Introductie MoZ les 2

Introductie Mentoren op Zuid
Les 2
Ontwikkeling van het (jonge) kind 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Introductie Mentoren op Zuid
Les 2
Ontwikkeling van het (jonge) kind 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

- Je onderscheidt de ontwikkeling van het jonge schoolkind met het oudere schoolkind en de puber.
- Je legt uit wat per levensfase aandachtspunten zijn voor jou als mentor 
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ga op volgorde staan...

  • wie er de meeste autootjes thuis had, waarmee je speelde als basisschoolkind
  • wie het vaakste uit de klas gestuurd is op de middelbare school
  • op leeftijd dat je een eigen telefoon hebt gekregen/ gekocht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al/ nog?

Per team krijg je een papiertje. Schrijf op het papiertje je teamnaam en maak er een prop van. 
Je krijgt zo vragen gesteld. Je beantwoord de vragen (als team) door jullie prop op het goede antwoordblad te gooien. Komt de prop terecht op het goede antwoordblad, dan krijg je 1 punt. 

Welk team haalt de meeste punten?  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  1. Met 9 jaar val je in de categorie?
  2. Prepuberteit hoort in deze categorie
  3. Deze categorie heeft veel slaap nodig
  4. Imitatie hoort bij deze categorie (nadoen van gedrag van anderen om erbij te horen)
  5. In deze categorie denkt het kind meer intuïtief (aanvoelen), dan rationeel (verstandelijk)
  6. In deze categorie is het kind altijd op zoek naar fysiek (lichamelijk) contact

Slide 5 - Slide

1. oudere schoolkind
2. oudere schoolkind
3. puber
4. jonge schoolkind
5. jonge schoolkind
6. oudere schoolkind
De ontwikkeling is heel erg verschillend. Het ene kind is bijvoorbeeld erg lang, de ander klein. Het ene kind liep al los met 9 maanden, de andere met 2 jaar. 

De marge van een gezond ontwikkeling is vrij groot.  De aanleg van een kind bepaalt wanneer het ergens klaar voor is. 
Bv. een baby kan nog niet met een schaar knippen.   
Ook spelen omgevingsfactoren een rol.  Bv. een expatgezin waardoor de kinderen meerdere talen spreken
De ontwikkeling van een kind

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Jonge schoolkind
4 tot 8 jaar

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijk
Spieren nemen toe. Eerlijke verdeling lengte en gewicht (risico overgewicht). Wisselen van melkgebit
Motorisch
Moeite met stilzitten, veel energie. Langzaam verbetert coördinatie + evenwicht. Actief (buiten) spelen is hierbij belangrijk
Intuïtief
Minder fantasie, meer realiteit. Meer zicht op oorzaak en gevolg. Nog wel egocentrisch (eigen denken staat centraal).
Sociaal-emotioneel
Ontwikkelt vriendschappen, imitatie speelt een rol. De groep wordt steeds belangrijker
Lekker stout
Het geweten speelt een rol (kind weet wat wel en niet mag). Soms ongehoorzaam voor negatieve aandacht.
Seksuele ontwikkeling
Meer besef van verschillen, meer schaamte. Giechelen om 'vieze woorden'
Pagina 298 basisboek SW

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Filmpje!
Bekijk het filmpje. Over welk aandachtsgebied van de ontwikkeling van het jonge schoolkind gaat het?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Oudere schoolkind
8 tot 12 jaar

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijk
Meer verschillen jongens meisjes (spieren, uithoudingsvermogen). Secundaire geslachtskenmerken
Prepuberteit
Hormonen en wisselende emoties
Motoriek
Goede fijne als grove motoriek, als ooghandcoördinatie
Cognitief (denken)
Van concreet naar abstract denken-> voorstellingsvermogen (dingen die niet direct waarneembaar zijn). Kan analyseren, reflecteren en nadenken over gevolgen van handelen.
Krijgt inzicht hoe anderen hem ervaren en leert zichzelf op waarde schatten
Sociaal emotioneel
Gezin naar achtergrond. Wordt zelfstandiger. Wil geaccepteerd worden door vrienden. Pestgedrag kan voorkomen door veroveren plek in groep.
Seksuele ontwikkeling
Lichamelijk contact (duwen, knijpen, stoeien , vechten). Seksualiteit is beladen, dingen worden dubbelzinnig opgepakt en aangedikt. Wederzijds voorzichtige interesse
Pagina 300 basisboek SW

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Puber
12 tot 17 jaar

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijk
Geslachtsontwikkeling staat centraal (groeispurt, menstruatie, secundaire geslachtskenmerken). Onzekerheid hierover.
Pubertaken
Wil eigen identiteit. Zet zich af tegen omgeving en experimenteert. Behoefte aan regels en grenzen, liefde en steun. Geeft spanningen.
Cognitief (puberbrein)
Hersenontwikkeling. Verhoogde zenuwactiviteit maakt wispeltutrig. roekeloos en laat emoties de boventoon voeren.
Moeite met plannen en prioriteiten stellen. Alles kost veel energie, veel slaap nodig.
Sociaal-emotioneel
Erbij willen horen, je bewijzen kan lijden tot ongewenst gedrag. Onvoorspelbaar gedrag en 'brutaal'. 
Seksuele ontwikkeling
Hevige verliefdheid. Experimenteren met seksualiteit.
Pagina 302, basisboek SW

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Zie werkblad 2.  
Jullie worden verdeeld in groepjes. Per groepje hebt je 1 ontwikkelingsfase. 
Per ontwikkelingsfase ga je na wat de invloed is op jouw coaching/ MoZ.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

A: wat kwam in deze les aan bod 
B: wat was voor mij belangrijk in deze les
C: waarin ben ik competenter/ beter geworden
ABC-tje

Slide 16 - Slide

This item has no instructions