6p
B
inhoud = 20 + 2p
C
inhoud = 10 + 2p
D
inhoud = 15 + 2p

Slide 29 - Quiz

Schrijf de verschilformule op.
A
b = 5 + 13w
B
b = 13 - 5w
C
b = 13 + 5w
D
b = -5 + 13w

Slide 30 - Quiz

  • Wat is het begingetal van de grafiek van Jaap?
  • Wat is het stijggetal van de grafiek van Jaap?
  • Maak de formule die bij de grafiek hoort. 

Slide 31 - Slide

Wat is de groeifactor?
t
0
1
2
3
Aantal
100
150
225
337,5

Slide 32 - Open question

Wat is de groeifactor?
t
0
1
2
3
Aantal
220
176
140,8
112,64

Slide 33 - Open question

Geef de formule bij de tabel
t
0
1
2
3
Aantal
100
150
225
337,5
Tekst

Slide 34 - Open question

Welk verband is dit?
t
2
3
4
H
100
200
400
A
lineair
B
exponentieel
C
kwadratisch
D
wortel

Slide 35 - Quiz

Wat is de groeifactor?
t
2
3
4
H
100
200
400
A
1
B
2
C
1,5
D
4

Slide 36 - Quiz

Wat is het begingetal?
t
2
3
4
H
100
200
400
A
100
B
0
C
50
D
25

Slide 37 - Quiz

Wat is de toename van dag 5 naar dag 6(t in dagen) Afronden op helen

Aantal=4501,75t

Slide 38 - Open question

Geef de formule
t
2
3
4
H
100
200
400
A
H= 100 * 2^t
B
t=100*2^H
C
H=25*2^t
D
t=25*2^H

Slide 39 - Quiz

Wat is de toename in de 3e week?
week 1
week 2
week 3
week 4
100
300
375
550

Slide 40 - Open question

Wat is het Aantal op dag 3 (t in dagen) Afronden op helen

Aantal=4501,75t

Slide 41 - Open question