Les 5.2 | Regionale Verschillen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

5.2 Regionale verschillen

Leerdoel

1. Je kan het demografische transitiemodel toepassen
2. Waar in Duitsland groeit de bevolking en waar neemt die af?
3. Waardoor komt dit verschil? 

Twee Staten

• Begrippen
• Vroeger twee staten/landen: BRD en DDR
• BRD kapitalistisch: modern, vrijheid en rijk
• DDR communistisch: ouderwets, dictatuur en arm

• Begrippen
• In 1990 werd Duitsland weer één land
• Grote verschillen tussen het oosten en het westen blijven

Werkloosheid

Werkloosheid

Bevolkingsontwikkeling tot 2030

Wat valt je op als je de twee kaarten met elkaar vergelijkt?

Werkloosheid

Bevolkingsontwikkeling tot 2030

Krimp in Oost-Duitsland

• Vanaf 1990 sterke krimp
• Rijke westen/arme oosten
• Push- en Pullfactoren
• Oudere mensen bleven achter

Voorzieningen in Oost-Duitsland

Voorzieningen verdwijnen

Uitzondering in Oost-Duitsland?

Krimp en groei

Afstotingsfactor

Krimp en groei

Aantrekkingsfactor

Krimp en groei

Bevolkingskrimp en nieuwe woningen?

Welke twee soorten bevolkingsgroei zijn er?

1. Sociale bevolkingsgroei
2. Natuurlijke bevolkingsgroei
3. Asociale bevolkinsgroei
4. Economische bevolkinsgroei

Wat is geboorteoverschot?

1. Er worden meer mensen geboren als dat er doodgaan.
2. Er worden minder mensen geboren als dat er doodgaan.
3. Er vestigen zich meer mensen dan dat er vertrekken
4. Er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen

gastarbeider

1. Iemand die permanent in een ander land gaat wonen om er te werken.
2. Iemand die (tijdelijk) in een andere stad gaat wonen om er te werken.
3. Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen om er te werken.
4. Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen.

Wat is een vestigingsoverschot?

1. Als er meer kinderen geboren worden dan sterfgevallen
2. Als er meer kinderen geboren worden dan emigreren
3. Als er meer immigranten zijn dan sterfgevallen
4. Als er meer immigranten zijn dan emigranten.